Inhoudsopgave
Advertenties
6.5
Condensaataansluiting
6.5.1 Montage van de condensaatafvoer (bij koelapparaten)
Condensaatpomp SI 30
De zelfaanzuigende condensaatpomp is af fabriek aan de bovenzijde van het apparaat tot aan de slangaansluiting voor de
bouwzijdige condensaatpersleiding aangesloten.
Afb. 9: Condensaatpomp
Max. opvoerhoogte [m]
Max. capaciteit [l/h]
Voedingsspanning [V/Hz]
Vermogensopname [W]
Veiligheidsuitschakeling [A]
Zekering [A]
Diameter condensaatpersleiding
Meldcontact condensaatoverloop
Schakeling door „Hall-effect"
Geïntegreerde thermische beveiligingsschakelaar
Tab. 5: Technische gegevens
Pompcapaciteiten en gebruiksgrenzen
De bereikbare pompcapaciteit is afhankelijk van de opvoerhoogte en de lengte van de aangesloten condensaatslang. Bij ex-
treme luchtvochtigheid en/of zeer lage systeemtemperaturen neemt de condensaathoeveelheid toe en daalt de mogelijke op-
voerhoogte van de pomp. Daarom moet het alarmcontact van de vlotterschakelaar zo worden ingesteld dat de ontvochtiging
(bijv. door sluiten van de koelventiel) wordt gestopt.
Voor max. toegestane koelomstandigheden (PKW 6/10 °C bij luchtinlaat 27 °C / 60% rel. vochtigheid) moeten de volgende
gebruiksgrenzen worden opgevolgd:
Maat 85: Max. toegestane opvoerhoogte bij 5 m lange slang: 3 m
Maat 96: Max. toegestane opvoerhoogte bij 5 m lange slang: 2 m
Wordt de toegestane pompcapaciteit continu overschreden, dan zijn sterke condensaatpompen op aanvraag leverbaar.
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
8 m bij max. 4,5 l/h capaciteit en 10 m slanglengte
Circa 18 l/h bij 0,5 m opvoerhoogte en 2 m slanglengte
230 V/ 50 Hz (afzonderlijke netvoedingskabel nodig)
14 W
5 A resistief
Max. 16 A
DN 6 mm (slangaansluiting)
Verbreekcontact, potentiaalvrij, schakelvermogen 250 V/5 A
Ultra
25
Advertenties
Inhoudsopgave
