Koudemiddelleidingen aansluiten
Aansluiting aan buitenunit
2.
C
D
4.
C
D
Afb. 27
Vloeistofleiding
C
Heetgasleiding
D
!
Opgelet
Vuil (bijv. metalen spaanders) of vocht in de kou-
demiddelleidingen kunnen de werking van het
toestel verstoren.
Daarom de buisopeningen naar onderen hou-
den of tijdelijk afsluiten.
Opmerking
Snijkanten aan buiseinden ontbramen.
■
■
Bij het gebruik van soldeeraansluitingen onder
beschermgas solderen.
1. Zijdelingse afdekking eraf schroeven: Zie
pagina 25.
(vervolg)
3.
2x
2. Types 221.C04 en 221.C06:
Moeren op de door de installateur voorbereide
koudemiddelleidingen schuiven.
Types 221.C08 tot 221.C16:
Moeren vervangen door de meegeleverde wartel-
moeren (binnenunit):
■
⅝
■
⅞
3. Koudemiddelleidingen warmte- en dampdiffusie-
dicht isoleren.
UNF voor vloeistofleiding
UNF voor heetgasleiding
Montageverloop
33