kiNderVeiliGheid:
2
De twee ringen 1 bevinden zich tussen de
rugleuning en de zitting van de stoel en zijn
te herkennen aan een markering.
Om het plaatsen en het vergrendelen van
uw kinderzitje op de ringen 1 te vergemak-
kelijken, gebruikt u de geleiders 2 van het
kinderzitje.
De ISOFIX-verankeringen mogen alleen gebruikt worden voor kinderzitjes met het ISOFIX-systeem. Bevestig nooit andere kinderzit-
jes, noch de gordel of andere voorwerpen op deze verankeringspunten.
Controleer of niets in de weg zit bij de verankeringspunten.
Als uw auto betrokken is geweest bij een verkeersongeluk, moet u de ISOFIX-verankeringen laten controleren en het kinderzitje
vervangen.
1.44
keuze van de bevestiging van een kinderzitje (2/2)
1
De derde ring wordt gebruikt voor het vast-
maken van de bovenste riem van bepaalde
kinderzitjes. bevestig de haak 3 altijd aan
de ring 4 bij een achterstoel en aan de ring 5
bij een voorstoel en span de riem.
3
4
5