Ultra
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
2.3
Gevaren door elektrische stroom
10
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij aanraking van onder spanning staande delen bestaat direct levensgevaar door elektrocutie. Beschadi-
ging van de isolatie of van afzonderlijke onderdelen kan levensgevaarlijk zijn.
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitend door elektromonteurs worden uitge-
voerd.
Bij beschadiging van de isolatie moet de voedingsspanning onmiddellijk worden uitgeschakeld en moet
men dit laten repareren.
Voorkom dat vocht in de buurt van onder spanning staande delen komt. Dit kan kortsluiting veroorzaken.
Zorg voor de juiste aarding van het apparaat.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Tussen netvoedingskabel en aansluiting van de beschermingsleiding is na netuitschakeling bij parallel-
schakeling van meerdere EC-ventilatoren een elektrische lading (> 50 °C) aanwezig. Voordat werkzaam-
heden aan de elektrische aansluiting worden uitgevoerd, moeten de netwerkaansluitingen en bescher-
mingsleiding (PE) worden kortgesloten!
Ook bij uitgeschakeld apparaat staan klemmen en aansluitingen onder spanning. Controleer met een
tweepolige spanningsmeter of het apparaat spanningsvrij is. Open het apparaat pas 5 minuten na alpoli-
ge uitschakeling van de spanning.
De beschermingsleiding geleidt (afhankelijk van de kloksnelheid, tussencircuitspanning en motorcapaci-
teit) hoge lekstromen. Zorg daarom voor een EN-conforme aarding ook bij test- of beproevingsomstan-
digheden (EN 50178, art. 5.2.11). Zonder aarding kunnen bij de motorbehuizing gevaarlijke spanningen
ontstaan. Bij een storing staan rotor en schoepenrad onder elektrische spanning. Rotor en schoepenrad
zijn voorzien van een basisisolatie. Niet aanraken!