3. Documenten afdrukken
Opties instellen voor de printer
Als bi-directionele communicatie goed werkt, stuurt de printer automatisch informatie over opties, het
papierformaat en de papierinvoerrichting naar uw computer. Met bi-directionele communicatie kunt u
de status van het apparaat controleren.
Voorwaarden voor bidirectionele communicatie
Voor de ondersteuning van bidirectionele communicatie moet aan de volgende voorwaarden worden
voldaan.
Indien verbonden met het netwerk
• De standaard TCP/IP-poort moet worden gebruikt.
• Afgezien van het bovenstaande, moet ook aan een van de volgende voorwaarden worden
voldaan:
• Het TCP/IP-protocol of het IPP-protocol wordt gebruikt. Als gebruik wordt gemaakt van
het IPP-protocol, moet de IPP-poortnaam het IP-adres bevatten.
Bij een USB-verbinding
• Het apparaat moet met de USB-interfacekabel op de USB-poort van de computer worden
aangesloten.
• De printer moet bidirectionele communicatie ondersteunen.
• Op het tabblad [Poorten] van het printerstuurprogramma moet [Ondersteuning in twee
richtingen inschakelen] worden geselecteerd en [Printerpooling inschakelen] niet.
Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u opties en papierformaat-instellingen op uw computer
handmatig kunt instellen voor iedere lade.
• U dient over rechten voor printerbeheer te beschikken om de printereigenschappen te wijzigen.
Log in als beheerder.
Wanneer u Windows gebruikt
De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op Windows 7.
1.
Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].
88