Pagina 1
Gebruikers- Overzicht van het apparaat handleiding Papierspecificaties en papier bijvullen Documenten afdrukken Originelen kopiëren Originelen scannen Een fax verzenden en ontvangen Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Het apparaat configureren met hulpprogramma's Het apparaat onderhouden Problemen oplossen Netwerkinstellingen configureren in OS X Bijlage Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie"...
INHOUDSOPGAVE Informatie opzoeken over bediening en probleemoplossing...............11 Bedieningshandleiding (gedrukt)....................... 11 Bedieningshandleiding (digitaal formaat)....................11 Hoe werkt deze handleiding?.........................13 Inleiding................................ 13 Symbolen in deze handleiding........................13 Modelspecifieke informatie.........................13 Disclaimer..............................14 Opmerkingen............................... 15 Opmerking voor de beheerder........................15 Lijst met opties...............................16 Het IP-adres..............................16 1. Overzicht van het apparaat Overzicht van alle apparaatonderdelen.......................
Pagina 4
Invoerscherm voor tekens..........................44 Beschikbare tekens............................45 Tekst invoeren............................... 45 Gebruiken van Ricoh Smart Device Connector..................... 47 Verbinden van een smartphone/tablet met de machine met gebruik van NFC......... 48 Schrijven van de machine-informatie naar de NFC-tag met een smartphone/tablet......48 Gebruiken van de toepassing op een smartphone/tablet door NFC te gebruiken......48 2.
Pagina 5
Originelen..............................83 3. Documenten afdrukken Wat u met de printerfunctie kunt doen......................87 Opties instellen voor de printer........................88 Voorwaarden voor bidirectionele communicatie..................88 Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld..................88 Het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren weergeven..................90 Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven vanuit het menu [Start]........90 Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven in een toepassing..........90 Basiswerking van afdrukken..........................92 Als papier niet overeenkomt........................
Pagina 6
Basisbediening van Scannen naar FTP......................157 Instellingen van de FTP-server configureren..................157 Bestanden naar een FTP-server verzenden..................158 Opgeven van de scanbestemming met behulp van [Opn. verz.]..............160 Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat..161 Basisbewerking voor Ricoh Scan Utility.......................164...
Pagina 7
Voorbereidingen voor het gebruik van Ricoh Scan Utility..............164 Ricoh Scan Utility gebruiken om naar een computer te scannen............164 Ricoh SP C260 series Scan gebruiken om vanaf een smartphone of tablet te scannen.....167 Basisbewerking voor TWAIN-scannen......................169 TWAIN-scanner gebruiken........................169 TWAIN-scannen............................
Pagina 8
Handige verstuurfuncties...........................204 De scaninstellingen opgeven om te faxen....................206 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax)................209 Basisbewerkingen voor het versturen van faxen vanaf een computer..........209 Verzendinstellingen configureren......................211 Het LAN-fax adresboek configureren......................211 Een faxschutblad wijzigen........................215 Een fax ontvangen............................216 Ontvangstmodus selecteren........................216 Een internetfax ontvangen........................
Pagina 9
De systeeminformatie controleren........................ 285 Het tabblad Status.............................285 Tabblad Teller............................286 Tabblad Apparaatinformatie........................289 De systeeminstellingen configureren......................290 Tabblad Geluidsvolume aanpassen......................290 Tabblad Papierlade-instellingen.......................290 Tabblad Kopieerapparaat........................293 Tabblad Fax............................... 294 Tabblad Lade prioriteit..........................296 Het tabblad Toner besparen........................297 Tabblad I/O Time-out..........................297 Het tabblad Z/W-afdruk prioriteit......................298 Bestemmingen registreren..........................
Pagina 10
De beheerderinstellingen configureren......................322 Tabblad Beheerder............................322 Tabblad Instellingen resetten........................322 Tabblad Instellingen back-uppen......................323 Tabblad Instellingen herstellen......................... 324 Tabblad Datum/tijd instellen........................325 Tabblad Energiespaarstand........................325 PCL6-modus...............................326 9. Het apparaat onderhouden De printcartridge vervangen.........................327 De tonerafvalfles vervangen.........................332 Een onderdeel vervangen..........................338 Tussenliggende transfereenheid vervangen.................... 338 De fuseereenheid en transferrol vervangen....................
Pagina 11
Problemen met de printer..........................385 Als het afdrukken niet goed gaat......................385 Als u niet duidelijk kunt afdrukken......................389 Wanneer papier niet op de juiste manier wordt ingevoerd of uitgeworpen........393 Overige afdrukproblemen........................394 Kopieerproblemen............................395 Als u geen duidelijke kopieën kunt maken....................395 Wanneer u geen kopieën kunt maken zoals gewenst................396 Scanproblemen..............................397 Wanneer u niet in het netwerk kunt bladeren om een gescand bestand te verzenden.......397...
Pagina 12
Opmerkingen over de toner......................... 430 Specificaties van het apparaat........................431 Algemene functie Specificaties.........................431 Printerfunctiespecificaties.......................... 433 Kopieerfunctiespecificaties........................434 Specificaties van de scanfunctie......................435 Faxfunctiespecificaties..........................436 Papiertoevoereenheid TK1220....................... 439 Verbruiksartikelen............................440 Printcartridge..............................440 Tonerafvalfles.............................442 Apparaatinformatie............................443 Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten (voornamelijk Europa en Azië)..............................443 Opmerking m.b.t.
Bedieningshandleiding (digitaal formaat) U kunt de bedieningshandleiding bekijken via de website van Ricoh of via de meegeleverde cd-rom. Bekijken via een internetbrowser Ga naar het internet via een internetbrowser.
Pagina 14
Selecteer de taal. Klik op [PDF handleidingen lezen]. Klik op de handleiding die u wilt openen. De handleiding in PDF-formaat wordt geopend.
Hoe werkt deze handleiding? Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een handige plaats binnen handbereik. Symbolen in deze handleiding De handleiding gebruikt de volgende symbolen: Geeft punten aan waar u rekening mee moet houden wanneer u het apparaat gebruikt en geeft een...
DUE201 De volgende informatie is regiospecifiek. Lees de informatie onder het symbool dat overeenkomt met de regio van uw apparaat. (voornamelijk in Europa en Azië) Als de sticker de volgende informatie bevat, is uw apparaat een Regio A-model: • CODE XXXX -27 •...
Opmerkingen De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade of kosten die kunnen voortvloeien uit het gebruik van onderdelen voor uw kantoorapparatuur die geen originele onderdelen van de fabrikant zijn.
Lijst met opties Optielijst Verwezen naar als Paper Feed Unit TK1220 Papierinvoereenheid • Als de papierinvoereenheid is bevestigd, wordt 'Lade 2' op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven. Het IP-adres In deze handleiding verwijst 'IP-adres' naar zowel de IPv4- als de IPv6-omgeving. Lees de instructies door die betrekking hebben op de omgeving die u gebruikt.
1. Overzicht van het apparaat In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen voor het gebruik van het apparaat en de gebruiksaanwijzing beschreven. Overzicht van alle apparaatonderdelen In dit deel staan de namen van de verschillende onderdelen van de voor- en achterkant van het apparaat samen met een beschrijving van hun functie.
Pagina 20
Plaats hier stapeltjes originelen. Ze worden automatisch (Automatische documentinvoer) ingevoerd. In deze lade passen maximaal 35 vellen normaal papier voor de SP C260SFNw en maximaal 50 vellen normaal papier voor de SP C261SFNw/SP C262SFNw. Automatische documentinvoer De ADF is in de klep van de glasplaat geïntegreerd.
Overzicht van alle apparaatonderdelen Naam Beschrijving ADF-uitvoerlade Originelen die gescand zijn met de ADF worden hier uitgevoerd. ADF-klep Open deze klep om originelen die zijn vastgelopen in de ADF te verwijderen. Buitenkant: achteraanzicht DUE204 Naam Beschrijving Interface-connector G3-lijn (analoog) Deze poort dient voor het aansluiten van een telefoonlijn.
Pagina 22
1. Overzicht van het apparaat Naam Beschrijving Papierstopper Haal de papierstopper omhoog om te voorkomen dat papier uit de lade valt als u veel papier gaat afdrukken. De papierstopper kan worden aangepast aan de positie van het A4/Letter- of Legal- formaat.
Pagina 23
Overzicht van alle apparaatonderdelen DUE206 • Trek de papierstopper omhoog zoals hieronder is weergegeven om te voorkomen dat afdrukken van Legal-formaat uit de lade vallen. DUE207...
1. Overzicht van het apparaat Binnenkant DUE212 Naam Beschrijving Printcartridge Plaats de printcartridges via de achterkant van de printer in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K). Er worden berichten op het scherm weergegeven als printcartridges vervangen dienen te worden of als nieuwe dienen te worden voorbereid.
Overzicht van alle apparaatonderdelen Naam Beschrijving Transfereenheid U moet deze eenheid verwijderen als u de tonerafvalfles vervangt. • Voor meer informatie over de berichten die op het scherm worden weergegeven als verbruiksartikelen moeten worden vervangen, zie Pag. 355 "Fout- en statusmeldingen op het scherm".
Pagina 26
1. Overzicht van het apparaat Naam Beschrijving • Terwijl de apparaatinstellingen geconfigureerd worden, drukt u hierop om de huidige instelling te annuleren en terug te keren naar de stand-bymodus. • Terwijl het apparaat in stand-bymodus staat, drukt u hierop om de tijdelijke instellingen zoals beeldbelichting of resolutie te annuleren.
Pagina 27
Overzicht van alle apparaatonderdelen • Als het apparaat een taak verwerkt, kunt u het menu voor het configureren van het apparaat niet laten weergeven. U kunt de status van het apparaat bevestigen door de berichten op het scherm te controleren. Als u berichten ziet als "Bezig met afdrukken...", "Zwart-wit kopiëren...", "Kleur kopiëren..."...
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brandwonden. • SP C260SFNw De machine weegt ongeveer 29 kg (64 lb.). Als u het apparaat optilt, moet u deze bij de grepen aan beide zijden vastpakken en dan langzaam optillen.
Pagina 29
Opties installeren Verwijder het plakband van de optionele papierinvoereenheid. DPP210 Til het apparaat op aan de handgrepen (inkepingen) aan weerszijden van het apparaat. Er zijn twee mensen nodig voor het optillen van het apparaat. DUE287 Er bevinden zich drie staande pennen op de optionele papierinvoereenheid. Lijn de gaten van de machine uit met de pennen en laat vervolgens de machine langzaam zakken.
Pagina 30
1. Overzicht van het apparaat • Als het nieuwe apparaat genoemd staat in de kolom met configuratieopties, dan is het op de juiste wijze geïnstalleerd. • Als de optionele papierinvoereenheid niet juist geïnstalleerd is, probeer hem dan opnieuw te installeren door de procedure nogmaals uit te voeren. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Het [Home]-scherm gebruiken Het [Home]-scherm gebruiken • Het [Home]-scherm is ingesteld als standaardscherm zodra het apparaat wordt ingeschakeld. U kunt deze standaard instelling in Functieprioriteit wijzigen. Zie Pag. 265 "Instellingen van Beheerderstoepassingen". Het [Home]-scherm weergeven Druk op de toets [Home]. DUE302 •...
Pagina 32
1. Overzicht van het apparaat [Home]-scherm 1 DUE303 [Home]-scherm 2 DUE304 1. Pictogram voorraadinformatie Geeft aan hoeveel toner er nog is. 2. [Scanner] Druk op deze toets om originelen te scannen en beelden op te slaan als bestanden. Voor meer informatie over het gebruik van de scannerfunctie, zie Pag. 131 "Originelen scannen". 3.
Pagina 33
Het [Home]-scherm gebruiken 4. Pictogram draadloos LAN Druk hierop om het [Wi-Fi-configuratie]-scherm weer te geven. Dit pictogram verschijnt wanneer draadloos LAN aanstaat. Druk op deze toetsen om naar een andere pagina te gaan wanneer de pictogrammen niet op één pagina kunnen worden weergegeven.
1. Overzicht van het apparaat Het [Home]-scherm aanpassen U kunt snelkoppelingen naar favoriete items aan het [Home]-scherm toevoegen. U kunt favoriete instellingen oproepen door op de pictogrammen van de snelkoppelingen te drukken. U kunt de volgorde van de functie- en snelkoppelingspictogrammen aanpassen. Het [Home]-scherm aanpassen U kunt het [Home]-scherm aanpassen, zodat navigeren door het menu gemakkelijker wordt.
Het [Home]-scherm aanpassen Selecteer [Omhoog verplaats.] of [Omlaag verplaats.]. De positie van een pictogram wisselt van die van een ander pictogram dat zich ervoor of erachter bevindt. • U kunt de volgorde van pictogrammen op het [Home]-scherm 1 niet wijzigen. Een pictogram van het [Home]-scherm verwijderen Verwijder ongebruikte pictogrammen van favoriete items.
1. Overzicht van het apparaat Veelgebruikte functies registreren U kunt regelmatig gebruikte taakinstellingen opslaan in het geheugen van het apparaat en deze eenvoudig weer oproepen. Functies als favoriet item registreren U kunt maximaal 12 favoriete items voor elke functie registreren. De volgende instellingen kunnen in favoriete items worden geregistreerd: •...
Veelgebruikte functies registreren Voorbeeld van favoriete items Kopieerapparaat Beschrijving van het favoriete Naam van het favoriete item Effect item Milieuvriendelijk kopiëren Geef [Enk.z. nr Dub.z.] op. U kunt hiermee papier en toner besparen. Miniatuurkopie Geef instellingen op voor het U kunt maximaal vier pagina's combineren en afdrukken van op één zijde van een vel meerdere pagina's op één...
1. Overzicht van het apparaat Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op [ ] totdat het gewenste favoriete item wordt weergegeven. Druk op het pictogram van het favoriete item. • Door het favoriete item te gebruiken, worden de vorige instellingen gewist. Een favoriet item verwijderen Druk op de toets [Home].
Weergave van veelgebruikte modi instellen Weergave van veelgebruikte modi instellen Stel de modus in die moet worden weergegeven nadat de aan-/uitschakelaar of de modus Systeemreset is ingeschakeld. Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.]. Druk op [Beheerderstoepassingen]. Druk op [ ].
1. Overzicht van het apparaat Meerdere taken tegelijk uitvoeren Dit apparaat kan meerdere taken tegelijk uitvoeren met verschillende functies, zoals tegelijkertijd kopiëren en faxen. Het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere functies wordt "Multi-access" genoemd. De volgende tabel laat de functies zien die tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd. Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden •...
Pagina 41
Meerdere taken tegelijk uitvoeren Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden • Internetfax ontvangen Fax direct verzenden (een • Afdrukken origineel scannen en • PictBridge-afdrukken tegelijkertijd versturen) • Mobiel afdrukken (vanaf een apparaat) • Kopiëren • Scannen Faxgeheugen verzenden (een •...
Pagina 42
1. Overzicht van het apparaat Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden • Fax ontvangen (zonder afdrukken) • Geheugenfax ontvangen • LAN-faxtaak ontvangen van een computer • LAN-fax verzenden Internetfax verzenden • Internetfax ontvangen • Afdrukken • PictBridge-afdrukken •...
Pagina 43
*8 Meervoudige toegang is mogelijk wanneer elke taak wordt uitgevoerd met gebruik van de glasplaat of ADF op de SP C260SFNw. Meervoudige toegang is niet mogelijk wanneer elke taak wordt uitgevoerd met gebruik van de glasplaat of ADF op de SP C261SFNw/SP C262SFNw.
Pagina 44
1. Overzicht van het apparaat • Als u een functie probeert te gebruiken die niet tegelijkertijd kan worden uitgevoerd, hoort u een piepje van het apparaat of ziet u een foutmelding op uw computerscherm. Probeert u het in dit geval later nogmaals als de huidige taak is voltooid.
Bedieningstoepassingen Bedieningstoepassingen In dit hoofdstuk worden de bedieningstoepassingen van dit apparaat uitgelegd. Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat een scherm en toetsen om het apparaat mee te bedienen. U kunt er de diverse instellingen van het apparaat mee configureren. Voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel, zie Pag. 231 "Het apparaat configureren met het bedieningspaneel".
1. Overzicht van het apparaat Tekens invoeren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u tekst invoert op de schermen van bijvoorbeeld de kopieer- of faxfuncties of op het scherm Instelling. Druk tweemaal op het invoervak om het toetsenbord te openen. Invoerscherm voor tekens In deze sectie wordt het invoerscherm uitgelegd en de toetsen op het invoerscherm.
Tekens invoeren Beschikbare tekens U kunt de volgende tekens invoeren: • Letters • Symbolen • Cijfers 0123456789 Tekst invoeren Voert u een teken in, dan verschijnt dat op de plaats van de cursor. Letters invoeren Typ de letters die u wilt invoeren. Alfanumerieke tekens en symbolen invoeren Druk op [ Druk op [123] of [,.-&@%].
Gebruiken van Ricoh Smart Device Connector Gebruiken van Ricoh Smart Device Connector Om RICOH Smart Device Connector te gebruiken, gaat u naar de App Store of Google Play met uw smartphone/tablet, en zoekt en download u de "RICOH Smart Device Connector"-toepassing van de site.
Configureer de netwerkverbinding van het apparaat. Ga naar de App Store of Google Play met uw smartphone/tablet, zoek naar en download de "RICOH SP C260 series Scan" of "RICOH Smart Device Connector"- toepassing van de site. Druk op de toets [Home].
Pagina 51
Verbinden van een smartphone/tablet met de machine met gebruik van NFC Druk af met gebruik van "RICOH Smart Device Connector" door de NFC-tag aan te raken of voer een scan uit met gebruik van "RICOH SP C260 series Scan".
