6. Een fax verzenden en ontvangen
• Als [Aan] hier wordt geselecteerd, zal [Ontvangen bestand afdr.] onder instellingen voor
faxeigenschappen worden ingeschakeld. Als u niet wilt dat opeenvolgende faxen automatisch
worden afgedrukt, zet deze optie dan terug op [Uit]. Voor meer informatie, zie Pag. 239
"Instellingen van faxeigenschappen".
• Als lade 2 geïnstalleerd is, kunt u selecteren uit welke lade papier moet worden ingevoerd. Dit doet
u via [Selecteer papierlade] onder de faxeigenschappen. Als u het apparaat instelt om
automatisch tussen lade 1 en 2 te schakelen in deze instelling, kunt u ook de lade opgeven die het
apparaat als eerst gebruikt bij [Papierladeprioriteit] onder [Papierinstellingen]. Voor meer
informatie over [Selecteer papierlade], zie Pag. 239 "Instellingen van faxeigenschappen" en
[Papierladeprioriteit], zie Pag. 260 "Papierinstellingen".
• Als het lampje brandt om aan te geven dat er een fax is ontvangen, dan is er een fax opgeslagen
in het geheugen van het apparaat die niet nog is afgedrukt vanwege apparaatfouten zoals een
lege papierlade of een papierstoring. Het afdrukken begint zodra het probleem is verholpen.
Faxen van speciale afzenders ontvangen of afwijzen
U kunt het apparaat instellen om alleen faxen van geregistreerde speciale afzenders te ontvangen (of af
te wijzen). Hiermee kunt u ongewilde documenten, zoals junkfaxen, voorkomen en daarmee faxpapier
besparen.
Om deze functie te gebruiken, moet u eerst speciale afzenders registreren via Web Image Monitor en
vervolgens selecteren of u faxen van hen wilt accepteren of afwijzen.
• Deze functie is niet beschikbaar met Internetfax.
Speciale afzenders registreren
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u speciale afzenders registreert.
Er kunnen maximaal 30 speciale afzenders worden geregistreerd.
1.
Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres in te
vullen.
226