Scherpstelling aanpassen
Scherpstelling aanpassen
De camcorder biedt de volgende manieren om scherp te stellen.
Handmatige scherpstelling: draai aan de scherpstel-/zoomring om de scherpstelling handmatig aan te passen.
42
U kunt de functies voor hulp bij scherpstelling (A 43) gebruiken om u te helpen nauwkeuriger scherp te stellen
wanneer u handmatige scherpstelling gebruikt.
AF-boosted MF: hiermee kunt u grotendeels handmatig scherpstellen en de camcorder vervolgens automatisch
verder laten scherpstellen.
Continu AF: de camcorder blijft altijd automatisch scherpstellen.
Handmatige scherpstelling
Gebruik de scherpstel-/zoomring om handmatig scherp te stellen. Ook nadat u het scherm hebt aangeraakt om
de scherpstelling automatisch aan te passen, kunt u nog steeds handmatig scherpstellen. U kunt de instellingen
> [v Camera-instelling] > [Richting scherpstelring] en [Scherpstelringrespons] gebruiken om de
richting en de reactiesnelheid van de scherpstel-/zoomring aan te passen wanneer u deze gebruikt om de
scherpstelling aan te passen.
Bedieningsstanden:
* Handmatige scherpstelling is alleen tijdelijk beschikbaar terwijl u de scherpstel-/zoomring bedient.
1 Zet de schakelaar van de scherpstel-/zoomring op FOCUS.
Alleen scherpstellen met scherpstel-/zoomring
2 Druk op de AF/MF-knop.
•
D
verschijnt links in het scherm.
3 Draai aan de scherpstel-/zoomring om de scherpstelling
aan te passen.
• Wanneer u de scherpstel-/zoomring bedient, verschijnt de
geschatte scherpstelafstand links op het scherm.
Scherpstellen door een onderwerp op het scherm aan te raken
(aanraakscherpstelling)
2 Open het scherm voor scherpstelling.
[FUNC] > [< Focus]
3 Raak het gewenste punt binnen het scherpstelkader aan.
• De I-markering knippert op het geselecteerde onderwerp. De camcorder stelt automatisch scherp en gaat
vervolgens over naar de handmatige scherpstellingsstand.
• De geschatte scherpstelafstand verschijnt in de linkerbovenhoek van het scherpstelkader.
• Selecteer [m] als u de camcorder weer in de autofocus-stand wilt zetten.
4 Selecteer [X] om het scherm voor scherpstelling te sluiten.
5 Draai, indien nodig, aan de scherpstel-/zoomring om de scherpstelling verder handmatig aan te passen.
• Wanneer u de scherpstel-/zoomring bedient, verschijnt de geschatte scherpstelafstand links op het scherm.
OPMERKINGEN
• Als u de zoomfunctie bedient nadat er is scherpgesteld, kan de scherpstelling op het onderwerp verloren gaan.
• Als u handmatig scherpstelt en vervolgens de camcorder met ingeschakelde stroom achterlaat, kan het
gebeuren dat na een tijdje de scherpstelling op het onderwerp verloren gaat. Deze mogelijke kleine
verandering in de scherpstelling is het gevolg van een stijging van de interne temperatuur.
Controleer de scherpstelling voordat u de opname hervat.
*
Scherpstel-/zoomring