2. Papierspecificaties en papier bijvullen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe papier en originelen moeten worden geplaatst en wordt er uitleg gegeven over hun specificaties. Workflow voor het laden van papier en het configureren van papierformaten en -types. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier moet laden en welke handelingen moeten worden gesteld nadat het papier is geladen.
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Papier plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier in de papierlade of in de handinvoer plaatst. • Pas tijdens het bijvullen van papier op dat uw vingers niet vast komen te zitten of dat u ze verwondt.
Pagina 55
Papier plaatsen Trek de papierlade er voorzichtig met beide handen uit. DUE214 Plaats de lade op een vlak oppervlak. Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DUE215 Steek de clip op de zijafzetting en de eindafzetting en schuif ze naar de maximale omvang.
Pagina 56
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Waaier het papier voor het plaatsen. DAC344 Plaats het papier in de lade met de bedrukte zijde omhoog. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de bovenste limietmarkering binnenin de lade. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de markering op de zijafzettingen. (Alleen lade 1) DUE218 Controleer of er geen openingen tussen het papier en de afzettingen zijn;...
Pagina 57
Papier plaatsen DUE220 • De bovenste limiet verschilt afhankelijk van het soort papier (dun of dik papier). Controleer de sticker aan de binnenkant van de lade om de bovengrens te bepalen. • Het indicatielampje voor overgebleven papier aan de rechter voorkant van de papierlade laat zien hoeveel papier er ongeveer over is.
Pagina 58
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DUE215 Knijp het verlengstuk in de richting 'PUSH' in en trek het verlengstuk er dan uit tot hij klikt. DUE222 Zorg er na het verlengen voor dat de pijlen op het verlengstuk en de lade met elkaar overeenkomen.
Papier plaatsen Papier in de handinvoer plaatsen • Voordat u op ander papier dan enveloppen afdrukt, moet u de hendels aan de achterkant van het apparaat, binnenin het achterpaneel, omhoog trekken. Als de hendels omlaag blijven, kan dit problemen veroorzaken met de adrukkwaliteit op ander papier dan enveloppen. •...
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Ondersteun het papier met uw handen en voer het voorzichtig in totdat het stopt. DUE226 Enveloppen plaatsen • Zorg dat u voor het bedrukken van enveloppen de hendels van de fuseereenheid achter de achterklep laat zakken om te voorkomen dat de enveloppen verkreukeld naar buiten komen. Zet de hendels ook weer terug in hun oorspronkelijke positie na het afdrukken (omhoog).
Pagina 61
Papier plaatsen De hendels van de fuseereenheid laten zakken Trek de hendel van het voorpaneel naar voren en laat het voorpaneel dan voorzichtig zakken. DUE227 Laat de hendels van de fuseereenheid zakken. DUE228 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DUE229 Voor meer informatie over het plaatsen van een envelop, zie Pag.
Pagina 62
2. Papierspecificaties en papier bijvullen • Als enveloppen tijdens het afdrukken verkreukelen, plaatst u de enveloppen in omgekeerde richting en draait u het afdrukobject 180 graden met behulp van het printerstuurprogramma voordat u afdrukt. Voor meer informatie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. •...
Het papiertype en papierformaat opgeven via het bedieningspaneel Het papiertype en papierformaat opgeven via het bedieningspaneel In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het papierformaat en -type kunt opgeven met het bedieningspaneel. • De instelling voor het papiertype en -formaat kan ook worden ingesteld met behulp van het printerstuurprogramma.
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Het standaard papierformaat opgeven Dit onderdeel beschrijft hoe u het standaard papierformaat opgeeft. Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Papierinstell.]. Selecteer de lade waarvoor u het papierformaat wilt opgeven. Selecteer het gewenste papierformaat.
Pagina 65
Het papiertype en papierformaat opgeven via het bedieningspaneel Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Papierinstell.]. Selecteer de lade waarvoor u het papierformaat wilt opgeven. Druk twee keer op [ ]. Druk op [Ang.fr].
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Papiertype en -formaat opgeven met Web Image Monitor In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papierformaten en -types kunt opgeven met behulp van Web Image Monitor. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen.
Pagina 67
Papiertype en -formaat opgeven met Web Image Monitor Sluit de internetbrowser.
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Het papiertype en het papierformaat opgeven met behulp van het printerstuurprogramma • Zorg dat het papiertype en -formaat dat in het printerstuurprogramma is opgegeven, overeenkomt met het type en het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst. Aangezien het apparaat het papierformaat niet automatisch herkent, is het mogelijk dat het type of het formaat van het papier niet overeenstemt met de instellingen en dat de afdruktaak dus niet correct wordt afgeleverd.
Het papiertype en het papierformaat opgeven met behulp van het printerstuurprogramma Selecteer het vakje [Afdrukken op] en selecteer het formaat van het papier dat in de papierlade geplaatst is. Maak indien nodig het vakje [Aanpassen aan formaat] leeg. Klik op [OK]. Wanneer u OS X gebruikt De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op OS X 10.11.
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Ondersteund papier • Geef, nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, de papiersoort op via het bedieningspaneel. Dit apparaat herkent niet automatisch het papierformaat. • Wanneer u papier van een aangepast formaat in lade 1 of de handinvoer plaatst, moet u de lengte en breedte opgeven via het bedieningspaneel en het printerstuurprogramma.
Pagina 71
Ondersteund papier Type Formaat Gewicht Capaciteit* Briefpapier Voorbedrukt papier Etikettenpapier Voorgeperforeerd papier Bankpost Karton Gekleurd papier Envelop 1 Het maximale aantal enveloppen dat kan worden geplaatst is 10. Lade 2 (optie) Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier 60 tot 105 g/m Normaal papier Letter (8 ×...
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Type Formaat Gewicht Capaciteit Briefpapier Envelop Etikettenpapier Voorgeperforeerd papier Bankpost Karton Gekleurd papier Normaal papier Aangepast formaat: 60 tot 160 g/m Medium dik papier 90 tot 216 mm breed, (16 tot 43 lb.) Gerecycled papier 148 tot 356 mm lang Dik papier 1 (3,54 tot 8,50 inch breed,...
Pagina 73
Ondersteund papier • Afhankelijk van het papiertype kan het even duren voordat de toner droog is. Controleer of de afdrukken goed droog zijn voordat u ze vastpakt. Anders kan de toner uitlopen. • De afdrukkwaliteit kan alleen gegarandeerd worden als het aanbevolen papier gebruikt wordt. Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor meer informatie over aanbevolen papier.
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Item Beschrijving Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. Dik papier 2 Item Beschrijving Papierdikte 106 tot 160 g/m (28 tot 43 lb.) Ondersteunde Lade 1 en handinvoer...
Ondersteund papier Gerecycled papier Item Beschrijving Papierdikte 75 tot 90 g/m (20 tot 24 lb.) Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierladen. papierlade Formaat A4, B5 JIS, 8 × 14, 8 × 11, 7 × 10 , 8 × 13, 8 ×...
Pagina 76
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Item Beschrijving Opmerkingen Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt, selecteert u [Dun papier], [Normaal papier], [Dik papier 1] of [Dik papier 2]. Voorgeperforeerd papier Item Beschrijving Papierdikte 75 tot 90 g/m (20 tot 24 lb.) Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierladen.
Pagina 77
Ondersteund papier Item Beschrijving Ondersteunde Lade 1 en handinvoer papierlade Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen • Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden binnen één minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. • Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt selecteert u [Dun papier 1].
Pagina 78
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Item Beschrijving Opmerkingen • Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. • Vermijd het gebruik van etikettenpapier waarop de lijm zichtbaar is. Lijm kan aan onderdelen aan de binnenkant van de printer blijven plakken, waardoor papierinvoerproblemen kunnen ontstaan, de adrukkwaliteit kan verslechteren of vroegtijdige slijtage van de fotogeleidereenheid van de printercartridge kan optreden.
Pagina 79
Ondersteund papier • Om de lengte van een envelop waarvan de flap aan de korte zijde opent, goed te kunnen opgeven, moet u de open flap in de meting meenemen. CER112 • Waaier de enveloppen uit en leg de randen gelijk voordat u ze plaatst. DAC573 •...
2. Papierspecificaties en papier bijvullen DAC575 • Dubbelzijdig afdrukken is wellicht niet mogelijk op 8 × 13, 8 × 13, Folio (8 × 13 inch) of 16K (195 × 267 mm) formaat papier in de volgende gevallen: • PCL-printerstuurprogramma/DDST-printerstuurprogramma Wanneer [Gradatie:] in [Afdrkwal.] is ingesteld op [Fijn] •...
Ondersteund papier • Zelfklevende etikettenvellen waarvan de lijm of de onderlaag zichtbaar is • Papier dat met paperclips of nietjes bijeen wordt gehouden • Raak tijdens het plaatsen van papier het oppervlak van het papier niet aan. • Zelfs als papier geschikt is voor het apparaat, kan papier dat niet juist wordt opgeslagen, leiden tot papierstoringen, een slechte afdrukkwaliteit of defecten.
Pagina 82
2. Papierspecificaties en papier bijvullen 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) Envelop DAC577 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 10 mm (0,4 inch) 4. Ongeveer 15 mm (0,6 inch) Kopieerfunctie DAC580 1.
Ondersteund papier Faxfunctie DAC580 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 2 mm (0.08 inch) • Afdrukken zonder marges wordt niet ondersteund. • Het afdrukgebied kan variëren, afhankelijk van papierformaat, printertaal en printerinstellingen. • Voor het beter adrukken van enveloppen raden wij u aan de rechter-, linker-, boven- en ondermarges minimaal op 15 mm (0,6 inch) in te stellen.
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Originelen plaatsen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt instellen en hoe u originelen moet plaatsen. Originelen op de glasplaat leggen In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van originelen op de glasplaat. •...
Originelen plaatsen • Strijk gekruld papier helemaal glad voordat u de originelen in de ADF plaatst. • Om papierstoringen te voorkomen, moet u de originelen loswaaieren voordat u deze in de ADF plaatst. • Plaats het origineel recht. Open de klep van de invoerlade voor de ADF en stel de geleiders af volgens het formaat van het origineel.
• Er kan slechts 1 vel van een origineel tegelijkertijd op de glasplaat worden geplaatst. • In de ADF van de SP C260SFNw, kunnen maximaal 35 vellen originelen tegelijk worden geplaatst (bij gebruik van papier met een gewicht van 80 g/m •...
Pagina 87
Originelen plaatsen Onscanbaar afbeeldingengebied Zelfs indien u de originelen correct in de ADF of op de glasplaat plaatst, is het mogelijk dat een marge van een paar millimeter aan alle vier de zijden niet wordt gescand. DAC579 Marges bij gebruik van de glasplaat In de kopieermodus In scanmodus In faxmodus...
Pagina 88
2. Papierspecificaties en papier bijvullen...
3. Documenten afdrukken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u instellingen kunt configureren in het printerstuurprogramma en hoe u documenten kunt afdrukken. Wat u met de printerfunctie kunt doen Er dubbelzijdig wordt afgedrukt U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken. Voor meer informatie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma.
3. Documenten afdrukken Opties instellen voor de printer Als bi-directionele communicatie goed werkt, stuurt de printer automatisch informatie over opties, het papierformaat en de papierinvoerrichting naar uw computer. Met bi-directionele communicatie kunt u de status van het apparaat controleren. Voorwaarden voor bidirectionele communicatie Voor de ondersteuning van bidirectionele communicatie moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan.
Pagina 91
Opties instellen voor de printer Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat en klik vervolgens op [Printereigenschappen]. Klik op het tabblad [Accessoires]. Selecteer de geïnstalleerde opties in het gedeelte [Opties] en geef vervolgens de gewenste instellingen op. Klik op het tabblad [Instel.
3. Documenten afdrukken Het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren weergeven Om de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma te wijzigen, configureert u de instellingen in het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren]. Om de standaardinstellingen van alle toepassingen te wijzigen, opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] van het besturingssysteem. Voor meer informatie, zie Pag. 90 "Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven vanuit het menu [Start]".
Het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren weergeven Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven in een toepassing bij gebruik van Windows Klik op de menuknop van Kladblok in de linkerbovenhoek van het venster en klik op [Afdrukken]. Selecteer de printer die u wilt gebruiken in de lijst [Printer selecteren]. Klik op [Voorkeursinstellingen].
3. Documenten afdrukken Basiswerking van afdrukken De volgende stappen laten zien hoe u algemene afdruktaken kunt uitvoeren. De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld en is gebaseerd op Windows 7. De werkelijke procedure kan afwijken afhankelijk van het door u gebruikte besturingssysteem. Voor meer informatie over de afdrukmogelijkheden, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma.
Basiswerking van afdrukken vastliep. Voor meer informatie over het verwijderen van vastgelopen papier, zie Pag. 366 "Vastgelopen papier verwijderen". • Als u op enveloppen heeft afgedrukt, zorg er dan voor dat u daarna de hendels terugzet in hun oorspronkelijke posities. Als de hendels omlaag blijven, kan dit problemen veroorzaken met de adrukkwaliteit op ander papier dan enveloppen.
3. Documenten afdrukken Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk van uw computer. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en klik vervolgens op [Annuleren] in het menu [Document]. Klik op [Ja]. • Als u een afdruktaak annuleert die al verwerkt wordt, kan het afdrukken een paar pagina's doorgaan voordat het wordt geannuleerd.
Afdrukken van vertrouwelijke documenten Afdrukken van vertrouwelijke documenten Met de functie Beveiligde afdruktaak kunt u afdruktaken beveiligen met een wachtwoord. Dit betekent dat uw taak alleen wordt afgedrukt nadat u het wachtwoord invoert via het bedieningspaneel van het apparaat. Deze functie voorkomt dat onbevoegde gebruikers gevoelige documenten kunnen inzien die op het apparaat liggen.
3. Documenten afdrukken • Het apparaat kan maximaal 5 taken of 5 MB aan data voor beveiligde afdrukbestanden opslaan. • Zelfs als het apparaat niet meer beveiligde afdrukbestanden kan opslaan, bewaart het apparaat een beveiligd afdrukbestand voor de periode die is ingegeven in [Beveiligde afdruktaak] onder Systeeminstellingen voordat de taak wordt geannuleerd.
Afdrukken van vertrouwelijke documenten Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Status] op het [Home]-scherm. Druk op het tabblad [Beveil. afdr]. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Identificeer het beveiligde afdrukbestand door te kijken naar zijn tijdstempel en gebruikers-ID. Druk op [Afdruktaken].
Pagina 100
3. Documenten afdrukken Ook wordt "Beveiligde afdruktaak" op het [Status]-scherm weergegeven. Gebruik de volgende stappen om een beveiligd afdrukbestand te verwijderen. U hoeft geen wachtwoord in te voeren om een beveiligd afdrukbestand te verwijderen. Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Status] op het [Home]-scherm.
Rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Wat is PictBridge? U kunt een digitale camera die geschikt is voor PictBridge met een USB-kabel aansluiten op dit apparaat. Hiermee kunt u rechtstreeks digitale foto's afdrukken via de digitale camera. •...
3. Documenten afdrukken Open het klepje van de USB-ingang, sluit de USB-kabel aan en sluit vervolgens het andere einde van de kabel aan op uw digitale camera. DUE235 Als het apparaat de digitale camera herkent als een PictBridge-apparaat, ziet u eerst "Verbinden met PictBridge..."...
Rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) • De parameters van de instellingen en hun namen kunnen verschillen, afhankelijk van de digitale camera. Raadpleeg de handleiding van uw digitale camera voor meer informatie. PictBridge afsluiten Volg de onderstaande procedure om de PictBridge-modus af te sluiten. •...
Pagina 104
3. Documenten afdrukken Probleem Oorzaak Oplossing Wanneer twee of meer digitale U heeft meerdere digitale Verbind slechts één digitale camera's worden aangesloten, camera's aangesloten. camera. worden de tweede en volgende Sluit niet meerdere camera's camera's niet herkend. aan. Kan niet afdrukken. Het opgegeven aantal Het maximum aantal dat per afdrukken overschrijdt het...
3. Documenten afdrukken De verschillende afdrukfuncties gebruiken In dit onderdeel worden de verschillende afdrukfuncties kort beschreven die u kunt configureren met het printerstuurprogramma waarmee u de gewenste afdrukken kunt maken. Afdrukkwaliteitfuncties Afdrukkwaliteit en kleurschakeringen kunnen worden aangepast om bij de afdrukgegevens te passen. Een aantal van de afdrukkwaliteitinstellingen die u kunt configureren, staat hieronder.
De verschillende afdrukfuncties gebruiken Afbeeldingen in grijze kleuren afdrukken met zwart of CMYK U kunt zwarte of grijze delen van een afbeelding afdrukken met alleen zwarte toner in plaats van alle CMYK-toners. Vergeleken met het afdrukken van zwart met CMYK-toner, zal dit leiden tot een zwarte kleur die voller en puurder is.
Pagina 108
3. Documenten afdrukken Op beide zijden van papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) U kunt het papier aan beide zijden afdrukken. Het document verkleinen of vergroten U kunt documenten met een bepaalde verhouding verkleinen of vergroten, van 25% tot 400% in stappen van 1%. U kunt documenten ook automatisch verkleinen of vergroten zodat ze op een bepaald papierformaat passen.
4. Originelen kopiëren In dit hoofdstuk worden de basis- en geavanceerde procedures beschreven voor het maken van kopieën en het opgeven van instellingen. Wat u met de kopieerfunctie kunt doen Dubbelzijdig kopiëren U kunt twee pagina's op beide zijden van één vel kopiëren. Voor meer informatie over elke instelling, zie Pag.
4. Originelen kopiëren Het kopieerapparaatscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm als het apparaat in de kopieermodus staat. Scherm in stand-bymodus DUE311 1. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen. 2. Statusmeldingen van papierladen De instellingen van de papierlade weergeven.
