Koudemiddelleidingen en binnenunit vacumeren
Klep voor vacuümmeter
P
Vacuümmeter
Q
!
Opgelet
Overdruk beschadigt de vacuümmeter.
Vacuümmeter niet onder druk zetten.
1. Alle kleppen aan de manometerset sluiten.
2. Aansluitingen conform vorige afbeelding uitvoeren.
Opmerking
■
Afsluitklep
moet gesloten blijven.
E
■
Bij alle aansluitingen met een tweede steeksleu-
tel tegendruk uitoefenen.
3. Vacuümpomp inschakelen.
Aan de manometerbatterij de klep naar de vacu-
ümpomp en de klep naar de heetgasaansluiting
openen.
4. Na circa 5 min de klep naar de vacuümmeter ope-
nen.
Laat de vacuümpomp zo lang ingeschakeld tot aan
de vacuümmeter bijna "0" wordt aangegeven (min-
stens 30 min).
Opmerking
De vereiste looptijd van de vacuümpomp is afhan-
kelijk van de omgevingsvoorwaarden.
Koudemiddelleidingen en binnenunit vullen
Opmerking
■
De buitenunit is vooraf gevuld met koudemiddel
R410A.
Tot de volgende leidinglengtes is bij de eerste inge-
■
bruikname extra vullen niet nodig:
Types 221.C08:
12 m
–
≤
–
Alle andere types:
15 m
≤
■
Leidinglengtes voor koudemiddelleidingen: zie
pagina 30.
■
Het koudemiddel R410A mag uitsluitend vloeibaar
worden nagevuld.
Gevaar
Huidcontact met koudemiddel kan tot huidletsel
leiden.
Bij werkzaamheden aan het koelcircuit veilig-
heidsbril en werkhandschoenen dragen.
!
Opgelet
Navullen van de installatie met koudemiddel of
het afzuigen van het koudemiddel kan leiden tot
het bevriezen van de condensor.
Condensor met water doorstromen of volledig
leegmaken.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
(vervolg)
5. Aan de manometerset de klep naar de vacuüm-
pomp sluiten.
De vacuümpomp uitschakelen en circa 5 min
wachten. Als de indicatie aan de vacuümmeter
stijgt, is er een lek.
Lek dichtmaken en proces herhalen.
6. Alle kleppen aan de manometerset sluiten.
7. Vacuümpomp en vacuümmeter verwijderen.
!
Opgelet
Mechanische belasting beschadigt de aansluitin-
gen.
Bij alle aansluitingen met een tweede steeksleu-
tel tegendruk uitoefenen.
Leidinglengtes tot 12 m voor types 221.C08 of tot
15 m voor alle andere types
1. Kappen aan de afsluitkleppen van de buitenunit
afschroeven.
2. Beide afsluitkleppen openen. Kappen opnieuw
vastschroeven.
3. Vulslang snel van de serviceafsluiter (schräderven-
tiel) van de buitenunit afschroeven: De druk in de
buisleidingen moet groter zijn dan de omgevings-
druk.
4. Wartelmoer met koperen afdichtkap op de servi-
ceafsluiter (Schräderventiel) van de buitenunit
schroeven: Vastdraaimoment 15 tot 20 Nm
71