Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Netspanning inschakelen
Netspanning op de hoofdzekering inschakelen.
Warmtepomp inschakelen
!
Opgelet
Wanneer het toestel met te weinig koudemiddel
draait, leidt dat tot schade aan het toestel.
Vóór het inschakelen van het toestel moeten
■
de binnenunit en de koudemiddelleidingen zijn
gevuld met de aangegeven hoeveelheid kou-
demiddel: zie hoofdstuk "Koudemiddelleidin-
gen en binnenunit vullen".
■
De dichtheid van het koelcircuit moet zijn
gecontroleerd: zie hoofdstuk "Dichtheid van
het koelcircuit controleren".
De vulkleppen aan de buitenunit moeten bij
■
het inschakelen van het toestel zijn geopend:
zie hoofdstuk "Koudemiddelleidingen en bin-
nenunit vullen".
Onderstaande volgorde absoluut aanhouden
1. Spanning van de buitenunit inschakelen.
Installatie in bedrijf stellen
De inbedrijfstelling (configuratie, instelling en functie-
controle) kan met of zonder inbedrijfstellingsassistent
worden uitgevoerd (zie volgende hoofdstuk en service-
handleiding warmtepompregeling).
Inbedrijfstelling met inbedrijfstellingsassistent
De inbedrijfstellingsassistent doorloopt automatisch
alle menu's waarin instellingen nodig zijn. Hierbij
is "codeerniveau 1" automatisch actief.
!
Opgelet
Een verkeerde bediening op "codeerniveau 1"
kan tot schade aan het toestel en de verwar-
mingsinstallatie leiden.
Aanwijzingen in de servicehandleiding "Vitotro-
nic 200" respecteren, anders vervalt de garantie.
80
2. 2 minuten wachten.
3. Spanning van de binnenunit inschakelen.
4. Binnenunit met de netschakelaar inschakelen.
Opmerking
Wanneer de binnenunit vóór de buitenunit wordt inge-
schakeld of de wachttijd korter dan 2 min is, wordt de
storingsmelding "0A Storing buitenunit" of "05 Koel-
circuit" weergegeven.
Servicehandleiding "Vitotronic 200"
Opmerking
Type en omvang van de parameters hangen af van het
type warmtepomp, van het gekozen installatieschema
en van de gebruikte accessoires.