Pagina 111
Het kopieerapparaatscherm 9. [Dub.z. nr Dub.z.], [Enk.z. nr Dub.z.] Druk hierop om de dubbelzijdige afdrukfunctie in te stellen. • De opstartmodus kan worden opgegeven via de instelling [Functieprioriteit] onder [Beheerderstoepass.]. Voor meer informatie, zie Pag. 265 "Instellingen van Beheerderstoepassingen".
4. Originelen kopiëren Algemene kopieertaken • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.
Algemene kopieertaken • U kunt de papierlade voor de huidige taak wijzigen. Als lade 2 geïnstalleerd is, kunt u selecteren om de papierlade automatisch te wijzigen aan de hand van het papierformaat (A4 of Letter). • U kunt de papierlade voor het afdrukken van kopieën selecteren bij [Selecteer papier] onder kopieerinstellingen.
Pagina 114
4. Originelen kopiëren Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op de [Wis/Stop]-knop. DUE308 Wanneer het scherm [Taken annul.] wordt weergegeven, gaat u verder met stap 4. Druk op [Kopieertaken].
Vergrote of verkleinde kopieën maken Vergrote of verkleinde kopieën maken Er zijn twee manieren om de schaalverhouding in te stellen: gebruik een vooraf opgegeven verhouding of geef handmatig een aangepaste verhouding op. Vooraf ingestelde verhouding CES103 • (voornamelijk in Europa en Azië) 50%, 71%, 82%, 93%, 122%, 141%, 200%, 400% •...
4. Originelen kopiëren Verkleinen/vergroten opgeven Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op [Verkl/vergr]. Kies voor [Verkleinen] en [Vergroten] de verhouding die u wenst. Druk voor [Zoom] op [+] of [-] om de verhouding op te geven. Druk op [OK].
Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u meerdere pagina's (twee of vier pagina's) combineert en afdrukt op een of twee zijden van het papier. •...
Pagina 118
4. Originelen kopiëren 1S 2Org->Cmb 2on1 1S Origineel Kopie NL CMF250 1S 4Org->Cmb 4on1 1S Origineel Kopie Links naar rechts Boven naar onder Links naar rechts Boven naar onder NL CMF251 Gecombineerde kopie aan beide zijden In deze modus wordt een origineel dat uit meerdere pagina's bestaat, gecombineerd en op beide zijden van het papier afgedrukt.
Pagina 119
Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken 1S 4Org->Cmb 2on1 2S Origineel Kopie Boven naar boven Boven naar onder Boven naar boven Boven naar onder DUE331 1S 8Org->Cmb 4on1 2S Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, Boven naar boven Boven naar onder Boven naar onder, Boven naar onder,...
Pagina 120
4. Originelen kopiëren Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, boven naar boven boven naar onder Boven naar onder, Boven naar onder, boven naar boven boven naar onder DCT004 1z org->2z kopiëren In deze modus worden enkelzijdige pagina's op de voor- en achterkant van het het papier afgedrukt zonder te worden gecombineerd.
Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Gecombineerde en dubbelzijdige kopieën opgeven Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op [Overige instellingen]. Druk op [Simplex naar duplex]. Selecteer de gewenste kopieermodus en druk vervolgens op [OK]. Druk op [OK].
4. Originelen kopiëren Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u dubbelzijdige kopiëen kunt maken van dubbelzijdige originelen, of twee originele pagina's kunt afdrukken op één vel, of vier originele pagina's kunt afdrukken op één vel met twee pagina's per zijde. DAC602 DAC603 DAC603...
Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken 2z org->2z kopiëren Hiermee worden dubbelzijdige kopiëen van dubbelzijdige originelen gemaakt. 2z 2org->Cmb 2op1 2z Kopieert beide zijden van één dubbelzijdig origineel naar één zijde van het vel, en beide zijden van een ander tweezijdig origineel naar de andere zijde van het vel. 2z 4org->Cmb 4op1 2z Hiermee worden vier dubbelzijdige originelen gekopieerd op één vel met vier pagina's per zijde.
Pagina 124
Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten]. DUE312 Om in zwart-wit te kopiëren, drukt u op de toets [Zwart-wit starten]. Om in kleur te kopiëren, drukt u op de toets [Kleur starten]. Bij gebruik van de SP C260SFNw gaat u door naar stap 9.
Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Nadat alle originelen weer afgeleverd zijn, plaatst u ze nogmaals in de ADF, maar nu met de voorkant naar beneden. DUE239 DUE240 Druk nogmaals op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten]. Gebruik dezelfde modus (kleur of zwart-wit) voor beide zijden.
Pagina 126
4. Originelen kopiëren Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Kopieereigenschappen]. Druk op [ ]. Druk op [Duplex/Combine]. Druk op [ ]. Druk op [Handm. 2-z scanmodus]. Druk op de toets [Home]. Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm.
Een ID-kaart kopiëren Een ID-kaart kopiëren In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de voor- en achterkant van een identificatiebewijs (ID-kaart) of een ander klein document kunt kopiëren op één zijde van een vel papier. • Deze functie is uitsluitend beschikbaar als het origineel op de glasplaat is geplaatst, niet als het origineel in de ADF is geplaatst.
Pagina 128
4. Originelen kopiëren Plaats het origineel in de linkerbovenhoek van de glasplaat. DUE241 NL Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten]. DUE312 Er wordt een bericht op het display weergegeven met de melding dat u het origineel met de achterkant op de glasplaat moet plaatsen.
Pagina 129
Een ID-kaart kopiëren • Als er geen invoer wordt ontvangen gedurende de tijdsperiode die is opgegeven in [Reset systeem timer] terwijl het initiële scherm wordt weergegeven. Voor meer informatie, zie Pag. 265 "Instellingen van Beheerderstoepassingen". • Als er op de [Wis/Stop]-knop wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven. •...
4. Originelen kopiëren Scaninstellingen opgeven voor het kopiëren In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting en scankwaliteit voor de huidige taak kunt instellen. Instelling van de afbeeldingsdichtheid Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. Druk op de toets [Home].
Scaninstellingen opgeven voor het kopiëren Het documenttype selecteren aan de hand van het origineel Er zijn drie documenttypen: Tekst/Foto Selecteer deze als het origineel zowel tekst als foto's of afbeeldingen bevat. Tekst Selecteer deze als het origineel alleen tekst bevat en geen foto's of afbeeldingen. Foto Selecteer deze als het origineel alleen foto's of afbeeldingen bevat.
Pagina 132
4. Originelen kopiëren • Als de modus van het apparaat wordt veranderd. • Als het apparaat wordt uitgeschakeld. • Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
Documenten via de Ricoh Scan Utility scannen Voor meer informatie, zie "Basisbewerking voor Ricoh Scan Utility". Geef de scaninstellingen op en start met scannen Gescande gegevens worden weergegeven op het scherm van Ricoh Scan Utility Documenten via een clientcomputer scannen Voor meer informatie, zie "Basisbewerking voor TWAIN-scannen".
5. Originelen scannen Het scannerscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm in de scanmodus. Scherm in stand-bymodus DUE313 NL 1. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen. 2. Email / Map / FTP / USB Druk op deze tabbladen om te wisselen tussen het scherm [Email], het scherm [Scannen naar map], het scherm [Scannen naar FTP] en het scherm [Scannen naar USB].
Pagina 135
Het scannerscherm 8. E-mailpictogram Dit pictogram geeft aan dat het scherm [E-mail] wordt weergegeven. • De standaardmodus van het apparaat als hij wordt aangezet, kan worden opgegeven bij [Functieprioriteit] onder [Beheerderstoepass.]. Voor [Functieprioriteit], zie Pag. 265 "Instellingen van Beheerderstoepassingen".
5. Originelen scannen Scanbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u bestemmingsmappen in het adresboek kunt registreren. Om gescande bestanden naar een e-mailadres (Scannen naar e-mail), FTP-server (Scannen naar FTP) of een gedeelde map op een netwerkcomputer (Scannen naar map) te sturen, dient u de bestemming eerst te registreren in het adresboek via Web Image Monitor.
Pagina 137
Scanbestemmingen registreren Instellingen voor scannen naar e-mail Item Instelling Beschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd.
Pagina 138
5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Bestandformaat van het gescande bestand als er in zwart-wit wordt gescand. PDF of TIFF kan worden Bestandsformaat (zwart-wit) Vereist geselecteerd. Beide formaten ondersteunen meerdere pagina's in een document. Selecteer de zijdes van het origineel (enkelzijdig of Origineel Optioneel dubbelzijdig) om deze volgens de pagina en...
Pagina 139
Scanbestemmingen registreren Item Instelling Beschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd. Kan tot 16 tekens bevatten.
Pagina 140
5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Selecteer een van de volgende scanresoluties: Resolutie Optioneel 100×100, 150×150, 200×200, 300×300, 400×400 of 600×600 dpi. Geef de afbeeldingsbelichting op door op de rechter- Belichting Optioneel of linkertoets te drukken. is het lichtst en is het donkerst.
Pagina 141
Scanbestemmingen registreren Item Instelling Beschrijving Geef de naam op van het domein waartoe de Domein Optioneel computer behoort. Kan tot 15 tekens bevatten. Gebruikersnaam voor aanmelden op de Log-in gebruikersnaam Optioneel bestemmingscomputer. Kan tot 32 tekens bevatten. Wachtwoord voor aanmelden op de Log-in wachtwoord Optioneel bestemmingscomputer.
5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Er wordt een verbindingstest uitgevoerd om te Verbindingstest controleren of de opgegeven FTP-server bestaat. • Om bestanden via e-mail, SMTP en DNS te versturen, dienen de instellingen juist te worden geconfigureerd. • Als u de functie Scannen naar E-mail gebruikt, selecteer dan een tijdzone volgens uw geografische locatie om de e-mail met de juiste verzendingsdatum en -tijd te versturen.
Scanbestemmingen registreren • Het apparaat zal u een mededeling sturen als de bestemming die u wilt bewerken, is ingesteld als doorstuurbestemming van ontvangen faxen. Voor meer informatie over de instellingen voor het doorsturen van faxen, zie Pag. 294 "Tabblad Fax". Scanbestemmingen verwijderen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u geregistreerde bestemmingen kunt verwijderen.
Pagina 144
5. Originelen scannen Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Scanner] op het Home-scherm. Druk op [Adresboek]. Selecteer de gewenste bestemming en druk vervolgens op [OK]. Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt geregistreerd.
Pagina 145
Scanbestemmingen registreren • Als het apparaat het bestand niet kan verzenden, moet u de volgende punten controleren. • De bestemming is correct in het adresboek geregistreerd. • Schakel de beveiligingssoftware of firewall van de doelcomputer uit en probeer het opnieuw. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over de beveiligingssoftware van de firewallinstellingen.
5. Originelen scannen Basiswerking voor Scannen naar map In dit gedeelte worden de voorbereidingen en procedures uitgelegd om gescande documenten naar een map op een clientcomputer te sturen. Nadat u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u gescande documenten van het apparaat naar een gedeelde map op een clientcomputer sturen.
Pagina 147
Basiswerking voor Scannen naar map Voor meer informatie over het gebruik van het controlevel om een lijst met instellingswaarden te maken, zie Pag. 146 " De naam van de gebruiker en de computer bevestigen" en Pag. 147 " Een gedeelde map aanmaken op een computer".
5. Originelen scannen De naam van de gebruiker en de computer bevestigen De gebruikersnaam en computernaam bevestigen als Microsoft Windows wordt gebruikt Bevestig de naam van de gebruiker en de naam van de computer waar u gescande documenten naar toe wilt sturen. Wijs in het menu [Start] naar [Alle programma's], klik op [Accessoires] en klik vervolgens op [Opdrachtprompt].
Basiswerking voor Scannen naar map Selecteer [Software] in het linkerpaneel en bevestig de naam van de computer en de gebruikersnaam in "Overzicht systeemsoftware". De naam van de computer wordt weergegeven naast [Computer Name]. De naam van de gebruiker wordt weergegeven naast [User Name]. Noteer de computernaam in [1] en de gebruikersnaam in [2] op het controlevel.
Pagina 150
5. Originelen scannen Klik op [Toevoegen...]. In het venster [Gebruikers of groepen selecteren] voegt u groepen of gebruikers toe aan wie u toegang wilt verlenen. In de volgende procedure wordt de procedure om toegangsprivileges te geven aan gebruikers die u op het controlevel heeft genoteerd als voorbeeld gebruikt. Klik in het venster [Gebruikers of groepen selecteren] op de optie [Geavanceerd...].
Basiswerking voor Scannen naar map Selecteer de account waarmee u toegang tot de gedeelde map wilt hebben. Indien het scherm [Authenticate] wordt getoond, voert u het wachtwoord in voor de account, klikt u op [OK] en vervolgens op [Done]. Klik in de lijst [Shared Folders:] op [[ ]. Selecteer de map die u heeft aangemaakt en klik dan op [Add].
5. Originelen scannen Een gedeelde map registreren in het adresboek van het apparaat Registreer scanbestemmingen met behulp van Web Image Monitor. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen. Klik op [Snelkeuzebestemming] of [Scanbestemming]. Selecteer [Map] in de lijst [Bestemmingstype].
Pagina 153
Basiswerking voor Scannen naar map • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. • Registreer de scanbestemming in het Adresboek met behulp van Web Image Monitor. Voor meer informatie, zie Pag.
Pagina 154
5. Originelen scannen Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, zult u het volgende scherm op het display zien wanneer u vanaf de glasplaat scant. Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap. Als u meer originelen wilt scannen, plaats dan het volgende origineel op de glasplaat en druk op [Ja].
Basiswerking voor Scannen naar e-mail Basiswerking voor Scannen naar e-mail In dit gedeelte worden de voorbereidingen en procedures uitgelegd om gescande documenten te verzenden als bijlage van een e-mail. Als u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u gescande documenten naar het opgegeven e- mailadres verzenden.
5. Originelen scannen E-mailadressen van bestemmingen registreren in het adresboek Configureer de gegevens van de bestemming via Web Image Monitor. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen. Klik op [Snelkeuzebestemming] of [Scanbestemming]. In de lijst [Doeltype] selecteert u [E-mailadres].
Pagina 157
Basiswerking voor Scannen naar e-mail Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Scanner] op het [Home]-scherm. Druk op het tabblad [E-mail]. Druk op [Adresboek]. Selecteer de gewenste bestemming en druk vervolgens op [OK]. Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten]. DUE312 Om in zwart-wit te scannen, drukt u op de toets [Zwart-wit starten].
Pagina 158
5. Originelen scannen Als u meer originelen wilt scannen, plaats dan het volgende origineel op de glasplaat en druk op [Ja]. Herhaal deze stap totdat alle originelen zijn gescand. Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Nee] om te beginnen met het versturen van het gescande bestand.
Basisbediening van Scannen naar FTP Basisbediening van Scannen naar FTP In dit gedeelte worden de voorbereidingen en instructies uitgelegd om gescande documenten te verzenden naar een FTP-server. Nadat u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u gescande documenten naar een FTP-server verzenden.
5. Originelen scannen Bestanden naar een FTP-server verzenden In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u gescande bestanden verzendt naar de bestemmingen die u in Stap 1 heeft geregistreerd. • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst.
Pagina 161
Basisbediening van Scannen naar FTP Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten]. DUE312 Om in zwart-wit te scannen, drukt u op de toets [Zwart-wit starten]. Om in kleur te scannen, drukt u op de toets [Kleur starten]. Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, ziet u het volgende scherm op het display wanneer u vanaf de glasplaat scant.
5. Originelen scannen Opgeven van de scanbestemming met behulp van [Opn. verz.] In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe een bestemming moet worden opgegeven met behulp van [Opn. verz.]. Gebruik van [Opn. verz.] Druk op [Opn. verz.] om de laatst gebruikte bestemming te selecteren. •...
Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB- geheugenopslagapparaat In dit gedeelte wordt de basiswerking van de functie Scannen naar USB uitgelegd. Bestanden worden opgeslagen op het USB-geheugenopslagapparaat dat in het apparaat is gestoken. •...
Pagina 164
5. Originelen scannen Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. Voor het correct plaatsen van een origineel, zie Pag. 82 "Originelen plaatsen". Geef de scaninstellingen op indien nodig. Voor meer informatie over het opgeven van de scaninstellingen, zie Pag. 178 "Scaninstellingen opgeven voor het scannen". Druk op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten].
Pagina 165
Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat Druk op de selectietoets die overeenkomt met de gewenste bestandsindeling en druk vervolgens op [OK]. Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, ziet u het volgende scherm op het display wanneer u vanaf de glasplaat scant. Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap.
Voorbereidingen voor het gebruik van Ricoh Scan Utility Dit onderdeel beschrijft de voorbereidingen die nodig zijn voor scannen met de Ricoh Scan Utility. Ga als volgt te werk om de Ricoh Scan Utility te gebruiken: • Zorg ervoor dat het apparaat is verbonden met de netwerkomgeving •...
Pagina 167
Op het tabblad [Opties] stelt u de bestandsindeling en de map in waarin u het bestand wilt opslaan. Klik op [Scannen]. Nadat alle originelen zijn gescand, klikt u op [Afsluiten]. Instellingen die u kunt configureren in het dialoogvenster van Ricoh Scan Utility Tabblad [Algemeen] DUE340 1. Scanner: Selecteer de scanner die u wilt gebruiken.
Pagina 168
5. Originelen scannen 3. Type origineel Selecteer afhankelijk van uw origineel een instelling uit het overzicht met opties dat hieronder staat of selecteer [Aangepast...] om uw eigen scaninstellingen te configureren. [Scanmod.:], [Resolutie:] en [Formaat:] onder [Scanconfiguratie] veranderen in overeenstemming met de instelling van het origineeltype die u hier heeft geselecteerd.
Ricoh SP C260 series Scan gebruiken om vanaf een smartphone of tablet te scannen Ricoh SP C260 series Scan is een toepassing waarmee u de functie Ricoh Scan Utility kunt gebruiken vanaf een smartphone of tablet. Door de toepassing Ricoh SP C260 series Scan te gebruiken, kunt u scaninstellingen opgeven en beginnen met scannen vanaf uw smartphone of tablet.
