FUNCTIE STOP AND START
Verhinderen dat de motor op
stand-by wordt gezet
In bepaalde omstandigheden, zoals bij in-
voegen op een kruispunt, is het mogelijk
de motor draaiende te houden om snel te
kunnen starten.
Voor auto's met automatische versnel-
lingsbak:
laat de auto stilstaan en oefen slechts een
lichte druk uit op het rempedaal
Voor auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak:
houd het koppelingspedaal ingedrukt
(2/4)
Stand-by uitschakelen
Voor auto's met automatische versnel-
lingsbak:
– het rempedaal is niet ingedrukt en stand
D of M is ingeschakeld, of
– het rempedaal wordt losgelaten, stand N
is ingeschakeld en de parkeerrem is vrij-
gezet of,
– het rempedaal wordt opnieuw ingedrukt,
of stand P is ingeschakeld of stand N is
ingeschakeld terwijl de parkeerrem is
vastgezet of,
– stand R is ingeschakeld of,
– het gaspedaal wordt ingedrukt.
Voor auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak:
– de versnellingsbak staat in neutraal en
het koppelingspedaal wordt lichtjes inge-
drukt of,
– de versnelling is ingeschakeld en het
koppelingspedaal is volledig ingedrukt.
Bijzonderheid: afhankelijk van de auto,
Ä
brandt het controlelampje
rende enkele seconden op het instrumen-
tenpaneel als u het contact uitzet wanneer
de motor op stand-by staat.
Voordat brandstof wordt getankt, moet
de motor worden afgezet (en niet op
stand-by worden gezet): u moet de
motor afzetten door de stopknop van de
motor in te drukken (raadpleeg de para-
graaf "Starten, stoppen van de motor").
gedu-
2.7