5. Originelen scannen
3.
Selecteer het tabblad voor de gewenste bestemming.
4.
Druk op [Adresboek].
5.
Selecteer de gewenste bestemming en druk vervolgens op [OK].
6.
Druk op [Scaninstelling].
7.
Druk op [ ] of [ ] om het gewenste belichtingsniveau te selecteren en druk vervolgens op
[OK].
• U kunt de standaardinstelling [Dichth.] van het apparaat zo instellen dat alle scans worden
gemaakt met een bepaald belichtingsniveau. Voor meer informatie, zie Pag. 237 "Instellingen
scannereigenschappen".
• Tijdelijke taakinstellingen worden in de volgende gevallen gewist:
• Als er geen invoer wordt ontvangen gedurende de tijdsperiode die is opgegeven in [Reset
systeem timer] terwijl het initiële scherm wordt weergegeven. Voor meer informatie, zie
Pag. 265 "Instellingen van Beheerderstoepassingen".
• Als er op de [Wis/Stop]-knop wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
• Als de modus van het apparaat wordt veranderd.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld.
• Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
Resolutie opgeven
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de scanresolutie voor de huidige taak kunt opgeven.
Er zijn zes instellingen voor de resolutie. Hoe hoger de resolutie, hoe hoger de kwaliteit en hoe groter
het bestand.
1.
Druk op de toets [Home].
2.
Druk op het pictogram [Scanner] op het [Home]-scherm.
3.
Selecteer het tabblad voor de gewenste bestemming.
180
DUE302