Pagina 170
Instellingen die u kunt configureren in het dialoogvenster van Ricoh SP C260 series Scan • Origineel Selecteer [Glasplaat] om vanaf de glasplaat te scannen. Selecteer [ADF] (bij gebruik van SP C260SFNw) of [DADF] (bij gebruik van SP C261SFNw/SP C262SFNw) om via de ADF te scannen. • Modus Kies tussen kleur of grijstinten.
Basisbewerking voor TWAIN-scannen Basisbewerking voor TWAIN-scannen In dit onderdeel vindt u meer informatie over de basisbewerkingen voor TWAIN-scannen. TWAIN-scannen is mogelijk als uw computer over een toepassing beschikt die TWAIN ondersteunt. DUE297 Uw computer (waarop het TWAIN-stuurprogramma al is geïnstalleerd) Geef het apparaat de opdracht om het origineel dat in het apparaat is geplaatst, te scannen.
Pagina 172
5. Originelen scannen Hieronder staat een scanprocedure met het TWAIN-stuurprogramma. De feitelijke werking kan verschillen, afhankelijk van de toepassingen die u gebruikt. Voor meer informatie, zie de Help-functie van de toepassing. Start een TWAIN-compatibele toepassing. Plaats de originelen. Open het dialoogvenster Scannercontrole. Het dialoogvenster Scanner Control wordt gebruikt om de scanner te bedienen met het TWAIN- stuurprogramma.
Basisbewerking voor TWAIN-scannen Instellingen die u in het TWAIN-dialoogvenster kunt configureren: DUE341 1. Scanner: Selecteer de scanner die u wilt gebruiken. De scanner die u selecteert, wordt de standaardscanner. Klik op [Verversen] om alle beschikbare scanners te zien die via USB of op het netwerk zijn aangesloten. 2.
Pagina 174
5. Originelen scannen [ADF - Beter] [ADF - Grijs] [Aangepast...] 4. Modus: Kies uit kleur, grijswaarden of zwart-wit. 5. Resolutie: Selecteer een resolutie in de lijst. Als u [Voorkeur...] selecteert, voer dan rechtstreeks een resolutiewaarde in het bewerkingsvenster in. Let op dat met het verhogen van de resolutie ook de grootte van het bestand en de scantijd oploopt.
Basisbewerking voor WIA-scannen Basisbewerking voor WIA-scannen Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. Klik op uw computer in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printermodel dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op [Scan starten] om het dialoogvenster voor de scaninstellingen te openen.
5. Originelen scannen Basishandelingen voor ICA-scannen In dit onderdeel vindt u meer informatie over de basishandelingen voor ICA-scannen. U kunt de ICA-scanner zowel via USB- en netwerkverbindingen gebruiken. ICA-stuurprogramma installeren Download het stuurprogramma van de website. Open het package-bestand. Volg de instructies op het scherm. De ICA-scanner gebruiken In deze paragraaf worden de voorbereidingen en de procedure voor het gebruik van de ICA-scanner beschreven.
Basishandelingen voor ICA-scannen Instellingen die u in het ICA-dialoogvenster kunt configureren 12 13 DQT003_NL 1. Scanmodus: Selecteer waar het origineel zich bevindt. • Flatbed Als het origineel op de glasplaat ligt, kiest u [Glasplaat]. • Documentinvoereenheid Wanneer het document in de ADF is geplaatst, selecteert u [Documentinvoereenheid]. 2.
Pagina 178
5. Originelen scannen 5. Rotatiehoek: U kunt opgeven hoeveel graden de scanafbeelding met de klok mee wordt geroteerd. 6. Automatische selectie: • Detecteren van afzonderlijke items U kunt meerdere originele samen scannen en elke scanafbeelding als een afzonderlijk bestand opslaan. •...
SANE-scannen gebruiken SANE-scannen gebruiken Met dit stuurprogramma kunt u afbeeldingen scannen en bewerkingen met behulp van SANE- compatibele software.
5. Originelen scannen Scaninstellingen opgeven voor het scannen Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het adresboek is geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen voor de huidige taak via het bedieningspaneel wijzigen. •...
Scaninstellingen opgeven voor het scannen Selecteer [mm] of [inch]. Druk op [Stel breedte in. . . ]. Voer de breedte in en druk vervolgens op [OK]. Druk op [Stel lengte in. . . ]. Voer de lengte in en druk vervolgens op [OK]. Controleer of het scanformaat dat u heeft ingevoerd wordt weergegeven en druk op [OK].
5. Originelen scannen Selecteer het tabblad voor de gewenste bestemming. Druk op [Adresboek]. Selecteer de gewenste bestemming en druk vervolgens op [OK]. Druk op [Scaninstelling]. Druk op [ ] of [ ] om het gewenste belichtingsniveau te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Pagina 183
Scaninstellingen opgeven voor het scannen Druk op [Adresboek]. Selecteer de gewenste bestemming en druk vervolgens op [OK]. Druk op [Scaninstelling]. Druk op [Resolutie. . . ]. Selecteer de gewenste resolutie en druk vervolgens op [OK]. Controleer of de resolutie die u heeft ingevoerd wordt weergegeven en druk op [OK]. •...
6. Een fax verzenden en ontvangen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de faxfunctie kunt gebruiken en hoe u de instellingen moet opgeven. Wat u met de faxfunctie kunt doen Ontvangen faxen doorsturen om ze te ontvangen op een andere plaats Door ontvangen faxen door te sturen naar een e-mailadres of een map kunt u ze altijd en overal ontvangen.
6. Een fax verzenden en ontvangen Workflows voor het instellen van de fax In dit gedeelte worden de voorbereidingen en procedures uitgelegd om fax documenten te verzenden naar een map op een clientcomputer. Nadat u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u faxdocumenten van het apparaat naar een gedeelde map op een clientcomputer verzenden.
Faxapparaatscherm Faxapparaatscherm In dit onderdeel staat informatie over het scherm in de faxmodus. Scherm in stand-bymodus DUE314 1. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen. 2. Fax en Internetfax Druk op het betreffende tabblad om te schakelen tussen het [Fax] ( )-scherm en [Internetfax] ( scherm.
Pagina 188
6. Een fax verzenden en ontvangen 8. Huidige instellingen Geeft de huidige instellingen voor dubbelzijdig, resolutie en belichting weer. 9. [Verz.instellingen] Druk hierop om scaninstellingen op te geven. 10. [Opn. kiezen] Druk hierop om bestemmingen uit recente bestemmingen te selecteren. Tijdens het invoeren van een bestemming drukt u op deze toets om een pauze in te lassen.
De datum en de tijd instellen De datum en de tijd instellen Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Beheerderstoepassingen]. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op [OK].
6. Een fax verzenden en ontvangen Registreren faxbestemmingen Dit onderdeel beschrijft hoe u faxbestemmingen kunt registreren in het Adresboek via het bedieningspaneel. Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 44 "Tekens invoeren". Het Adresboek kan ook met behulp van Web Image Monitor worden bewerkt. •...
Pagina 191
Registreren faxbestemmingen Bevestig de instelling en druk vervolgens op [OK]. Druk op de toets [Home]. • Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 44 "Tekens invoeren". • Een faxnummer kan de volgende tekens bevatten: cijfers 0 t/m 9, pauze, " ", " " en spatie. •...
6. Een fax verzenden en ontvangen Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op [OK]. Selecteer [Snelkieslijst] of [Verkorte keuzelijst]. Selecteer het nummer uit de snelkiezenlijst of verkorte keuzelijst dat u wilt aanpassen of verwijderen.
Pagina 193
Registreren faxbestemmingen Instellingen voor faxbestemmingen Item Instelling Beschrijving Selecteer het nummer waaraan u een Snelkeuzenummer / Vereist snelkeuzebestemming of een verkorte bestemming wilt Verkort kiesnummer toewijzen. Naam van de bestemming. De naam die u hier Naam Optioneel opgeeft, wordt weergegeven op het scherm als u een faxbestemming selecteert.
6. Een fax verzenden en ontvangen • Om toondiensten op een kiestoonlijn te gebruiken, voert u een " " in het faxnummer in. " " verandert de modus tijdelijk van pulstoon naar kiestoon. Faxbestemmingen aanpassen Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen.
Pagina 195
Registreren faxbestemmingen Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Beheerderstoepassingen]. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op [OK]. Als u wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voert u het wachtwoord in en drukt u vervolgens tweemaal op [OK].
6. Een fax verzenden en ontvangen Een fax verzenden • Het is raadzaam de ontvanger te bellen en af te spreken wanneer belangrijke documenten worden verzonden. Verzendingsmodus selecteren Hieronder worden de verzendmodi van de faxfunctie uitgelegd en hoe u deze moet selecteren. Types verzendmodi Er zijn twee verzendtypes: •...
Een fax verzenden In deze modus scant het apparaat het origineel en wordt het tegelijkertijd gefaxt. Dit is erg handig als u snel een origineel wilt verzenden, of als u de bestemming wilt controleren waarnaar u verzendt. Het origineel wordt niet opgeslagen in het geheugen. U kunt slechts één bestemming opgeven.
6. Een fax verzenden en ontvangen • Deze functie is alleen beschikbaar voor SP C261SFNw/SP C262SFNw. • De Internetfaxfunctie die door dit apparaat wordt ondersteund, is compatibel met ITU-T aanbeveling T.37 (eenvoudige modus). • Om de internetfaxfunctie te kunnen gebruiken, dienen de netwerkinstellingen juist te worden geconfigureerd.
Pagina 199
Een fax verzenden Voer het faxnummer (maximaal 40 tekens) in of geef een bestemming op. • Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 44 "Tekens invoeren". • Voor meer informatie over het opgeven van bestemmingen, zie Pag. 201 "De faxbestemming opgeven".
6. Een fax verzenden en ontvangen [Verzend.instelling]. Voor meer informatie over [Pauzetijd], zie Pag. 239 "Instellingen van faxeigenschappen". • Om toondiensten op een pulslijn te gebruiken, voert u een " " in het faxnummer in. " " verandert de modus tijdelijk van pulstoon naar kiestoon. •...
Een fax verzenden Druk op de [Wis/Stop]-knop. DUE308 Een verzending annuleren terwijl het origineel wordt gescand Volg deze procedure om het scannen of verzenden van het origineel te annuleren terwijl het wordt gescand. Druk op de [Wis/Stop]-knop. DUE308 Druk op [Faxtaak] in het scherm [Taken annuleren]. Een verzending annuleren nadat het origineel is gescand (terwijl een verzending bezig is) Gebruik deze procedure als u een bestand dat wordt verzonden, wilt verwijderen nadat het origineel is...
6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de [Wis/Stop]-knop als "Verzenden..." wordt weergegeven op het scherm. DUE308 Druk op [Faxtaak] in het scherm [Taken annuleren]. • Als u de verzending van een document annuleert terwijl het document wordt verzonden, wordt de verzending gestopt zodra u de annuleringsprocedure hebt voltooid.
Een fax verzenden Om een faxtaak te verwijderen, selecteert u de taak naar keuze en selecteert u vervolgens [Ja]. Door [Nee] te selecteren, sluit u het voorgaande niveau van de menustructuur af zonder de faxtaak te verwijderen. • [All.verw.] Selecteer [Ja] om alle faxtaken te verwijderen. Door [Nee] te selecteren, sluit u het voorgaande niveau van de menustructuur af zonder de faxtaak te verwijderen.
6. Een fax verzenden en ontvangen Selecteer de gewenste snelkeuzebestemming en druk vervolgens op [OK]. Voor meer informatie over het registreren van snelkeuzebestemmingen, zie Pag. 188 "Registreren faxbestemmingen". • U kunt de geregistreerde namen en faxnummers nakijken door een overzicht af te drukken. Voor meer informatie over het afdrukken van het overzicht met snelkeuzebestemmingen, zie Pag.
Een fax verzenden Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Voeg een bestemming toe op één van de volgende manieren: • Om een snelkeuzebestemming toe te voegen, druk op [Adresboek], druk op het tabblad [Snelkeuzelijst], selecteer een bestemming en druk vervolgens op [OK].
6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Opnieuw kiezen]. Geef de bestemming op en druk vervolgens op [OK]. Handige verstuurfuncties U kunt de status van het apparaat van de ontvanger eenvoudig controleren via de functie Op de haak voordat u een fax stuurt.
Pagina 207
Een fax verzenden Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Dir.kz.]. [Op de haak] verschijnt op het scherm. Geef de bestemming op met de cijfertoetsen. Als u een hoge toon hoort, druk dan op de toets [Zwart-wit starten]. DUE315 Als het origineel op de glasplaat is geplaatst, drukt u op [Verz.] en vervolgens drukt u op de toets [Zwart-wit starten].
6. Een fax verzenden en ontvangen Plaats het origineel. Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Pak de hoorn van de externe telefoon van de haak. Geef de bestemming op met de externe telefoon. Als aan de andere kant iemand opneemt, vertelt u de ander dat u een faxdocument wilt verzenden (en dat de fax moet worden ingeschakeld).
Een fax verzenden Er zijn drie afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe donkerder het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Verzendinstellingen]. Druk op [ ] of [ ] om het gewenste belichtingsniveau te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Pagina 210
6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Verzendinstellingen]. Druk op [Resolutie]. Selecteer de gewenste resolutie en druk vervolgens op [OK]. Controleer of de resolutie die u heeft ingevoerd wordt weergegeven en druk op [OK].
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de faxfunctie van het apparaat kunt gebruiken op een computer. U kunt een document rechtstreeks vanaf een computer via dit apparaat naar een ander faxapparaat sturen, zonder het document te hoeven afdrukken.
6. Een fax verzenden en ontvangen Voor meer informatie over het bewerken van een faxvoorblad, zie Pag. 215 "Een faxschutblad wijzigen". Klik op [Verzenden]. • Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma voor meer informatie. • Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en spatie.
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) Annuleren tijdens het versturen van een fax Annuleer de fax via het bedieningspaneel. Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op de [Wis/Stop]-knop. Verzendinstellingen configureren In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de verzendinstellingen kunt configureren in de eigenschappen van het LAN-faxstuurprogramma.
6. Een fax verzenden en ontvangen Het LAN-fax-adresboek openen Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het LAN-faxstuurprogramma en klik vervolgens op [Afdrukvoorkeuren]. Klik op het tabblad [Adresboek]. Bestemmingen registreren Open het LAN-fax adresboek en klik op [Gebruiker toevoegen].
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) • U moet een groepsnaam opgeven voor een groep. U kunt niet meerdere groepen dezelfde naam geven. • U kunt dezelfde bestemming in meerdere groepen registreren. Groepen aanpassen Open het LAN-fax adresboek, selecteer de groep die u wilt bewerken uit de [Lijst Gebruiker:] en klik vervolgens op [Bewerken].
6. Een fax verzenden en ontvangen Gegevens voor het LAN-fax-adresboek exporteren/importeren • In de volgende procedure wordt Windows 7 ter illustratie gebruikt. Als u een ander besturingsprogramma gebruikt, kan de procedure enigszins anders zijn. Gegevens voor het LAN-fax adresboek exporteren Gegevens voor het LAN-fax adresboek kunnen geëxporteerd worden in een bestand in CSV- formaat (Comma Separated Values).
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) Een faxschutblad wijzigen Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...]. Selecteer het LAN-faxstuurprogramma als de printer en klik op [Afdrukken]. Klik op het tabblad [Geef de bestemming op] en klik op [Voorblad bewerken]. Configureer de instellingen indien nodig en klik op [OK].
6. Een fax verzenden en ontvangen Een fax ontvangen • Als u een belangrijke fax ontvangt, is het raadzaam om de ontvangst te bevestigen aan de afzender. • Wanneer er te weinig vrije geheugenruimte is, kan het apparaat geen faxdocumenten meer ontvangen.
Een fax ontvangen De ontvangstmodi selecteren Is er een externe telefoon aangesloten op het apparaat? Alleen fax-modus Wilt u een extern FAX/TAD-modus antwoordapparaat gebruiken? Wilt u faxen automa- FAX/TEL automatische tisch ontvangen? modus FAX/TEL handmatige modus Beschrijving van ontvangstmodi • Alleen fax-modus (automatische ontvangst) •...
6. Een fax verzenden en ontvangen • Handmatige FAX/TEL-modus (handmatige ontvangst) In deze modus moet u oproepen met de hoorn of een externe telefoon beantwoorden. Als een telefoontje een fax blijkt te zijn, moet u de ontvangst van de fax handmatig starten. Voor meer informatie, zie Pag.
Een fax ontvangen Neem de hoorn van de externe lijn van de haak om de oproep te beantwoorden. Er start een normale telefoonoproep. Wanneer u de faxtoon of geen geluid hoort, drukt u op de toets [Home], drukt u op het pictogram [Fax] en drukt u vervolgens op de toets [Zwart-wit starten].
6. Een fax verzenden en ontvangen Bij een ontvangen oproep rinkelt het antwoordapparaat van de externe lijn een ingesteld aantal keer (dit aantal kunt u instellen bij [Aant x overgn(a.app)] in [Faxeigenschappen]). Voor meer informatie over [Aant x overgn(a.app)], zie Pag. 239 "Instellingen van faxeigenschappen".
Een fax ontvangen Een fax ontvangen via het bedieningspaneel Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Faxeigenschappen]. Druk op [Ontvangstinstellingen]. Druk twee keer op [ ]. Druk op [Handmatige POP]. Druk in het dialoogvenster voor bevestiging op [Ja]. Het apparaat controleert op nieuwe e-mails en downloadt deze indien nodig.
