Aanraakbelichting
U kunt het scherm aanraken om de belichting voor een specifiek onderwerp of gebied te optimaliseren.
De camcorder past automatisch de belichting aan voor het geselecteerde punt en vergrendelt de
belichtingsinstellingen. U kunt ook een helder gebied van het beeld aanraken om dat punt in te stellen
als het helderheidsniveau van 100% om zo te proberen overbelichting (Lichte gebieden AE) te vermijden.
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer de filmmodus is ingesteld op n of [T Vuurwerk].
1 Open het instellingenscherm voor aanraakbelichting.
[FUNC] > [y Belicht.comp.] > [i]
2 Selecteer [
Normaal] of [
• Er verschijnt een regelaar op het scherm.
• U kunt [
] selecteren om het zebrapatroon (A 61, stap 2) weer te geven en te controleren
op overbelichte gebieden.
3 Raak het gewenste punt in het belichtingskader aan om de belichting te optimaliseren en
te vergrendelen.
• Het symbool I gaat knipperen en de belichting wordt automatisch ingesteld, zodat het door u aangeraakte
gebied correct wordt belicht.
• De belichtingscompensatiewaarde ±0 en
in de knop [ ] oranje om aan te geven dat de belichting vergrendeld is.
• Selecteer [ ] opnieuw om de belichtingsvergrendeling op te heffen.
4 Sleep uw vinger over de regelaar om de belichting verder te compenseren.
• U kunt een compensatiewaarde instellen van –3 tot +3 selecteren in stappen van 1/4 EV.
5 Selecteer [X].
• De belichtingscompensatiewaarde en
Was de belichting niet vergrendeld (alleen compensatie), dan verschijnen in plaats daarvan [AE] en de
compensatiewaarde.
Belichtingsvergrendeling (AE-vergrendeling)
U kunt de huidige belichtingsinstellingen vergrendelen en ze zelfs gebruiken wanneer u de afbeelding opnieuw in
beeld brengt. Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer de filmmodus is ingesteld op n of [T Vuurwerk].
1 Vergrendel de huidige belichting.
[FUNC] > [y Belicht.comp.] > [ ]
• De belichtingscompensatiewaarde ±0 en
in de knop [ ] oranje om aan te geven dat de belichting vergrendeld is.
• Selecteer [ ] opnieuw om de belichtingsvergrendeling op te heffen.
2 Sleep indien nodig uw vinger over de regelaar om de belichting verder te compenseren.
• U kunt een compensatiewaarde instellen van –3 tot +3 selecteren in stappen van 1/4 EV.
• Afhankelijk van de helderheid van het beeld en de belichtingsvergrendeling, zijn sommige waarden mogelijk
niet beschikbaar en kan het beschikbare belichtingscompensatiebereik variëren.
3 Selecteer [X].
• De belichtingscompensatiewaarde en
Hoge lichten] en selecteer vervolgens [L]
worden op het scherm getoond. Daarnaast wordt de indicator
worden aan de linkerzijde van het scherm weergegeven.
worden op het scherm getoond. Daarnaast wordt de indicator
worden aan de linkerzijde van het scherm weergegeven.
De belichting aanpassen
59