6
Montage
6.1 Wandmontage
Bevestig het doseersysteem verticaal en rechtop aan
een wand of een stabiel bevestigingssysteem.
Het doseersysteem moet goed toegankelijk zijn.
Kies de montagehoogte zo, dat:
alle componenten eenvoudig bereikbaar zijn
n
het display van de regelaar goed afleesbaar is
n
het deksel van de regelaar nog in de
n
worden gezet (150 mm)
onder de debietgever nog ruimte is voor onderhoudswerk‐
n
zaamheden (100 mm)
er nog ruimte is voor de vaten met chemicaliën (600 mm)
n
dat het vloeistofpeil van de volle vaten met chemicaliën onder
n
de doseerpomp staat
de maximale aanzuighoogte van de doseerpompen niet wordt
n
overschreden.
10 mm
1
Afb. 10: Stokschroef
1
Plug (uitvoering afhankelijk van de ondergrond en specificaties
van de plugfabrikant)
2
Stokschroef
3
U-ring
4
Zeskantmoer
De installatie moet in een aparte, goed geventileerde en vorstvrije
ruimte worden gemonteerd. De toegang tot de ruimte moet voor
niet opgeleid personeel door bouwkundige of organisatorische
maatregelen worden voorkomen. Het wordt aanbevolen de in DIN
19643 beschreven eisen aan technische ruimten bij zwembaden
op te volgen.
Wordt de installatie voor montage op locatie als verzameling losse
onderdelen of zonder doseerpomp geleverd, moeten alle compo‐
nenten of de externe doseerpompen worden gemonteerd zoals is
beschreven in het hoofdstuk
apparaat" op pagina 7 .
[parkeerstand] kan
2
Ä Hoofdstuk 2.1 „Overzicht van het
Montage
3 4
A0924
21