Installeren, elektrisch
9.2 Bedieningsconsole HMI
9.3 Beschrijving van de stekkeraansluitingen
9.3.1 Stekkeraansluiting "Config-I/O"
3
4
Afb. 12: Stekkeraansluiting "Config-
I/O", pintoewijzing
Tab. 3: Pintoewijzing
Pin
1
2
3
4
38
Wordt de pomp gebruikt met HMI, moet deze zijn aangesloten op
de CAN-stekkeraansluiting boven de LED's van de pompvoet.
Wordt de pomp zonder HMI gebruikt, moet de meegeleverde
afsluitkap op de CAN-stekkeraansluiting boven de LED's van de
pompvoet worden geplaatst.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor kortsluiting
Bij binnendringen van vloeistof in de CAN-stekke‐
raansluiting, kan dit bijv. een kortsluiting in de
pomp veroorzaken.
–
VOORZICHTIG!
Gevaar voor storingen
Verkeerde aansturing via de CAN-bus leidt tot sto‐
ringen.
–
Het is mogelijk de signalen van 3 potentiaalvrije contacten via de
2
stekkeraansluiting "Config I/O" af te geven als inputs I: als invoers‐
ignaal voor de pomp, of als contactsignalen als outputs O.
1
B1079_3
Toewijzing
Config I/O 1
Config I/O 2
Config I/O 3
GND
Daarom op de CAN-stekkeraansluiting altijd
een CAN-stekker of de meegeleverde
afsluitkap plaatsen.
Bij bedrijf met een aangesloten HMI mogen
geen andere besturingseenheden (bijv. DXCa)
op de CAN-stekkeraansluiting worden aange‐
sloten.
4-aderige kabel
Bruin
Wit
Blauw
Zwart