De belichting aanpassen
Belichtingscompensatie
U kunt de belichting die met de automatische belichting is ingesteld, corrigeren om het beeld donkerder of
helderder te maken. Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer de filmmodus is ingesteld op ', ‚ of ".
60
1 Open het scherm van de belichting.
[FUNC] > [y Belicht.comp.]
• Als de belichting vergrendeld was, selecteert u [ ] om de belichtingsvergrendeling op te heffen.
2 Sleep uw vinger over de regelaar om de belichting te compenseren.
• U kunt een compensatiewaarde instellen van –2 tot +2 selecteren in stappen van 1/4 EV.
3 Selecteer [X].
• [AE] en de belichtingscompensatiewaarde worden aan de linkerzijde van het scherm weergegeven.
OPMERKINGEN
• Als u de functie van de CUSTOM-regelaar instelt op [y Belicht.comp.] (A 83), kunt u de belichting
compenseren met de CUSTOM-regelaar en -knop.
• De belichtingsvergrendeling wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:
- Wanneer de aan/uit-schakelaar of keuzeschakelaar wordt bediend.
- Wanneer de filmmodus wordt gewijzigd.
- Wanneer de resolutie, beeldsnelheid of stijl wordt gewijzigd.
Tegenlichtcorrectie
Wanneer u een scène moet opnemen in situaties met constant tegenlicht, kunt u tegenlichtcorrectie gebruiken
om het beeld te corrigeren en in het bijzonder de donkere gebieden helderder te maken.
1 Selecteer [
BLC altijd aan].
[FUNC] > [
BLC altijd aan]
2 Selecteer [
Aan] en selecteer vervolgens [X].
•
verschijnt links op het scherm en de belichting wordt aangepast om rekening te houden met het
tegenlicht.
OPMERKINGEN
• U kunt ook de optie
voor automatische tegenlichtcorrectie te activeren. Automatische correctie kan echter niet worden gebruikt
wanneer [FUNC] > [Stijlen] ingesteld is op [
• Tegenlichtcorrectie kan niet in/uit worden geschakeld wanneer [FUNC] > [Stijlen] ingesteld is op [
en de belichting vergrendeld is.
• Als u een toewijzingsknop instelt voor [
om de tegenlichtcorrectie aan/uit te zetten.
• Tegenlichtcorrectie is niet beschikbaar in de volgende gevallen:
- Wanneer de filmmodus is ingesteld op [T Vuurwerk].
- Wanneer de filmmodus is ingesteld op n en [FUNC] > [Stijlen] is ingesteld op [
• Tegenlichtcorrectie wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:
- Wanneer de aan/uit-schakelaar of keuzeschakelaar wordt bediend.
- Wanneer de filmmodus wordt gewijzigd.
- Wanneer de beeldsnelheid of stijl wordt gewijzigd.
> [v Camera-instelling] > [Autom. achtergr.verl.corr.] gebruiken om de functie
Neutraal] of [
BLC altijd aan] (A 84), kunt u op deze knop drukken
Wide DR].
Wide DR].
Wide DR]