Montage
5.5 Machine monteren
Uitsluitend de volgens de catalogus toegestane radialen of axiale krachten via het asuiteinde
overbrengen op het machinelager.
De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons
Service Center of u kunt deze opzoeken in de machinecatalogus.
Asuiteinden met inlegspie
De inlegspieverbinding tussen as en afdrijfelement moet telkens op de juiste wijze
uitgebalanceerd en gemonteerd zijn.
De balanceerkwaliteit voldoet voor de hele machine aan oscillatieniveau "A", oscillatieniveau
"B" is optioneel mogelijk. Om een correcte balanceerkwaliteit te waarborgen, moet u er bij
het kortere of langere afdrijfelement voor zorgen dat de spieverbindingen tussen naaf en
machine-as elkaar aanvullen:
• Als het afdrijfelement bij uitbalancering "H" korter is dan de inlegspie, moet u het uit de
ascontour en het afdrijfelement stekende deel van de inlegspie afwerken of de
uitbalancering moet worden behouden.
• Als het afdrijfelement langer is dan de inlegspie, houd dan bij het uitbalanceren van de
koppeling rekening met het niet uitgevulde deel van de koppelingsgroef.
Bij alle vierpolige machines met een frequentie van ≥ 60 Hz geldt het volgende:
• Als de koppelingsnaaf korter is dan de inlegspie, kort de inlegspie dan in.
• Het zwaartepunt van de koppelingshelft moet binnen de lengte van het aseinde liggen.
• De gebruikte koppeling moet voor de uitbalancering van het systeem voorbereid zijn.
Compenseer het verzet bij de koppeling tussen de elektrische machines en de werkmachines
zodanig dat de maximale toegelaten trillingswaarden volgens ISO 10816-3 niet worden
overschreden.
66
1LE5, 1PC4 ashoogte 250 ... 355
Bedieningshandleiding, 06/2023, A5E41454723A