„Menu"
Instellen /
Kalibratieprocedure
11.2.7
Systeem
„doseerkop "
11.2.7.1
72
1.
Noteer de vulhoogte in de kalibratiebuis.
„Menu / Informatie è Instellingen è Kalibreren
2.
Het menu
Kalibreren" kiezen en op het [Clickwheel] drukken.
è
ð Het menupunt
[Clickwheel] indrukken om het kalibreren te starten.
3.
Het
ð Het menupunt,
met pompen en toont het aantal slagen.
4.
Na een geschikt aantal slagen (minimaal 200) de pomp
[Clickwheel] .
stoppen met het
ð Het menupunt
vraagt om het invoeren van de kalibratiehoeveelheid.
5.
De verpompte doseerhoeveelheid bepalen (verschil startvo‐
lume - resthoeveelheid in de kalibratiebuis).
6.
Deze hoeveelheid bij het menupunt
[Clickwheel] en afsluiten.
invoeren met het
ð De pomp schakelt om naar het menupunt
kalibratie" - de pomp is gekalibreerd.
[clickwheel] indrukken.
7.
Het
ð De pomp keert terug naar het menu
Instellingen" .
è
„Menu / Informatie è Instellingen è Systeem è ..."
„Systeem" heeft de volgende submenu's:
Het menu
„doseerkop"
1 -
„Volume-eenheid"
2 -
„Druk-eenheid"
3 -
„Drukafstelling"
4 -
„Startgedrag"
5 -
„Menu / Informatie è Instellingen è Systeem è Doseerkop
..."
è
VOORZICHTIG!
–
Wordt een andere grootte doseereenheid
gemonteerd, moet de pomp in het submenu
„Doseerkop" worden geherprogrammeerd.
–
Voor demodoeleinden of bij het laten werken
van de pomp zonder doseermedium, moet de
pomp worden geherprogrammeerd naar
doseerkop" .
„Kalibreren starten" (PUSH) verschijnt.
„Kalibreren ..." verschijnt, de pomp begint
„Kalibratie beëindigd" verschijnt. De pomp
„Kalibratie beëindigd"
„Menu / Informatie
„Gebeurtenis
„Geen