6. Een fax verzenden en ontvangen de oorspronkelijke afzender. Voor meer informatie over de instellingen van Web Image Monitor, zie Pag. 314 "Het tabblad Internetfax". • Als [Foutmeldingse-mail] uitgeschakeld is of als de foutmeldingse-mail niet gelukt is, zal het apparaat een foutenrapport afdrukken. Faxen in het geheugen doorsturen of opslaan Om te voorkomen dat onbevoegde gebruikers vertrouwelijke faxen onder ogen krijgen, kunt u het apparaat zo instellen dat ontvangen faxen naar een vooraf ingestelde bestemming worden...
Pagina 225
Een fax ontvangen • Als het apparaat een fax niet kan afdrukken vanwege apparaatfouten zoals een lege papierlade of een papierstoring, zal de fax in het geheugen blijven en zal het lampje dat er een fax is ontvangen blijven knipperen. De overige pagina's worden afgedrukt zodra het probleem is verholpen.
6. Een fax verzenden en ontvangen De doorstuurbestemming handmatig instellen met Web Image Monitor Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen. Klik op [Systeeminstellingen]. Klik op het tabblad [Fax]. Geef de doorstuurbestemming op in [Doorstuurbestemming]. •...
Pagina 227
Een fax ontvangen Selecteer [Aan] of [Uit]. • [Aan]: Druk automatisch de ontvangen faxen af en verwijder ze uit het geheugen. • [Uit]: Sla de ontvangen faxen op in het geheugen en druk ze later handmatig af. Selecteert u [Aan], ga dan verder met de volgende stap. Wanneer u [Uit] selecteert, drukt u op [OK] en gaat u vervolgens door naar stap 11.
6. Een fax verzenden en ontvangen • Als [Aan] hier wordt geselecteerd, zal [Ontvangen bestand afdr.] onder instellingen voor faxeigenschappen worden ingeschakeld. Als u niet wilt dat opeenvolgende faxen automatisch worden afgedrukt, zet deze optie dan terug op [Uit]. Voor meer informatie, zie Pag. 239 "Instellingen van faxeigenschappen".
Een fax ontvangen Klik op [Speciale afz.]. Selecteer [Speciale afz.] in de lijst [Bestemmingstype]. Selecteer het speciale afzendernummer uit de lijst (1 t/m 30). Voer het faxnummer van de speciale afzender in (maximaal 20 tekens). Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. Klik op [OK].
Pagina 230
6. Een fax verzenden en ontvangen Klik op het tabblad [Fax]. Klik op [Actief] voor [Geverifieerde ontvangst]. Klik op [Speciale afz.] of [Anders dan speciale afz.] voor [Voorwaarden voor ontvangst]. • Speciale afz. Selecteer deze optie om faxen van speciale afzenders te ontvangen en faxen van alle andere afzenders af te wijzen.
Lijsten/Rapporten met betrekking tot Fax Lijsten/Rapporten met betrekking tot Fax De lijsten en rapporten met betrekking tot de faxfunctie zijn: • Configuratiepagina Hiermee wordt algemene informatie en de huidige configuratie van het apparaat afgedrukt. • Faxjournaal Hiermee wordt een journaal van faxverzending en -ontvangst van de laatste 50 taken afgedrukt. •...
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat kunt configureren aan de hand van het bedieningspaneel. Basisbediening Gebruik de volgende procedure om de apparaatinstellingen te openen. Om te controleren tot welke categorie de functie behoort die u wilt configureren, zie Pag. 232 "Menuoverzicht".
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Menuoverzicht In dit onderdeel worden de parameters van elk menu genoemd. Voor meer informatie over het configureren van het apparaat met Web Image Monitor, zie Pag. 281 "Het apparaat configureren met hulpprogramma's". • Sommige items kunnen ontbreken vanwege het modeltype of de configuratie van het apparaat. •...
Instellingen voor kopieereigenschappen Instellingen voor kopieereigenschappen Item Beschrijving Waarde Papier selecteren Geef hier het papierformaat op dat gebruikt • Lade 1 moet worden voor het kopiëren. • Lade 2 Als er een lade geselecteerd is, gebruikt het • Handinvoer apparaat alleen die lade voor afdrukken. •...
Pagina 236
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Gebruik deze modus voor de volgende origineeltypen: • Foto's • Pagina's die geheel of hoofdzakelijk uit foto's of afbeeldingen bestaan, zoals pagina's in tijdschriften. Standaardinstelling: [Tekst/ Foto] Belichting Geeft de afbeeldingsbelichting op voor Verhoog het niveau (zwarte fotokopiëren.
Pagina 237
Instellingen voor kopieereigenschappen Item Beschrijving Waarde • 65% • 78% • 93% • 100% • 129% • 155% • 200 % • 400% • Zoom 25-400% Standaardinstelling: [100%] Kleur aanpassen Specificeer de kleurbalans tussen rood, groen en Standaardinstelling: De blauw. standaardinstelling is het midden van 5 Verhoog het niveau (zwarte vierkantjes) om de...
Pagina 238
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde • Handm. 2-z scanmodus Standaardinstelling: [Uit] Z-w kwaliteitsinst. Hier kunt u de afbeeldingskwaliteit voor zwart- • Snelheid wit afdrukken opgeven. De scansnelheid bij [Fijn] • Fijn is trager dan wanneer u [Snel] gebruikt. Standaardinstelling: [Snel] ID-kaartinstellingen Hiermee kunt u de instellingen voor de functie ID-...
Instellingen scannereigenschappen Instellingen scannereigenschappen Item Beschrijving Waarde Scanformaat Geeft het scanformaat op volgens het 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 8 1/2 × 5 formaat van het origineel. 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, A4, B5JIS, A5, Ang.fr Standaardinstelling: [A4] Standaard: [8 1/2 ×...
Pagina 240
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Resolutie U kunt hier de resolutie opgeven voor het • 100 × 100dpi te scannen origineel. • 150 × 150dpi • 200 × 200dpi • 300 × 300dpi • 400 × 400dpi •...
Instellingen van faxeigenschappen Instellingen van faxeigenschappen Ontv.instellingen Hier staan de instellingen voor het ontvangen van een fax. Item Beschrijving Waarde Ontv.modus Hier kunt u de ontvangstmodus • Alleen fax omschak. opgeven. Het apparaat beantwoordt automatisch alle binnenkomende oproepen in de faxontvangstmodus. •...
Pagina 242
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Let op dat het apparaat het formaat De standaardinstelling kan [Uit] zijn alleen verkleint tot 74%. Als er een afhankelijk van de [Land]-instelling hogere verkleining nodig is om een fax onder [Beh.
Pagina 243
Instellingen van faxeigenschappen Item Beschrijving Waarde Standaardinstelling: [Speciale afz.] Bestandsontva Hiermee zal het apparaat ontvangen • Print ngstinstellingen faxen in het geheugen opslaan • Doorsturen voordat deze worden afgedrukt of Standaardinstelling: [Afdruk.] naar een vooraf opgegeven bestemming worden doorgestuurd. Gebruik Web Image Monitor om de doorstuurbestemming op te geven (voor meer informatie, zie Pag.
Pagina 244
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Doorsturen Het apparaat verstuurt e-mailberichten • Inactief melden nadat de faxen zijn doorgestuurd. De • Actief bestemming voor de e-mailberichten Standaardinstelling: Inactief hangt af van hoe de doorstuurbestemming is geconfigureerd met Web Image Monitor (voor meer informatie, zie Pag.
Pagina 245
Instellingen van faxeigenschappen Item Beschrijving Waarde Zorg ervoor dat u een lade selecteert [Papierladeprioriteit] onder die papier bevat van een geldig [Papierinstellingen]. Zodra het formaat. papier in die lade op is, schakelt de printer automatisch Als lade 2 niet geïnstalleerd is, wordt over op de andere lade om alleen [Lade 1] weergegeven.
Pagina 246
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde verloren zijn gegaan, automatisch Standaardinstelling: [Aan] opnieuw worden verstuurd. ECM- Stelt het apparaat zo in dat de • Uit ontvangst gegevens die tijdens ontvangst • Aan verloren zijn gegaan, automatisch Standaardinstelling: [Aan] worden ontvangen.
Pagina 247
Instellingen van faxeigenschappen Rapp afdrukinst. Item Beschrijving Waarde Verz.stat. Hiermee drukt het apparaat • Alleen fout afdrukken automatisch een verzendingsrapport Drukt een rapport af wanneer er af nadat een fax is verzonden. een verzendingsfout optreedt. Als het apparaat in Directe •...
Pagina 248
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde • Aan Selecteer deze optie als een fax direct wordt verstuurd. • Uitsluitend volgende fax Selecteer deze optie bij directe verzending voor uitsluitend de volgende fax. Standaardinstelling: [Uit] Resolutie Hiermee geeft u de resolutie op die •...
Pagina 249
Instellingen van faxeigenschappen Item Beschrijving Waarde mits het apparaat in de Geheugenverzendingsmodus staat. Het aantal keer dat een nummer opnieuw wordt geprobeerd, is vooraf ingesteld op twee of drie keer, afhankelijk van de [Land]-instelling onder [Beh. Toepas.] in intervals van vijf minuten.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen voor het adresboek Item Beschrijving Waarde Snelkiezenlijst Hier kunt u het faxnummer en de naam • Nr. voor de snelkiesbestemmingen opgeven. Hier geeft u het snelkiesnummer U kunt maximaal 20 snelkiesbestemmingen registreren. •...
Systeeminstellingen Systeeminstellingen Volume aanpassen Hier kunt u het volume van de geluiden die het apparaat produceert opgeven. Item Beschrijving Waarde Paneeltoets Hiermee specificeert u het volume van • Uit toon het piepgeluid dat wordt gegeven als • Laag er op een toets wordt gedrukt. •...
Pagina 252
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Alarmvolume Hiermee specificeert u het volume van • Uit het alarmgeluid dat het apparaat • Laag produceert als er een bewerkingsfout • Medium optreedt. • Hoog Standaardinstelling: [Medium] I/O-timeout Item Beschrijving Waarde Bepaalt hoeveel seconden het...
Pagina 253
Systeeminstellingen Item Beschrijving Waarde beveiligde afdrukbestanden kan Standaardinstelling: [60 seconden] opslaan. In deze periode kunt u het nieuwe beveiligde afdrukbestand afdrukken of verwijderen. U kunt een bestaand beveiligd afdrukbestand ook afdrukken of verwijderen zodat het nieuwe beveiligde afdrukbestand op het apparaat kan worden opgeslagen. Deze instelling wordt alleen weergegeven voor SP C261SFNw/SP C262SFNw.
Pagina 254
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde kan worden gebruikt met elk ander apparaat dat van hetzelfde model is als het apparaat dat oorspronkelijk voor installatie was gebruikt. Standaardinstelling: [Uit] Automatisch doorgaan Item Beschrijving Waarde Automatisch Hiermee stelt u in dat het apparaat •...
Systeeminstellingen Anti-vochtigh.niveau Item Beschrijving Waarde Anti-vochtigh.niveau Stelt het apparaat in om • Uit afdrukken van consistente • Niv. 1: Zwak kwaliteit te produceren, zelfs Selecteer deze modus als bij een hoge als afdrukken wazig zijn. vochtigheidsgraad. • Niv. 2: Med. Houd er rekening mee dat de Selecteer deze modus standaardwaarde voor deze...
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Druk op [Nee] om het voorgaande niveau van de menustructuur af te sluiten zonder de kleurregistratie aan te passen. Autom. schoonmaken Item Beschrijving Waarde Autom. schoonmaken Hiermee stelt u het apparaat •...
Pagina 257
Systeeminstellingen Toner bijna leeg Item Beschrijving Waarde Toner bijna leeg Geeft de periode op waarna • Eerder een bericht wordt gegeven De melding dat er weinig dat de toner bijna op is. toner meer is, wordt Houd er rekening mee dat de weergegeven wanneer standaardwaarde voor deze er nog ongeveer 300...
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen voor printereigenschappen Lijst-/proefafd Drukt lijsten af met de configuraties van het apparaat. De lijsten worden afgedrukt op A4- of Letter-formaat door de lade te gebruiken die is ingesteld voor [Printer] onder [Papierladeprioriteit] in [Papierinstelingen]. Item Beschrijving Configuratiepa...
Pagina 259
Instellingen voor printereigenschappen Item Beschrijving Waarde JIS, 8 1/2 × 14, 51/2 × 8 1/2, 8 × 13, 8 1/4 × 13, 4 1/8 × 9 1/2, C5 Env, DL Env Standaardinstelling: [A4] Standaard: [8 1/2 × 11] Dubbelzijdig Stelt het apparaat zo in dat er op •...
Pagina 260
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Orientation Selecteer hier de invoerrichting van de • Portrait pagina. • Landscape Standaardinstelling: [Staand] Formulierregels Geeft het aantal lijnen per pagina op. 5 tot 128 Standaardinstelling: 64 Standaardinstelling: 60 Lettertypenum Geeft de ID van het standaard 0 tot 89 lettertype op dat u wilt gebruiken.
Pagina 261
Instellingen voor printereigenschappen Item Beschrijving Waarde Courier Selecteert een lettertype van het • Standaard lettertype couriertype. • Donker Standaardinstelling: [Standaard] Vergroot A4- Stelt het apparaat in zodat de breedte • Aan breedte van het afdrukgebied op A4-papier • Uit groter wordt en het verkleint de marge Standaardinstelling: [Uit] aan de zijkant.
Pagina 263
Papierinstellingen Item Beschrijving Waarde • Dik papier 1 • Gerecycled papier • Gekleurd papier • Briefpapier • Voorbedrukt papier • Voorgeperforeerd papier • Etikettenpapier • Bankpost • Karton • Envelop • Dik papier 2 Standaardinstelling: [Middeldik papier] Papiertype Bepaalt de papiersoort voor •...
Pagina 264
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde • Bankpost • Karton • Envelop • Dik papier 2 Standaardinstelling: [Middeldik papier] Lade 1 Bepaalt hoe afdruktaken met • Apparaatinstelling(en) prioriteit lade 1 worden verwerkt. De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast.
Pagina 265
Papierinstellingen Item Beschrijving Waarde Het apparaat drukt alle afdruktaken af aan de hand van de instellingen in het printerstuurprogramma. Afdrukken gaat verder, zelfs als de instellingen van het apparaat en het printerstuurprogramma voor het papierformaat/-type niet overeenkomen. Echter, als het papier te klein is voor de afdruktaak, wordt de afgedrukte afbeelding bijgesneden zodat het past.
Pagina 266
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde naar de volgende lade om het Als [A4] of [8 1/2 × 11] is geselecteerd voor afdrukken voort te zetten. [Selecteer papier] onder de kopieerinstellingen en zowel lade 1 als lade 2 bevatten papier van Als lade 2 niet geïnstalleerd is, dat formaat, zal het apparaat beginnen met wordt [Lade 2] niet...
Instellingen van Beheerderstoepassingen Instellingen van Beheerderstoepassingen Item Beschrijving Waarde Datum/tijd Hiermee stelt u de datum en • Datum instellen instellen tijd in van de interne klok van Bepaalt de datum van de interne klok van het het apparaat. De apparaat. standaardwaarde kan Er kunnen alleen data worden ingesteld die verschillen afhankelijk van de...
Pagina 268
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Kies-/pulstoon Bepaalt het lijntype van de • Pulstoon telefoonlijn. • Tel. kiessch. (10PPS) Om deze instelling te • Tel. kiessch. (20PPS) configureren dient u contact Standaardinstelling: [Pulstoon] op te nemen met uw telefoonmaatschappij om de instelling te selecteren aan de hand van uw telefoonlijn.
Pagina 269
Instellingen van Beheerderstoepassingen Item Beschrijving Waarde het apparaat wordt • Fax ingeschakeld of als de tijd • Scanner die is opgegeven voor [Reset Standaardinstelling: [Home] timer systeem] is verstreken zonder activiteit terwijl het beginscherm van de huidige modus wordt weergegeven. Reset systeem Stelt het apparaat zo in dat •...
Pagina 270
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Energiebesparingsmodus 1 nadat het gedurende 10 minuten stil heeft gestaan. Energiespaarsta Bepaalt of dat het apparaat • Energiespaarstandmodus 2 ndmodus naar Het apparaat gaat over naar Energiespaarstandmodus, Energiespaarstandmodus 2 als de opgegeven Energiespaarstandmodus 1 tijd voor deze instelling is verstreken.
Pagina 271
Instellingen van Beheerderstoepassingen Item Beschrijving Waarde • Portugees • Tsjechisch • Hongaars • Pools • Russisch • Brazil. Portugees • Turks • Arabisch • Thais Land Selecteer het land waarin het Algerije, Argentinië, Australië, Oostenrijk, apparaat wordt gebruikt. De België, Bolivië, Brazilië, Bulgarije, landcode die u specificeert Canada, Chili, China, Colombia, Costa Rica, bepaalt de displaynotatie...
Pagina 272
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Zorg ervoor dat u de Taiwan, Thailand, Trinidad en Tobago, Tunesië, correcte landcode selecteert. Turkije, Het selecteren van een Ver. Arab. Emiraten, Verenigd Koninkrijk, Uruguay, verkeerde landcode kan tot Verenigde Staten, Venezuela, Vietnam, storingen leiden in Maagdeneilanden, Jemen faxverzendingen.
Pagina 273
Instellingen van Beheerderstoepassingen Item Beschrijving Waarde de menustructuur af te sluiten zonder de bestemmingen te wissen. PCL6-modus Stel dit in op [Universal] als u • Universal het universele • SP C262 stuurprogramma gebruikt en Standaardinstelling: [SP C262] op [SP C262] als u het normale stuurprogramma gebruikt.
Pagina 274
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Scan op USB Geef op of Scannen naar • Inactief opslaan USB in- of uitgeschakeld • Actief moet worden. Standaardinstelling: [Actief] Deze functie wordt alleen weergegeven als er een wachtwoord is opgegeven onder [Vergr.
