In bedrijf nemen
54
AANWIJZING!
Voorwaarden voor een correcte kalibratie van het nul‐
punt
–
De inlooptijd voor de sensor is aangehouden
–
Er is sprake van een toegestane en constante
doorstroomhoeveelheid bij de doorloopgever
–
Er is temperatuurevenwicht tussen de sensor en
het meetwater
–
Er is sprake van een constante pH-waarde binnen
het toegestane bereik
1.
Druk bij de basisweergave op de
2.
Kies met de pijltoetsen
3.
Ga verder met
CAL Cl
Nulpunt
Bereik
Accepteer met <CAL>
Afb. 36: Kalibratie van het nulpunt
4.
Ga verder met
-toets.
[Nulpunt]
A1046