7.3.1.1.4
Kalibratie van de pH-sensor (CAL) via
Geldige waarden voor de kalibratie
Oordeel
Zeer goed
Goed
Voldoende
Mislukte kalibratie
Valt het resultaat van de kalibratie buiten de vastge‐
stelde tolerantiegrenzen, verschijnt een foutmelding. In
dat geval wordt de actuele kalibratie niet geaccep‐
teerd.
Controleer de voorwaarden voor de kalibratie en ver‐
help de fout. Herhaal daarna de kalibratie.
7.
Het resultaat van de kalibratie wordt door het drukken op de
-toets opgeslagen in het geheugen van de regelaar
ð De regelaar toont weer de basisweergave en werkt met
de resultaten van de kalibratie.
[Data-invoer]
Data-invoer
Bij de kalibratiemethode [Data-invoer] worden de
bekende gegevens van de sensor ingevoerd bij de
regelaar. De kalibratie via data-invoer is slechts zo
nauwkeurig en betrouwbaar, als de methode waarmee
de gegevens zijn bepaald.
De gegevens van de sensor moeten recent zijn
bepaald. Hoe actueler de gegevens van de sensor,
hoe groter de betrouwbaarheid van deze kalibratieme‐
thode is.
Probleemloze werking van de sensor
–
–
Meet- en regelgedrag van de regelaar tijdens de kali‐
bratie
Tijdens de kalibratie: De insteluitgangen worden
gedeactiveerd. Uitzondering: wanneer een basis‐
charge of een handmatige instelbare variabele is inge‐
steld. Deze blijft actief. De meetwaarde-uitgang
[Normsignaaluitgang mA] wordt bevroren, volgens de
instellingen in het menu mA-uitgang.
Bij een succesvolle kalibratie / controle worden alle
foutcontroles die betrekking hebben op de meet‐
waarde, weer gestart. De regelaar slaat bij een suc‐
cesvolle kalibratie de bepaalde gegevens voor nulpunt
en steilheid op.
Nulpunt
-30 mV ... +30 mV
-45 mV ... +45 mV
-60 mV ... +60 mV
Correct meten en doseren kan alleen als de
sensor probleemloos werkt
De gebruikershandleiding van de sensor opvolgen
Steilheid
56 mV/pH ... 60 mV/pH
56 mV/pH ... 60,5 mV/pH
55 mV/pH ... 62 mV/pH
In bedrijf nemen
47