Voertuig met kraan verladen
L1
L2
L1
L2
Afb. 40: Kraanverlading
BA DT12 NL - Editie 1.0 * dt12b330.fm
Veiligheidsvoorschriften
• De verlaadkraan en het hijswerktuig moeten voldoende gedimensioneerd zijn
• Bij de kraanverlading is een gepast hefmiddel noodzakelijk
• Beveilig het voertuig tegen onbedoelde bewegingen!
☞
Ga bij het laden van het voertuig als volgt te werk:
• Stortbak en automatische laadinstallatie leeg maken
• Stortbak laten zakken
• De motor afzetten
• De contactsleutel uit het slot trekken.
L2
• Gepaste hefmiddelen, kettingen, enz. gebruiken
☞
De lengte L1 van het hefmiddel van het hefpunt van de stortbak moet minstens 2,0 m
bedragen
☞
De lengte L2 van het hefmiddel van de twee hefpunten aan het regelpaneel moet
steeds minstens 2,0 m bedragen
• Voertuig langzaam opheffen
Gevaar!
Bij het ondeskundig verladen van het voertuig met een kraan bestaat
gevaar voor ongevallen!
☞
Er mogen zich geen personen op het voertuig bevinden!
☞
Laat het bevestigen van lasten en het instrueren van kraanbestuurders uit-
sluitend over aan ervaren personeel! Degene die de instructies geeft moet
zich in het gezichtsveld van de bediener ophouden of zich op gehoorsaf-
stand bevinden, zodat mondelinge communicatie mogelijk is
☞
Controleer het draagvermogen van de laadkraan en van het hijsgereed-
schap (kabels, kettingen)!
☞
Voertuig mag enkel met lege laadinstallatie en stortbak worden omhoog
gehesen
☞
Niet onder de hangende last staan!
☞
Lees absoluut de veiligheidsvoorschriften aan het begin van dit hoofdstuk
en houd rekening met de voorschriften die in uw land van toepassing zijn.
Bediening
3-17