Lijsten/rapporten afdrukken Lijsten/rapporten afdrukken De configuratiepagina afdrukken Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Lijst/rap. afdrukken]. Druk op [Configuratiepagina]. Druk op [Ja]. Types lijsten/rapporten • Rapporten worden afgedrukt op papier van A4- of Letter-formaat. Plaats één van deze formaten papier in de lade voordat u rapporten afdrukt.
Pagina 276
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Op verkort kiesnr. Hiermee wordt een lijst met records gesorteerd op het registratienummer van de verkorte kiesbestemmingen. • Op naam Hiermee wordt de lijst afgedrukt met de records gesorteerd op naam. Bestemmingslijst scanner Hiermee wordt een lijst van de scanbestemmingen afgedrukt.
Netwerkinstellingen Netwerkinstellingen • Mogelijk moet u uw apparaat, afhankelijk van de instellingen die u wijzigt, opnieuw opstarten. • Op sommige modellen wordt een aantal items mogelijk niet weergegeven. Wi-Fi inschakelen Item Beschrijving Waarde Wi-Fi aan Selecteer of u draadloze LAN wilt in- •...
Pagina 278
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel IPv4-configuratie Item Beschrijving Waarde IPV4 DHCP Hiermee verkrijgt het apparaat • Inactief automatisch zijn IPv4-adres, • Actief subnetmasker en standaard gateway- Standaardinstelling: [Actief] adres van een DHCP-server. IP-adres Hiermee geeft u het IPv4-adres van het Standaardinstelling: apparaat op wanneer DHCP niet XXX.XXX.XXX.XXX...
Pagina 279
Netwerkinstellingen IPV6-configuratie Item Beschrijving Waarde IPV6 Selecteer of u IPv6 wilt in- of • Inactief uitschakelen • Actief Standaardinstelling: [Inactief] IPV6 DHCP Hiermee stelt u in dat het apparaat het • Inactief IPv6-adres ontvangt van een DHCP- • Actief server. Standaardinstelling: [Actief] Handm.
Pagina 280
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Link-plaats. Geef het IPv6 linklokale adres weer. – adres Wi-Fi configuratie Item Beschrijving Waarde Verbindingsmo Hiermee wordt de huidige • Ethernet verbindingsmodus aangegeven. • Wi-Fi Wi-Fi Direct Hiermee kunnen apparaten direct met elkaar communiceren zonder een centraal accesspoint te moeten gebruiken.
Pagina 281
Netwerkinstellingen Item Beschrijving Waarde Wi-Fi Direct • Naam SSID Toont de huidige SSID van het apparaat. • Wachtwoord Geef het wachtwoord op voor Wi-Fi Direct-verbinding. • Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over de netwerkconfiguratie.
Pagina 282
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat kunt configureren aan de hand van hulpprogramma's. Beschikbare instellingsfuncties via Web Image Monitor Gebruik Web Image Monitor om de configuratie van het apparaat vanaf een computer te wijzigen. De beschikbare bewerkingen voor Web Image Monitor zijn als volgt: De volgende bewerkingen kunnen met Web Image Monitor vanaf een computer op afstand worden uitgevoerd:...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Web Image Monitor gebruiken • Sommige items worden mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van het modeltype dat u gebruikt. • Sommige items kunnen worden geconfigureerd via het bedieningspaneel. Aanbevolen internetbrowsers • Internet Explorer 6 of hoger •...
Bovenste pagina weergeven Bovenste pagina weergeven Als u via Web Image Monitor toegang tot het apparaat verkrijgt, wordt de bovenste pagina in uw browservenster weergegeven. Start de internetbrowser. Voer in de adresbalk van de browser "http://(IP-adres van apparaat)/" in om toegang te krijgen tot dit apparaat.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's 4. Algemeen gebied Hier wordt de inhoud weergegeven van het item dat in het menugedeelte is geselecteerd. De informatie in het algemene gedeelte wordt niet automatisch bijgewerkt. Klik op [Vernieuwen] in de rechterbovenhoek van het algemene gebied om de informatie bij te werken.
De systeeminformatie controleren De systeeminformatie controleren Klik op [Home] om de hoofdpagina van Web Image Monitor weer te geven. Op deze pagina kunt u de huidige systeeminformatie controleren. Deze pagina bevat drie tabbladen: [Status], [Teller] en [Apparaatinformatie]. Het tabblad Status Item Beschrijving Modelnaam...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Neem voor vervanging contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. Transferroller Toont de resterende levensduur van de transferriem als "Status OK", "Vervanging binnenkort vereist" of "Vervanging vereist". Neem voor vervanging contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Pagina 289
De systeeminformatie controleren Item Beschrijving • Aantal kleurenpagina's • Aantal zwart-witpagina's Kopieerapparaat Toont het volgende voor pagina's die worden afgedrukt met de kopieerfunctie: • Totaal aantal pagina's • Aantal kleurenpagina's • Aantal zwart-witpagina's Toont het volgende voor faxen via de telefoonlijn: •...
Pagina 290
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving • Cumulatieve waarde van dekking van magenta toner op A4-pagina (percentage) • Cumulatieve waarde van verbruik van magenta toner (geconverteerd in volledig gedekte A4-pagina's) Geel Toont het volgende voor pagina's die worden afgedrukt met de printer, het kopieerapparaat, de faxfuncties en lijsten/rapporten: •...
De systeeminformatie controleren Item Beschrijving Geel Toont het volgende voor pagina's afgedrukt in de modus Economy Color met de printerfunctie: • Cumulatieve waarde van dekking van gele toner op A4-pagina (percentage) • Cumulatieve waarde van verbruik van gele toner (geconverteerd in volledig gedekte A4-pagina's) Duplex Item...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De systeeminstellingen configureren Klik op [Systeeminstellingen] om de pagina voor configuratie van de systeeminstellingen weer te geven. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Geluidsvolume aanpassen], [Papierlade-instellingen], [Kopieerapparaat], [Fax], [Lade prioriteit], [Toner besparen], [I/O time-out], [Zwart-witafdruk prioriteit] en [Snelkoppeling naar functie].
Pagina 293
De systeeminstellingen configureren Item Beschrijving Papiersoort Selecteer de papiersoort voor lade 1: Dun papier (60 - 65 g/m2), Normaal papier (66 - 74 g/m2), Medium dik papier (75 - 90 g/m2), Dik papier 1 (91 - 105 g/m2), Gerecycled papier, Gekleurd papier, Briefpapier, Voorbedrukt papier, Geperforeerd papier, Etikettenpapier, Bankpost, Karton, Envelop, Dik papier 2 (106 - 160 g/m2) Lade 2...
Pagina 294
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving • Systeeminstellingen De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met de apparaatinstellingen.
De systeeminstellingen configureren Item Beschrijving Bij taken met een aangepast formaat wordt het afdrukken voortgezet, zelfs als de instellingen voor papierformaat/-soort van het apparaat en het printerstuurprogramma niet overeenkomen. Als het papier echter te klein is voor de afdruktaak, wordt de afdruk bijgesneden. Bij taken met een standaardformaat treedt er een fout op als de instellingen voor de papierformaat/-soort van het apparaat en het printerstuurprogramma niet overeenkomen.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad Fax Selecteer pap.lade Item Beschrijving Selecteer papierlade Selecteer de lade voor het afdrukken van faxen en kies daarbij uit: [Automatisch], [Lade 1] of [Lade 2]. Als [Automatisch] geselecteerd is, gebruikt het apparaat lade 1 en lade 2 als ze papier van hetzelfde formaat bevatten.
Pagina 297
De systeeminstellingen configureren Item Beschrijving Doorstuurresultaat Selecteer of er een e-mailmelding moet worden gestuurd nadat er een fax melden is doorgestuurd. De bestemming voor e-mailmeldingen hangt af van hoe [Doorstuurbestemming] is ingesteld: • Als deze is ingesteld met een [E-mailadres], zal de melding naar het beheerderse-mailadres worden gestuurd die is opgegeven in [E- mailadres beheerder] op de pagina [Beheerder].
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Faxen van de speciale afzenders ontvangen en faxen van alle andere afzenders afwijzen. • Anders dan speciale afz. Faxen van de speciale afzenders afwijzen en faxen van alle andere afzenders ontvangen. • [Ontvangen faxbestand verwerken] wordt alleen weergegeven voor SP C261SFNw/SP C262SFNw.
De systeeminstellingen configureren Item Beschrijving het papier in die lade op is, schakelt de printer automatisch over op de andere lade om verder te gaan met afdrukken. • Informatie over lade 2 wordt alleen weergegeven als deze is geïnstalleerd. Het tabblad Toner besparen Toner besparen Item Beschrijving...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's • [Time-out beveiligde afdruk (sec)] wordt alleen op de SP C261SFNw/SP C262SFNw weergegeven. Het tabblad Z/W-afdruk prioriteit Z/W-afdruk prioriteit Item Beschrijving Z/W-afdruk prioriteit Schakel deze functie in als u wilt dat de printer het verbruik van de kleurentoner onderdrukt wanneer u zwart-witpagina's afdrukt.
Bestemmingen registreren Bestemmingen registreren Scan- en faxbestemmingen kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Er kunnen tot 100 scanbestemmingen en 200 faxbestemmingen (20 snelkeuzebestemmingen en 200 verkorte kiesbestemmingen) worden geregistreerd. Raadpleeg de scan- en faxonderdelen voor meer informatie over het registreren van bestemmingen. •...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Speciale faxafzenders registreren Speciale faxafzenders kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Er kunnen maximaal 30 speciale afzenders worden geregistreerd. Voor meer informatie over het registreren van speciale afzenders, zie Pag. 216 "Een fax ontvangen".
Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Apparaatfuncties beperken voor gebruikers U kunt instellen dat er een gebruikerscode moet worden ingevoerd als iemand bepaalde apparaatfuncties wil gebruiken. Om deze instelling in te schakelen, dient u eerst het apparaat te configureren via Web Image Monitor. •...
Pagina 304
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Klik op [Toepassen]. Selecteer onder "Beschikbare functies" [Beperken] voor de functies die u wilt beperken. Klik vervolgens op [Toepassen]. Selecteer [Niet beperken] voor de functies die u niet wilt beperken. De instelling gebruikersbeperking wordt ingeschakeld voor de geselecteerde functie. Ga verder met de volgende stappen om gebruikers te registreren.
Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Voer bij [Gebr.code] de gebruikerscode in met maximaal 8 cijfers. De gebruikerscode wordt gebruikt om gebruikers te verifiëren als zij een beperkte functie proberen te gebruiken. Selecteer de functies die u beschikbaar wilt maken voor de gebruiker als hij/zij zich verifieert.
Pagina 306
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. Klik op [Toepassen]. Klik op [Beschikbare functies per gebr.]. Er wordt een overzicht weergegeven van gebruikers die nu geregistreerd zijn. Selecteer de gebruiker die u wilt verwijderen en klik vervolgens op [Verwijderen]. Bevestig dat u de geselecteerde gebruiker wilt verwijderen.
Als apparaatfuncties zijn beperkt Als apparaatfuncties zijn beperkt Bepaalde functies kunnen alleen door bevoegde gebruikers gebruikt worden. Afhankelijk van welke gebruikersfuncties beperkt zijn, zullen gebruikers worden geverifieerd via het bedieningspaneel van het apparaat of in het stuurprogramma van de printer/LAN-fax. •...
Pagina 308
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Verificatie via het bedieningspaneel Als het apparaat om een gebruikerscode vraagt, drukt u op het vak, voert u een gebruikerscode in en drukt u vervolgens tweemaal op [OK]. Als u drie keer een verkeerde gebruikerscode invoert, zal het apparaat piepen en kunt u het niet meer opnieuw proberen.
De netwerkinstellingen configureren De netwerkinstellingen configureren Klik op [Netwerkinstellingen] om de pagina weer te geven waarop u de netwerkinstellingen kunt configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Netwerkstatus], [IPv6-configuratie], [Netwerkapplicatie], [DNS], [Automatische E-mailmelding], [SNMP], [SMTP], [POP3], [Internetfax] en [Draadloos]. • Mogelijk moet u uw apparaat, afhankelijk van de instellingen die u wijzigt, opnieuw opstarten. •...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad IPv6-configuratie IPv6 Item Beschrijving IPv6 Selecteer of u IPv6 wilt in- of uitschakelen U kunt IPv6 niet uitschakelen via Web Image Monitor als het apparaat momenteel in gebruik is in een IPv6- omgeving. Gebruik in dat geval het bedieningspaneel om [IPv6] uit te schakelen onder de Netwerkinstellingen.
De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Max. E-mailform. Selecteer het maximale formaat voor scanbestanden die als bijlage van een e-mail worden verstuurd (1 tot 5 MB of geen maximale grootte). Selecteer deze optie om de functie Scannen naar FTP in te schakelen. Selecteer deze optie om de functie Scannen naar Map in te schakelen.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving [Automatisch verkrijgen (DHCP)] zijn de opties [Primaire DNS-server], [Secundaire DNS-server] en [Domeinnaam] hieronder niet beschikbaar. Primaire DNS-server Voer het IPv4-adres van de primaire DNS in. Secundaire DNS-server Voer het IPv4-adres van de secundaire DNS in. Domeinnaam Voer de IPv4-domeinnaam voor het apparaat in.
De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Papierstoring Selecteer deze optie als u wilt dat er een waarschuwingsmail wordt verzonden naar het opgegeven adres wanneer zich een papierstoring voordoet. Papier is op Selecteer deze optie als u wilt dat er een waarschuwingsmail wordt verzonden naar het opgegeven adres wanneer het papier op is.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Community Item Beschrijving Get Community Voer de naam van de community in die moet worden gebruikt voor verificatie van Get-aanvragen. Kan tot 32 tekens bevatten. Trapcommunity Voer de naam van de community in die moet worden gebruikt voor verificatie van Trap-aanvragen.
De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Wachtwoord Voer het wachtwoord in voor aanmelding bij de SMTP-server. Kan tot 32 tekens bevatten. E-mailadres apparaat Geef het e-mailadres van het apparaat op. Dit adres wordt gebruikt als het adres van de afzender van e-mailberichten die vanaf dit apparaat worden verstuurd, zoals e-mailmeldingen.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Het tabblad Internetfax Item Beschrijving Internetfax-verzending Geef aan of de functie voor internetfaxen moet worden in- of uitgeschakeld. Foutmeldingse-mail Selecteer of er een e-mailmelding naar de afzender van de internetfax moet worden gestuurd als de ontvangst van de e-mail niet lukt. De tekst bevat onder andere de hostnaam van het apparaat (zoals is ingesteld op de DNS-instellingenpagina), modelnaam en e-mailadres (zoals is ingesteld op de beheerdersinstellingenpagina).
De netwerkinstellingen configureren Tabblad Draadloos Status draadloos LAN Item Beschrijving Status draadloos LAN Hiermee wordt de status van de verbinding met draadloos LAN weergegeven. MAC-adres Dit geeft het MAC-adres weer. Communicatiemodus Hiermee wordt de communicatiemodus weergegeven waarin het apparaat verbinding maakt. SSID Hiermee wordt de SSID weergegeven van het toegangspunt waarmee het apparaat is verbonden.
Pagina 318
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving WEP-sleutelindeling Selecteer een indeling waarin u de WEP-sleutel invoert. WEP-sleutel Voer de WEP-sleutel in. Het aantal en het type tekens dat u kunt invoeren hangt af van de lengte en indeling die u voor de sleutel hebt geselecteerd. Voor meer informatie, zie: •...
De IPsec-instellingen configureren De IPsec-instellingen configureren Klik op [IPsec-instellingen] om de pagina voor configuratie van de IPsec-instellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Algemene IPsec-instellingen] en [IPsec-beleidslijst]. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een beheerderswachtwoord is opgegeven. Tabblad Algemene IPsec-instellingen Item Beschrijving...
Pagina 320
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Status Toont de status van het IPsec-beleid als "Actief" of "Inactief". Als u IPsec-beleidsregels wilt configureren, selecteert u het gewenste IPsec-beleid en klikt u op [Wijzigen] om de pagina "IPsec-beleidsinstellingen" weer te geven. Op de pagina "IPsec- beleidsinstellingen"...
Pagina 321
De IPsec-instellingen configureren IPsec-instellingen Item Beschrijving Encapsulation-type Geef het encapsulation-type op: • [Transport]: selecteer deze modus om alleen de nettolading van elk IP- pakket te beveiligen wanneer er wordt gecommuniceerd met apparaten die met IPsec compatibel zijn. • [Tunnel]: selecteer deze modus om elk gedeelte van elk IP-pakket te beveiligen.
Pagina 322
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Wilt u de levensduur van de SA opgegeven als gegegevensvolume, voer dan een aantal KB in. Key Perfect Forward Selecteer of u PFS (Perfect Forward Secrecy) wilt in- of uitschakelen. Secrecy IKE-instellingen Item Beschrijving IKE-versie...
Lijsten/rapporten afdrukken Lijsten/rapporten afdrukken Klik op [Lijst/rap. afdrukken] om de pagina voor afdrukrapporten weer te geven. Selecteer vervolgens een item en klik op [Afdrukken] om informatie over dat item af te drukken. Lijst/rap. afdrukken Item Beschrijving Configuratiepagina Hiermee wordt algemene informatie over het apparaat en de huidige configuratie afgedrukt.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De beheerderinstellingen configureren Klik op [Beheerdertoepassingen] om de pagina voor configuratie van de beheerdersinstellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Beheerder], [Instellingen resetten], [Instellingen back- uppen], [Instellingen herstellen], [Datum/tijd instellen] en [Energiespaarstand] en [PCL6-modus]. Tabblad Beheerder Beheerdersinstellingen Item...
