Foutbeschrijving
Nr. 10: De indicator
en de mel‐
„Parameter verkeerd!" ver‐
ding
schijnen.
Nr. 11: De indicator
en de mel‐
p+
„Overbelasting" verschijnen.
ding
Nr. 12: De indicator
en de mel‐
„Overbelasting" verschijnen.
ding
Nr. 13: De indicator
en de mel‐
„Netspanning" verschijnen.
ding
Nr. 14: De indicator
en de mel‐
„Lucht in doseerkop" ver‐
ding
schijnen.
Nr. 15: De indicator
en de mel‐
„Ontluchting niet succesvol!"
ding
verschijnen.
Nr. 16: De indicator
en de mel‐
„Geheugen-overloop" ver‐
ding
schijnen.
Nr. 17: De indicator
i > 23
i < Imin
„Stuursignaal < lmin" ver‐
ding
schijnen.
Nr. 18: De indicator
i > 23
i > Imax
„Stuursignaal > Imax" ver‐
ding
schijnen.
Nr. 20: De indicator
en de mel‐
„Module ontbreekt" ver‐
ding
schijnen.
Oorzaak
Er is een verkeerde
parameter ingevoerd.
De pomp heeft een te
hoge tegendruk vastge‐
steld.
De stroom is te hoog.
De netspanning is te
hoog of te laag of ont‐
breekt totaal.
Gasbellen in de dosee‐
reenheid (lekkages, uit‐
gassend doseermedium,
cavitatie).
Het automatisch ont‐
luchten was niet suc‐
cesvol
Het slaggeheugen is te
vol.
De pomp is in bedrijfs‐
en de mel‐
modus
„Analoog" -"xx.
Zijband", in menu
„Analoog" is een gedrag
bij fouten geprogram‐
meerd en de stuur‐
stroom is gedaald tot
beneden 4 mA (grens is
instelbaar).
en de mel‐
De pomp is in bedrijfs‐
„Analoog" -"xx.
modus
Zijband", in menu
„Analoog" is een gedrag
bij fouten geprogram‐
meerd en de stuur‐
stroom is gestegen tot
boven 20 mA (grens is
instelbaar).
De optiemodule ont‐
breekt.
Storingen verhelpen
Verhelpen
De parameter corrigeren.
Verhelp de oorzaak en
bevestig de fout.
Verhelp de oorzaak en
bevestig de fout.
De oorzaak verhelpen.
Ontlucht de doseereenheid
en verhelp de oorzaak. De
fout bevestigen.
De installatie afdichten of de
zuigslag langzamer instellen.
Verhelp de oorzaken en
bevestig de fout.
Oorzaak verhelpen (bijv. te
lage factor, te hoge contact‐
frequentie ...), daarna:
[Clickwheel]
Drukken op het
(houd rekening met de
gevolgen voor het proces!).
De oorzaak van de te lage
stuurstroom verhelpen of
De programmering van
„Uit"
gedrag bij fouten naar
schakelen - zie hoofdstuk
"Instellen"-"Instel‐
lingen"-"Bedrijfsmodus"-"Ana‐
loog".
De oorzaak van de te hoge
stuurstroom verhelpen of
De programmering van
„Uit"
gedrag bij fouten naar
schakelen - zie hoofdstuk
"Instellen"-"Instel‐
lingen"-"Bedrijfsmodus"-"Ana‐
loog".
Sluit de optiemodule aan.
Perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
Des‐
kundig
perso‐
neel
111