Elektrisch aansluiten
Gevaar
Beschadigde isolatie van leidingen kunnen tot
gevaarlijk letsel door elektrische stroom en tot
schade aan het toestel leiden.
Kabels zo leggen dat de leidingen niet tegen
sterk warmtegeleidende, vibrerende of scherpe
onderdelen liggen.
Kabellengtes in de binnen-/buitenunit
Kabels
Netaansluitkabels
Andere aansluitkabels
Verbindingskabel binnen-/
buitenunit (flexibele datalei-
ding)
Aanbevolen flexibele netaansluitkabels
Binnenunit
Netaansluiting
Warmtepompregeling 230 V~
Elektrisch verwarmingselement
(vervolg)
Warmtepompregeling
■
230 V~
Compressor 230 V~/
■
400 V~
230 V~, bijvoorbeeld voor
■
circulatiepompen
< 42 V, bijv. voor senso-
■
ren
Modbus
■
Zonder blokkering
■
door het energie-
bedrijf
Met blokkering
■
door energiebedrijf
400 V~
■
230 V~
■
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen
tot gevaarlijk letsel door elektrische stroom en
tot schade aan het toestel leiden.
Door de volgende maatregelen vermijden dat de
aders tegen de ernaast liggende spanningvoe-
rende delen aankomen:
Laagspanningskabels < 42 V en kabels
■
42 V/230 V~/400 V~ gescheiden van elkaar
>
leggen en met kabelbinders bevestigen.
■
Kabels vlak vóór de aansluitklemmen zo kort
mogelijk afstrippen. Leidingen dicht tegen de
bijbehorende klemmen bundelen.
Als twee componenten op een gemeenschap-
■
pelijke klem worden aangesloten, moeten
beide aders samen in één adereindhuls wor-
den geperst.
Binnenunit
Buitenunit met
1 ventilator
1,5 m
—
1,5 m
1,1 m
1,1 m
Kabel
2
3 x 1,5 mm
2
5 x 1,5 mm
2
5 x 2,5 mm
7 x 2,5 mm
2
Montageverloop
2 ventilatoren
—
—
1,2 m
1,9 m
—
—
—
—
1,2 m
1,9 m
Max. kabellengte
25 m
25 m
41