De beheerderinstellingen configureren Item Beschrijving Scanbestemming Selecteer deze optie om de scanbestemmingen te wissen. wissen Instellingen van Selecteer deze om de instellingen voor gebruikersbeperkingen te wissen. Beschikbare functies resetten Adresboek wissen Selecteer deze optie om de faxbestemmingen te wissen. IPsec-instellingen Selecteer deze optie om IPsec-instellingen te wissen.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Back-up van adresboek Hiermee worden faxbestemmingen in een back-upbestand opgeslagen. IPsec-instellingen back- Hiermee worden de IPsec-instellingen opgeslagen in een back-upbestand. uppen Volg onderstaande procedure om back-upbestanden van de configuratie te maken. Selecteer het keuzerondje voor het gegevenstype waarvan u back-ups wilt maken. Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in.
De beheerderinstellingen configureren • Als de instellingen niet juist worden hersteld, verschijnt er een foutmelding. Probeer nogmaals om het bestand volledig te herstellen. Tabblad Datum/tijd instellen Datum instellen Item Beschrijving Jaar Voer het huidige jaartal in (2000 tot en met 2099). Maand Voer de huidige maand in (1 t/m 12).
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Het kost minder tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de uitgeschakelde status of uit Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik in Energiespaarstand 1 is hoger in dan in Energiespaarstand 2. Energiespaarstand 2 Selecteer [Actief] als u wilt dat het apparaat overschakelt op Energiespaarstand 2 nadat de periode is verstreken die is opgegegeven...
9. Het apparaat onderhouden In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen kunt vervangen en het apparaat kunt schoonmaken. De printcartridge vervangen • Bewaar printcartridges altijd op een koele donkere plaats. • Het daadwerkelijke aantal kopieën die u kunt afdrukken, hangt af van het volume en de dichtheid van afbeeldingen, het aantal pagina's dat u gelijktijdig afdrukt, de papiersoort en het papierformaat en de omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur en luchtvochtigheid.
Pagina 330
9. Het apparaat onderhouden • Raak de ID-chip aan de zijkant van de printcartridge (zoals aangegeven op de afbeelding hieronder) niet aan. DUE255 • Zorg dat u bij het verwijderen van printercartridges de laserscaneenheid aan de onderkant van de bovenklep niet aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven). DUE256 •...
Pagina 331
De printcartridge vervangen Trek aan het handvat op de voorklep en til de voorklep vervolgens voorzichtig op. DUE257 Til de printercartridge er voorzichtig verticaal uit, terwijl u hem in het midden vasthoudt. Beginnend vanaf achteraan worden de printcartridges in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K) geïnstalleerd.
Pagina 332
9. Het apparaat onderhouden Houd de printcartridge vast en schud deze vijf of zes keer heen en weer. DUE261 Een gelijkmatige verspreiding van de toner in de cartridge verbetert de afdrukkwaliteit. Verwijder het beschermvel van de printcartridge. DUE262 Controleer of de tonerkleur en plaats overeenkomen en plaats vervolgens de inktcartrigde voorzichtig in verticale richting.
Pagina 333
Als u de toner zelf weggooit, moet u het beschouwen als plastic afvalmateriaal. • (Vooral Noord-Amerika) Raadpleeg de lokale Ricoh-website voor meer informatie over het recyclen van verbruiksartikelen. U kunt items ook recyclen volgens de gemeentelijke voorschriften of volgens de aanwijzingen van het lokale afvalverwerkingsbedrijf.
9. Het apparaat onderhouden De tonerafvalfles vervangen Meldingen op het scherm • Vervang de tonerafvalfles als de volgende melding op het display verschijnt: "Vervanging nodig: Tonerafvalfles" • Maak een tonerafvalfles klaar als de volgende melding op het display verschijnt: "Binnenkort vervanging nodig: Tonerafvalfles" •...
Pagina 335
De tonerafvalfles vervangen Houd de tabs aan weerszijden van de transfereenheid vast en beweeg de transfereenheid iets naar achteren voordat u deze optilt. DUE267 Houd de hendel in het midden van de afvaltonerfles vast en trek hem gedeeltelijk naar buiten zonder hem te kantelen. DUE268 Trek de tonerafvalfles er half uit, houd de fles stevig vast en trek deze er dan recht uit.
Pagina 336
9. Het apparaat onderhouden DUE270 Til de tonerafvalfles niet op als u deze eruit trekt, om te voorkomen dat de fles de tussenliggende transfereenheid aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven). DUE271 Doe de dop op de fles. DUE272...
Pagina 337
De tonerafvalfles vervangen DUE273 Houd de nieuwe tonerafvalfles in het midden vast en plaats deze voorzichtig halverwege in het apparaat. Laat de dop van de fles open. DUE274 Til de tonerafvalfles niet op tijdens het plaatsen, om te voorkomen dat de fles de tussenliggende transfereenheid aanraakt (het gebied dat met een pijl in de afbeelding hieronder wordt aangegeven).
Pagina 338
9. Het apparaat onderhouden DUE276 Plaats de transfereenheid op het voorpaneel. Schuif de transfereenheid over de geleiderrails in het apparaat. DUE277 Als het stopt, drukt u op de markering PUSH totdat u een klik hoort. DUE278...
Pagina 339
De tonerafvalfles vervangen Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DUE229 Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan. • Het is raadzaam om extra tonerafvalflessen te kopen als voorraad zodat u de flessen gemakkelijk kunt vervangen.
9. Het apparaat onderhouden Een onderdeel vervangen Tussenliggende transfereenheid vervangen • Deze functie is alleen beschikbaar voor SP C261SFNw/SP C262SFNw. Als het waarschuwingsindicatielampje op het bedieningspaneel gaat branden en het bericht "Vervanging vereist:Tus.lig. Transf.eenh" verschijnt op het display, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Voorzorgsmaatregelen voor het reinigen Voorzorgsmaatregelen voor het reinigen Maak het apparaat regelmatig schoon om een hoge afdrukkwaliteit te garanderen. Neem de buitenkant af met een zachte, droge doek. Als dit niet voldoende is, kunt u een zachte, vochtige doek gebruiken die goed is uitgewrongen. Als u er zo nog niet in slaagt om vlekken te verwijderen, kunt u een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken.
9. Het apparaat onderhouden De tonerdichtheidsensor schoonmaken Reinig de tonerdichtheidssensor wanneer de volgende boodschap op het bedieningspaneel verschijnt. "Reinig. dichth- sensor vereist" Trek aan het handvat op de voorklep en til de voorklep vervolgens voorzichtig op. Zorg dat de ADF gesloten is. DUE257 Verwijder de achterste printcartridge.
Pagina 343
De tonerdichtheidsensor schoonmaken Voer de printercartridge, die bij stap 2 verwijderd werd, voorzichtig verticaal in. DUE263 Houd met beide handen het midden van de bovenklep vast en sluit de klep voorzichtig. Let op dat uw vingers niet bekneld raken. DUE264...
9. Het apparaat onderhouden De wrijvingsstrip en papierinvoerroller reinigen Als de wrijvingsstrip of de papierinvoerrol vuil zijn, kunnen er verschillende vellen tegelijk of juist geen vellen worden gepakt. In dit geval moeten de wrijvingsstrip en de papierinvoerrol als volgt worden gereinigd: •...
Pagina 345
De wrijvingsstrip en papierinvoerroller reinigen Veeg het rubberen deel van de rol schoon met een zachte, vochtige doek. Droog de wrijvingsstrip vervolgens met een droge doek. DUE281 Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DUE215 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze op zijn plaats klikt.
Pagina 346
9. Het apparaat onderhouden • Als er verschillende vellen tegelijk worden gepakt of er ontstaat een storing, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. • Als de optionele lade 2 is geïnstalleerd, maak dan de wrijvingsstrip en papierinvoerrol hiervan op dezelfde manier schoon als u deed bij lade 1.
De registratierol en papierlade schoonmaken De registratierol en papierlade schoonmaken De registratierol en papierlade kunnen vuil worden door papierstof als u op papier afdrukt dat niet standaard is. Maak de registratierol schoon als er witte puntjes op de afdrukken verschijnen. •...
Pagina 348
9. Het apparaat onderhouden Veeg de binnenkant van de papierlade schoon met een doek. DUE283 Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DUE215 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze klikt.
Pagina 349
De registratierol en papierlade schoonmaken Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. DUE227 Zorg dat u de registratierol op de plaats zet die in de illustratie hieronder met een pijltje getoond wordt.
Pagina 350
9. Het apparaat onderhouden Steek de stekker stevig in het stopcontact. Sluit alle voorheen verwijderde kabels weer aan. Zet de printer aan.
De glasplaat reinigen De glasplaat reinigen Open de ADF. Zorg ervoor dat u de invoerlade niet aanraakt bij het optillen van de ADF, anders kan de lade beschadigd raken. Maak de delen die met pijlen worden aangegeven schoon met een zachte, vochtige doek en wrijf dezelfde delen met een droge doek na zodat er geen vocht achterblijft.
9. Het apparaat onderhouden De automatische documentinvoer schoonmaken Open de ADF. Zorg ervoor dat u de invoerlade niet aanraakt bij het optillen van de ADF, anders kan de lade beschadigd raken. Maak de delen die met pijlen worden aangegeven schoon met een zachte, vochtige doek en wrijf dezelfde delen met een droge doek na zodat er geen vocht achterblijft.
Pagina 353
De automatische documentinvoer schoonmaken Reinig de hieronder aangegeven onderdelen. DUE322 Sluit het ADF-paneel.
9. Het apparaat onderhouden Het apparaat verplaatsen en vervoeren In dit onderdeel worden voorzorgsmaatregelen genoemd die u dient te volgen als u het apparaat over korte of lange afstanden vervoert. Pak het apparaat in zijn oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in als u het apparaat over een lange afstand vervoert.
Het apparaat verplaatsen en vervoeren Als lade 2 geïnstalleerd is, haal deze er dan uit. Til het apparaat op via de inkepingen aan beide zijden van het apparaat en verplaats het apparaat vervolgens horizontaal naar de gewenste plek. DUE287 Als u lade 2 verwijderd heeft, plaats deze dan terug. •...
10. Problemen oplossen In dit hoofdstuk worden oplossingen beschreven voor foutmeldingen en andere problemen. Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen staan op alfabetische volgorde in de tabel hieronder. "X" geeft een nummer aan in een foutcode dat afwijkend wordt weergegeven afhankelijk van een bepaalde situatie.
Pagina 358
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing Papierstoring orig. Er is een origineel vastgelopen • Verwijder vastgelopen originelen en in de ADF. plaats ze opnieuw. Zie Pag. 366 "Vastgelopen papier verwijderen" en Open ADF-paneel en Pag. 379 "Problemen met verwijder papier. papierinvoer".
Pagina 359
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Bezet De fax kon niet worden Wacht een ogenblik en verstuur de fax verstuurd, omdat de lijn bezet opnieuw. was. Kan inst. niet Gecombineerd kopiëren kon • Stel het apparaat zo in dat er wordt kopiëren.
Pagina 360
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing • Haal de telefoonlijn los van het apparaat en sluit een standaard telefoon aan. Controleer of u met de telefoon wel kunt bellen. Als u op deze manier niet kunt bellen, neem dan contact op met uw telefoonmaatschappij.
Pagina 361
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Toegang verkr. tot De functie Scannen naar USB is Gebruik een USB-geheugenkaart die niet bestand mislukt mislukt, omdat het apparaat met een wachtwoord beveiligd is of geen toegang kreeg tot de USB- beveiligd is tegen schrijven.
Pagina 362
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing worden af te drukken • Bij gebruik van het PCL- of DDST- gegevens groot en kan de printerstuurprogramma, stelt u taak worden geannuleerd. [Gradatie:] in [Afdrkwal.] in op [Snelheid] of [Standaard]. Bij gebruik van het PostScript 3- printerstuurprogramma, stelt u [Afdrkwal.] in [Printereigenschappen] in op [Standaard] of [Hoge kwaliteit].
Pagina 363
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Storing: Duplex- Er is papier vastgelopen in de Verwijder het vastgelopen papier. Zie eenheid duplexeenheid. Pag. 366 "Vastgelopen papier verwijderen". Verwijder papier Storing: Papierlade” Er is papier vastgelopen in de Verwijder het vastgelopen papier. Zie papierlade.
Pagina 364
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing rechterhendel op de markering voor normaal papier. Papier op: X Het papier in de opgegeven Plaats papier in de opgegeven lade. Zie lade is op. Pag. 52 "Papier plaatsen". Start app. opnieuw Het apparaat dient opnieuw te Zet het apparaat uit en vervolgens weer worden opgestart.
Pagina 365
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Ontvangst Er is een ontvangstfout Neem indien mogelijk contact op met de communicatiefout opgetreden en de fax kon niet afzender van de fax en vraag hem/haar correct worden ontvangen. om de fax opnieuw te versturen. Verb.
Pagina 366
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing Plaats origineel in Scannen kon niet worden • Gebruik de ADF, zelfs bij het scannen ADF. uitgevoerd, omdat de originelen van originelen met A4-/Letter- niet in de ADF waren geplaatst, formaat of kleiner. Kan glasplaat niet hoewel het apparaat is gebr.
Pagina 367
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Niet-ondersteund De functie Scannen naar USB is Gebruik een USB-geheugenkaart die app. Verw. a.u.b. mislukt, omdat er een ander compatibel met de functie Scannen naar USB-apparaat dan een USB- USB is. geheugenkaart, of een USB- geheugenkaart met een niet ondersteund bestandssysteem...
10. Problemen oplossen Vastgelopen papier verwijderen Als er een papierstoring optreedt, wordt één van de volgende berichten op het bedieningspaneel weergegeven: • Wanneer het waarschuwingslampje continu brandt of knippert, drukt u op het pictogram [Status] in het scherm [Home] en controleert u het weergegeven bericht. Meldingen Referentietitel Interne storing...
Vastgelopen papier verwijderen • Sommige interne onderdelen van dit apparaat kunnen kwetsbaar zijn. Raak de sensoren, connectoren, LED-lampjes of andere kwetsbare onderdelen die in deze handleiding worden getoond niet aan tijdens het verwijderen van vastgelopen papier. Dit kan een storing veroorzaken.
Pagina 371
Vastgelopen papier verwijderen DUE291 • Vastgelopen papier kan natte toner bevatten. Let erop dat u geen toner op uw handen en kleding krijgt. • Bij afdrukken die direct na het oplossen van een papierstoring worden gemaakt, kan de toner onvoldoende zijn gehecht en gaan vlekken. Druk testpagina's af totdat er geen strepen toner meer op de afdrukken verschijnen.
Pagina 372
10. Problemen oplossen Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. DUE227 Laat de fuseereenheidhendel zakken en trek het vastgelopen papier er voorzichtig uit. DUE228 Raak de fuseereenheid niet aan. DUE243 Trek het papier naar beneden om te verwijderen. Trek het niet omhoog.
Pagina 373
Vastgelopen papier verwijderen DUE244 Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, trek dan de hendel omlaag en controleer nogmaals. DUE245 Trek de fuseereenheidhendels omhoog. DUE246...
Pagina 374
10. Problemen oplossen Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DUE229 Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan. Controleer of de foutmelding is verdwenen wanneer u het paneel heeft gesloten. Als papier in een lade vastloopt Als papier in lade 1 of lade 2 vastloopt, volg dan de onderstaande stappen om het papier te verwijderen.
Pagina 375
Vastgelopen papier verwijderen Trek vastgelopen papier er voorzichtig uit. DUE247 Raak de fuseereenheid niet aan. DUE243 Als het papier in de transfereenheid is vastgelopen, houdt u het papier met beide handen vast en trekt u het voorzichtig naar voren eruit. DUE248...
Pagina 376
10. Problemen oplossen Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DUE229 Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan. Controleer of de foutmelding is verdwenen wanneer u het paneel heeft gesloten. •...
Vastgelopen papier verwijderen Verwijder voorzichtig het papier dat is vastgelopen onder de transfereenheid. DUE249 Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, kijkt u in het apparaat. Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DUE229 Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan. Controleer of de foutmelding is verdwenen wanneer u het paneel heeft gesloten.
Pagina 378
10. Problemen oplossen Open het ADF-paneel. DUE250 Trek voorzichtig aan het vastgelopen papier om het te verwijderen. Verwijder het vastgelopen origineel niet met te veel kracht. DUE251 Sluit de ADF-klep en de afdekking van de ADF-invoerlade. DUE252 Til de ADF op en trek voorzichtig aan het vastgelopen papier om het te verwijderen. Let erop dat u de invoerlade niet vastpakt als u de ADF optilt.
Pagina 379
Vastgelopen papier verwijderen DUE253 Sluit de ADF.
10. Problemen oplossen Wanneer u geen testpagina kunt afdrukken Mogelijke oorzaak Oplossing De stroomkabel, een USB-kabel of Zorg dat de stroomkabel, USB-kabel en netwerkkabel goed een netwerkkabel zijn niet goed zijn aangesloten. Controleer ook of ze niet beschadigd zijn. aangesloten. Mogelijk is de poortaansluiting niet 1.
Problemen met papierinvoer Problemen met papierinvoer Als het apparaat werkt, maar het papier niet wordt doorgevoerd of papier loopt telkens vast, controleer dan het apparaat en het papier. Probleem Oplossing Het papier wordt niet soepel • Gebruik ondersteunde papiertypen. Zie Pag. 68 doorgevoerd.
Pagina 382
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing • Plaats papier maximaal zo hoog als de bovenste limietmarketing op de zij-afzetting.. • Zorg ervoor dat de wrijvingsstrip en papierinvoerrol schoon zijn. • Controleer of er geen papier is toegevoegd terwijl er nog papier in de lade zat. Voeg alleen papier toe als er niets meer over is in de lade.
Pagina 383
Problemen met papierinvoer Probleem Oplossing DAC606 Afbeeldingen worden diagonaal ten Wanneer er ruimte is tussen het papier en de zij- of opzichte van de pagina afgedrukt. eindafzettingen van de papierlade, of de papiergeleiders van de handinvoerlade, stelt u de zij- of eindafzettingen van de papierlade, of de papiergeleiders van de handinvoerlade bij om de ruimte op te heffen.
