Ultra
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
11
Storingen
In het volgende hoofdstuk worden mogelijke oorzaken voor storingen en de werkzaamheden voor het verhelpen ervan be-
schreven. Als storingen vaker voorkomen, moeten de onderhoudsintervallen overeenkomstig de werkelijke belasting worden
verkort.
Bij storingen die niet met de onderstaande maatregelen kunnen worden verholpen, moet men contact opnemen met de fabri-
kant.
Handelwijze bij storingen
In principe geldt het volgende:
1. bij storingen die een direct gevaar voor personen of kapitaalgoederen vormen, moet het apparaat onmiddellijk worden
uitgeschakeld!
2. Bepaal de oorzaak van de storing!
3. Als voor het verhelpen van storingen werkzaamheden in de gevarenzone noodzakelijk zijn, moet het apparaat worden
uitgeschakeld en tegen opnieuw inschakelen worden beveiligd. Informeer de verantwoordelijke personen op de ge-
bruiksplaats onmiddellijk over de storing.
4. Laat de storing afhankelijk van het type door bevoegd en deskundig personeel verhelpen of verhelp deze zelf.
De Storingstabel [} 61] geeft aan wie bevoegd is om de storing te verhelpen.
Statusuitgang via knippercode
De EC-ventilatoren zijn tegen blokkering beveiligd. Afhankelijk van het ventilatortype zijn beveiligingsfuncties geïntegreerd,
die bij diverse storingen voor een automatische uitschakeling zorgen.
OFF
ON
1 x
2 x
3 x
4 x
5 x
6 x
Afb. 39: Knippercode
LED-code
OFF
ON
1x
2x
4x
5x
6x
7x
8x
60
Kijkglas voor status-LED
Relais in de ventilator*
0
1
1
1
0
0
0
0
0
Oorzaak
Geen netspanning
Normaal bedrijf zonder storing
Geen vrijgave = OFF
Temperatuurmanagement actief
Fase-uitval (alleen bij 3 ~ types)
Motor geblokkeerd
Storing Powermodule
Tussencircuit onderspanning
Tussencircuit overspanning