Montageverloop
Koudemiddelleidingen aansluiten
Koudemiddelleidingen plaatsen
Max. hoogteverschil binnenunit
■
15 m
■
Min. leidinglengte:
3 m
■
Max. leidinglengte:
Verwarmingsbedrijf
Alle types: 30 m
–
Koelbedrijf
–
Types 221.C08 en 221.C08: 25 m
–
Alle andere types: 30 m
Geluid en trillingen ontkoppelen
Aanwijzing voor de montage van de leidingen
Wanddoorvoering:
Geen wanddoorvoering aan dragende delen, boven-
■
dorpels, dichtheidselementen (bijv. dampremmingen)
enz.
■
Geen contactgeluidbruggen, d.w.z. contact tussen
metaal (koudemiddelleiding) en bouwconstructie ver-
mijden.
Plaatsen van de leidingen:
■
Elektrische kabels trekvrij en gescheiden van koude-
middelleidingen leggen.
■
Heetgasleidingen met buisbocht plaatsen. Deze
maatregel reduceert de trillingsoverdracht via de
buiswanden.
De buisbocht kan binnen of buiten het gebouw
gemonteerd worden.
■
De buisbocht voor trillingscompensatie bij een korte
heetgasleiding nauwer uitvoeren dan bij een langere
heetgasleiding.
■
Alle koudemiddelleidingen isoleren.
30
(vervolg)
buitenunit:
Opmerking
–
Tot de volgende leidinglengtes is extra vullen niet
nodig:
■
Types 221.C08:
■
Alle andere types:
Bijvulhoeveelheid voor langere koudemiddelleidingen:
Zie pagina 71.
Bevestiging van de koudemiddelleidingen:
■
Koudemiddelleidingen alleen met buisklemmen met
zacht elastisch isolerend inlegdeel (EPDM) bevesti-
gen.
■
Buisbocht voor trillingscompensatie direct achter de
buisbocht (richting buitenwand) bevestigen.
■
Koudemiddelleidingen op een afstand van max.
2,0 m met buisklemmen bevestigen. Wij adviseren
de koudemiddelleidingen op een afstand van max.
1,5 m met buisklemmen te bevestigen.
Wij adviseren buisklemmen alleen aan componenten
■
met een oppervlaktegewicht van
monteren.
■
Koudemiddelleidingen niet monteren aan scheidings-
wanden of plafonds bij ruimtes die een gering
geluidsniveau vereisen (bijv. slaapkamer).
12 m
≤
15 m
≤
250 kg/m
≥
2
te