kiNderVeiliGheid: uitschakelen, inschakelen van de passagiersairbag voorin
1
inschakelen van de
passagiersairbags voorin
Zodra het kinderzitje van de passagiersstoel
verwijderd is, moet u de airbags weer in-
schakelen om de voorpassagier bij een bot-
sing te beschermen.
Voor het opnieuw inschakelen van de
airbags : stilstaande auto, druk de gren-
del 1 in en draai hem in de stand oN.
Met het contact aan, moet u verplicht con-
]
troleren of het controlelampje
display 2 uit is en dat het controlelampje
ongeveer 60 seconden brandt na
elke start.
1.50
De aanvullende veiligheidsvoorzieningen
van de autogordel van de voorpassagier zijn
ingeschakeld.
storingen
In geval van een storing aan het systeem
voor het in- en uitschakelen van de passa-
giersairbags, is het verboden een achterste-
voren geplaatst kinderzitje op de voorstoel
te gebruiken.
Het gebruik van de voorstoel door een pas-
op het
sagier wordt ook afgeraden.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
GeVaar
Omdat het gevaarlijk is als de
passagiersairbag voorin in wer-
king komt als er een kinderzitje
achterstevoren op de voorstoel is ge-
2
plaatst, mag u Nooit een kinderzitje
achterstevoren (met de rug naar de weg)
installeren op een voorstoel met een
actieVe airBaG. Dit kan de dood
van het kiNd of erNstiG letsel tot
gevolg hebben.
Het in- en uitschakelen van de
passagiersairbag moet bij stil-
staande auto gebeuren.
Als dit bij rijdende auto ge-
beurt, lichten de controlelampjes
©
en
Om de staat van de airbag weer in over-
eenstemming te brengen met de stand
van de grendel, zet u het contact uit en
weer aan.
(3/3)
å
op.