Overzicht van apparaat en besturingselementen
Tab. 2: Indicatoren en storingsindicatoren:
Indicatoren
Betekenis
De pomp werkt of wacht op een startsignaal.
De pomp is gestopt - handmatig met de toets
De pomp is door de afstandsbediening gestopt (pauze) - via de stekkeraansluiting
"Extern".
De pomp is gestopt door een fout.
Alleen bij cyclische chargedosering: De pomp wacht op de volgende cyclus.
Alleen bij
„AUX"
De pomp pompt op dit moment met de externe-doseercapaciteit, resp. hulpfrequentie.
„Memory"
Alleen in de bedrijfsmodi
Er is een extra functie "Slaggeheugen" ingesteld.
De pomp is in bedrijfsmodus
Het verwerkingstype
De pomp is in bedrijfsmodus
Het verwerkingstype
Het doseerprofiel
Het doseerprofiel
Het doseerprofiel
Het doseerprofiel
Het doseerprofiel
Het doseerprofiel
20
„Toegangsbeveiliging" : De pompsoftware is geblokkeerd.
„CONTACT" en „CHARGE" :
„ANALOOG" .
„Curve è Lineair" is ingeschakeld.
„ANALOOG" .
„Curve è bovenste zijband" is ingeschakeld.
„Dosering è Persslag è Optimaal" is ingesteld.
„Dosering è Persslag è Snel" is ingesteld.
„Dosering è Persslag è Sinus-modus" is ingesteld.
„Dosering è Persslag è Continu" is ingesteld.
„Dosering è Persslag è DFMa" is ingesteld.
„Dosering è Persslag è Normaal" is ingesteld.
[STOP/START] .