Er wordt een printcartridge gebruikt Hervulde of printcartridges van andere fabrikanten/merken die niet authentiek is. verlagen de afdrukkwaliteit en kunnen voor defecten zorgen. Gebruik uitsluitend authentieke Ricoh printcartridges. Er wordt een oude printcartridge Printcartridges dienen voor hun vervaldatum te worden gebruikt.
Problemen met de afdrukkwaliteit De instellingen van het printerstuurprogramma controleren Probleem Oplossing De afgedrukte afbeelding is bevlekt. PCL 5c/6, DDST Selecteer op het tabblad [Papier] van het printerstuurprogramma [Handinvoerlade] in de lijst "Invoerlade:". Selecteer in de lijst "Papiertype:" het juiste papiertype.
Pagina 386
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Afgedrukte foto's zijn onscherp. Gebruik de instellingen van de toepassing of van het printerstuurprogramma om een hogere resolutie op te geven. Voor meer informatie over de instellingen van het printerstuurprogramma, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma.
Problemen met de printer Problemen met de printer In dit onderdeel worden afdrukproblemen en mogelijke oplossingen daarvoor beschreven. Als het afdrukken niet goed gaat Probleem Oplossing Er treedt een fout op. Als een fout optreedt tijdens het afdrukken, wijzigt u de instellingen van de computer of het printerstuurprogramma.
Pagina 388
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Er wordt een beveiligd • Het apparaat heeft al 5 taken of 5 MB aan gegevens afdrukbestand geannuleerd. van beveiligde afdruktaken. Druk een bestaand beveiligd afdrukbestand af of verwijder dit. Voor meer informatie, zie Pag. 95 "Afdrukken van vertrouwelijke documenten". •...
Pagina 389
Problemen met de printer Probleem Oplossing Het duurt te lang voordat het • Foto's en pagina's die veel gegevens bevatten, nemen afdrukken is voltooid. veel verwerkingstijd van de printer in beslag. Wacht daarom gewoon even af wanneer u dergelijke gegevens afdrukt.
Pagina 390
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing De kleur van de afdruk wijkt af van • De kleuren die met kleurentoner gemaakt worden, de kleur op het computerscherm. kunnen afwijken van de kleuren die op het scherm worden weergegeven, door een verschil in methode van het herproduceren van kleuren.
Problemen met de printer Als u niet duidelijk kunt afdrukken Probleem Oplossing De gehele afdruk is vaag. • Het papier dat gebruikt wordt, kan vochtig zijn. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard. Zie Pag. 68 "Ondersteund papier". •...
Pagina 392
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing • Controleer of het papier niet is omgekruld of gebogen. Enveloppen krullen snel en gemakkelijk. Strijk het papier glad voor het plaatsen. Zie Pag. 52 "Papier plaatsen". Er verschijnen witte lijnen. De tussenliggende transferriem is vies. Volg de onderstaande procedure om de riem schoon te maken: 1.
Pagina 393
Problemen met de printer Probleem Oplossing printcartridge: "Vervanging nodig: tonercartridge (X)". ("X" staat voor de kleur van de toner) Zie Pag. 327 "De printcartridge vervangen". • Er heeft zich wellicht condens gevormd. Indien er een snelle verandering in temperatuur of luchtvochtigheid optreedt, gebruik de printer dan pas nadat u deze heeft kunnen acclimatiseren.
Pagina 394
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Zwarte gradatie is niet natuurlijk. Alleen wanneer PostScript 3 wordt gebruikt Selecteer [CMY + K] voor [Grijsreproductie] in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. Volle lijnen worden afgedrukt als Alleen wanneer PostScript 3 wordt gebruikt stippellijnen.
Problemen met de printer Probleem Oplossing Voor meer informatie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. Wanneer papier niet op de juiste manier wordt ingevoerd of uitgeworpen Probleem Oplossing Afdrukken vallen achter het Haal de betreffende papierstopper omhoog (voorste wand apparaat wanneer deze worden voor A4/Letter, achterste wand voor afdrukken van Legal- uitgevoerd.
10. Problemen oplossen Overige afdrukproblemen Probleem Oplossing De toner is op en het afdrukken is Als de melding "Doorgaan met afdrukken?" wordt gestopt. weergegeven op het bedieningspaneel, dan kunt u door op [Ja] te drukken nog een paar pagina's afdrukken, maar de afdrukkwaliteit van die pagina's kan minder zijn.
Kopieerproblemen Kopieerproblemen Als u geen duidelijke kopieën kunt maken Probleem Oplossing De afgedrukte kopie is blanco. Het origineel is niet correct geplaatst. Wanneer u de glasplaat gebruikt, plaats het origineel dan met de gekopieerde zijde naar beneden. Wanneer u de ADF gebruikt, plaats originelen dan met de gekopieerde zijde naar boven.
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing • Voordat u originelen op de glasplaat legt, moet de toner of correctievloeistof droog te zijn. Als er vanaf de glasplaat wordt Plaats de originele kopie met de bovenkant naar beneden, gekopieerd, is het afdrukgebied van zorg ervoor dat de kopie is uitgelijnd in de linker achterhoek de kopie niet zo uitgelijnd als het en dat de kopie vlak op de glasplaat ligt.
Scanproblemen Scanproblemen Wanneer u niet in het netwerk kunt bladeren om een gescand bestand te verzenden Probleem Oplossing De volgende apparaatinstellingen Controleer de instellingen. Zie Pag. 307 "De zijn wellicht niet correct: netwerkinstellingen configureren". • IP-adres • Subnetmasker Wanneer het scannen niet naar wens verloopt Probleem Oplossing Het apparaat begint niet met...
Pagina 400
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing De functies Scannen naar E-mail, Controleer of er een USB-geheugenkaart in het apparaat is Scannen naar FTP of Scannen naar gestoken. Als er een USB-geheugenkaart is aangesloten, zijn Map werkt niet. er geen scanfuncties mogelijk vanaf het bedieningspaneel behalve Scannen naar USB.
Faxproblemen Faxproblemen Wanneer u geen faxberichten naar wens kunt verzenden of ontvangen Verzending Probleem Oorzaken Oplossing Kan geen bestanden De telefoonlijn kan Controleer of de telefoonkabel correct verzenden. afgesloten zijn. op het apparaat is aangesloten. Voor meer informatie, zie de Installatiehandleiding.
10. Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossing Wanneer u direct kiezen of Als het apparaat het Druk op [Scanformaat] onder handmatig kiezen gebruikt, formaat van het origineel [Scaninstellingen], selecteer het dan verschijnt niet kan waarnemen als u scanformaat en verzend het document "Ontvangen..."...
Faxproblemen Probleem Oorzaken Oplossing Het apparaat was niet in Het papier is op. Plaats papier in de lade. staat om ontvangen faxdocumenten af te drukken. Afdrukken Probleem Oorzaken Oplossing De afdruk is scheef. Het papier is scheef Plaats het papier op de juiste wijze. ingevoerd.
Pagina 404
10. Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossing Kopieerpapier raakt Er wordt bedrukt papier Plaats geen vellen die reeds gekopieerd gekreukeld. gebruikt. of bedrukt zijn. Het papier is te dun. Gebruik het aanbevolen papier. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Pag. 68 "Ondersteund papier".
Faxproblemen Wanneer er een fout via een rapport of e-mail wordt gemeld Wanneer er een rapport op het apparaat wordt afgedrukt Foutrapport Er wordt een Foutenrapport afgedrukt als een document niet succesvol kan worden verzonden of ontvangen. Mogelijke oorzaken zijn o.a. een probleem met het apparaat of ruis op de telefoonlijn. Als er een fout optreedt tijdens verzending, verzend het origineel dan opnieuw.
10. Problemen oplossen Als een foutmelding per e-mail ontvangen wordt Foutmelding e-mail Het apparaat verzendt een e-mail aan de afzender als het niet in staat is om een bepaald e- mailbericht via de internetfaxfunctie succesvol te ontvangen. Een "cc" van deze melding wordt ook naar het e-mailadres van de beheerder gestuurd als het adres is gespecificeerd.
Pagina 407
Faxproblemen Foutcode Oplossing 1XXX11 Er is een origineel in de ADF vastgelopen tijdens het versturen van een fax in de modus Directe verzending. • Verwijder vastgelopen originelen en plaats ze opnieuw. Zie Pag. 379 "Problemen met papierinvoer". • Controleer of de originelen geschikt zijn om te worden gescand.
Pagina 408
10. Problemen oplossen Foutcode Oplossing • Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. 2XXX14 Het apparaat kan de ontvangen fax niet afdrukken of het geheugen van het apparaat heeft de maximale capaciteit bereikt tijdens het ontvangen van een fax, omdat het document te groot was.
Pagina 409
Faxproblemen Foutcode Oplossing • Controleer of de netwerkkabel correct op het apparaat is aangesloten. • Controleer of de netwerkinstellingen zoals IP-adres, DNS en SMTP-instellingen juist zijn geconfigureerd (zorg ervoor dat er geen tekens met dubbele bytes worden gebruikt). Zie Pag. 307 "De netwerkinstellingen configureren".
Pagina 410
10. Problemen oplossen Foutcode Oplossing • Controleer of de netwerkkabel correct op het apparaat is aangesloten. • Controleer of de netwerkinstellingen zoals IP-adres, DNS en POP3-instellingen juist zijn geconfigureerd (zorg ervoor dat er geen tekens met dubbele bytes worden gebruikt). Zie Pag. 307 "De netwerkinstellingen configureren".
Pagina 411
Faxproblemen Foutcode Oplossing • Er staat een fout in de koptekst van de e-mail. Vraag de afzender om de e-mailinstellingen te controleren. 4XXX43 Een TIFF-bestand kon niet juist via internetfax worden ontvangen. • De comprimeermethode van het ontvangen TIFF-bestand was geen MH/MR/MMR. Vraag de afzender om het TIFF-bestand te controleren.
10. Problemen oplossen Veelvoorkomende problemen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u algemene problemen kunt oplossen die kunnen optreden bij de bediening van dit apparaat. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat kan niet worden De stroomkabel is niet op de •...
Pagina 413
Veelvoorkomende problemen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing en alarmgeluiden aan. Voor meer informatie, zie Pag. 249 "Systeeminstellingen". Het is mogelijk dat de Gebruik Web Image Monitor Als het probleem blijft bestaan, netwerkinstellingen niet goed om de instelling te controleren neem dan contact op met uw geconfigureerd zijn of dat de en om te controleren of er kan servicevertegenwoordiger.
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat op het netwerk kunt aansluiten en hoe u de netwerkinstellingen kunt instellen als u OS X gebruikt. De configuratie hangt af van de communicatie-omgeving van uw systeem. Het apparaat aansluiten op een bedraad netwerk De volgende procedure wordt uitgelegd met OS X 10.11 als voorbeeld.
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Sluit System Preferences af. De configuratie is voltooid. Een Ethernet-kabel gebruiken Schakel uw computer in. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer. Wanneer uw computer geen Cd-rom loopwerk heeft, download dan een installatiebestand van onze website.
Pagina 417
Het apparaat aansluiten op een bedraad netwerk Vul het subnetmasker in bij [Subnetmasker]. Vul het gatewayadres in bij [Gateway Address]. Druk op [OK]. Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan. De configuratie is voltooid.
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Er zijn vier manieren om het apparaat aan te sluiten aan een draadloos netwerk: • Met behulp van de Wi-Fi-installatiewizard Zie Pag. 416 "Met behulp van de Wi-Fi-installatiewizard". •...
Pagina 419
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Zorg ervoor dat de ethernetkabel van het apparaat is ontkoppeld. Controleer of de router (access point) correct werkt. Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Netwerkinstellingen]. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op [OK].
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Controleer de configuratie voor de router (access point) en probeer opnieuw verbinding te maken. Met behulp van de knop WPS U heeft een router (access point) nodig om verbinding te maken. Voordat u de volgende procedure uitvoert, moet u het printerstuurprogramma installeren volgens de procedure in Pag.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Druk op [PBC]. Druk op [Verb.]. "Wacht 2 minuten a.u.b." verschijnt en het apparaat begint verbinding te maken via de PBC- methode. Druk binnen twee minuten op de knop WPS op de router (access point). Raadpleeg de handleiding van de router (access point) voor meer informatie over het gebruik van de knop WPS.
Pagina 422
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Druk op de toets [Home]. DUE302 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Netwerkinstellingen]. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op [OK]. U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] opgeven in [Vergr.
Pagina 423
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Druk op [OK] om terug te keren naar het scherm dat wordt weergegeven in stap 13 en druk vervolgens op de toets [Home] om terug te keren naar het beginscherm. U heeft de configuratie van de Wi-Fi-instellingen voltooid. •...
Pagina 424
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X...
12. Bijlage In dit hoofdstuk worden de specificaties en de verbruiksmaterialen van het apparaat beschreven. Verzending met IPsec Het apparaat ondersteunt het IPsec-protocol voor veiligere communicatie. Wanneer toegepast, codeert IPsec gegevenspakketten op de netwerklaag met een gedeelde sleutelcodering. Het apparaat gebruikt uitwisseling van coderingssleutels om een gedeelde sleutel te maken voor zowel afzender als ontvanger.
12. Bijlage • Voor een succesvolle verificatie moeten de zender en de ontvanger hetzelfde verificatiealgoritme en dezelfde verificatiesleutel instellen. Het verificatiealgoritme en de verificatiesleutel worden automatisch opgegeven. AH-protocol Het AH-protocol biedt uitsluitend een veilige verzending via de verificatie van pakketjes, met inbegrip van headers.
Verzending met IPsec Instellingen 1-10 U kunt 10 aparte sets met SA-details configureren (zoals verschillende gedeelde sleutels en IPsec- algoritmen). IPsec-beleidsregels worden een voor een doorzocht, te beginnen bij [No.1]. Configuratieproces voor instellingen van uitwisseling van coderingssleutel In dit onderdeel wordt de procedure uitgelegd voor het bepalen van handmatige instellingen voor de coderingssleutel.
12. Bijlage Wijzig de IPsec-gerelateerde instellingen naar wens. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [Toepassen]. Klik op het tabblad [Algemene IPsec-instellingen] en selecteer [Actief] in [IPsec-functie]. Geef zo nodig [Standaard beleid], [Broadcast en multibroadcast] en [Alle ICMP overslaan] op. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [Toepassen].
Pagina 429
Verzending met IPsec Klik op [Toevoegen...] bij het tabblad "Regels". De Wizard Beveiligingsregels wordt weergegeven. Klik op [Volgende]. Selecteer "Deze regel specificeert geen tunnel" en klik vervolgens op [Volgende]. Selecteer het netwerktype voor IPsec en klik vervolgens op [Volgende]. Klik op [Toevoegen...] in de IP-filterlijst. Voer in [Naam] een IP-filternaam in en klik vervolgens op [Toevoegen...].
Pagina 430
12. Bijlage Wanneer [AH] is geselecteerd voor het apparaat in [Beveiligingsprotocol] onder [IPsec- instellingen], selecteert u [Gegevens- en adresintegriteit zonder versleuteling (AH)], configureert u de volgende instellingen: Stel de waarde van [Integriteitsalgoritme] in op dezelfde waarde als [Verificatiealgoritme voor AH] zoals opgegeven op het apparaat.
Verzending met IPsec IPsec in- en uitschakelen met behulp van het bedieningspaneel • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een beheerderswachtwoord is opgegeven. Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Beheerderstoepassingen]. Druk op [IPsec]. Druk op [Aan] of [Uit]. •...
12. Bijlage Opmerkingen over de toner • Er kan geen juiste werking worden gegarandeerd als er toner van een ander merk wordt gebruikt. • Afhankelijk van de afdrukvoorwaarden zijn er gevallen waarin de printer niet het aantal vellen kan afdrukken dat in de specificaties is opgegeven. •...
Specificaties van het apparaat Specificaties van het apparaat In dit onderdeel worden de specificaties van het apparaat gegeven. • Wij hebben toestemming van elke auteur verkregen voor het gebruik van toepassingen met inbegrip van open-source softwaretoepassingen. Voor meer details omtrent de auteursrechtelijke informatie van deze softwaretoepassingen, zie "OSS.pdf"...
Tijdens het afdrukken: Kleur: 58 dB (A) Zwart-wit: 57 dB (A) Afmetingen van het apparaat (Breedte • SP C260SFNw x Diepte x Hoogte) 420 × 493 × 460 mm (16,6 × 19,5 × 18,2 inch) • SP C261SFNw/SP C262SFNw 420 × 493 × 473 mm (16,6 × 19,5 × 18,7 inch) Gewicht (apparaat zelf met •...
Specificaties van het apparaat Item Beschrijving • Bij het één voor één kopiëren van meerdere kopieën van dubbelzijdige originelen (dubbelzijdig scannen, dubbelzijdig afdrukken) (uitsluitend voor SP C261SFNw/SP C262SFNw) • Zwart-wit: 12 pagina's per minuut • Kleur: 12 pagina's per minuut Reproductieverhouding •...
Specificaties van het apparaat Item Beschrijving Scanregeldichtheid • 8 dots per mm × 3,85 regels per mm (200 × 100 dpi) • 8 dots per mm × 7,7 regels per mm (200 × 200 dpi) Verzendingstijd 3 seconden (8 dots per mm × 3,85 regels per mm, 33,6 kbps, MMR, ITU-T # 1 tabel) Overdrachtssnelheid 33,6 kbps tot 2400 bps (automatische...
Pagina 440
12. Bijlage Item Beschrijving Bijlagevormen (ontvangst): TIFF-S/TIFF-F (MH/MR/MMR-codering) Verificatiemethode SMTP-AUTH, POP voor SMTP, A-POP Origineelformaat A4 (lengte is maximaal 356 mm) Scanregeldichtheid 8 dots per mm × 3,85 regels per mm (200 × 100 dpi) 8 dots per mm × 7,7 regels per mm (200 × 200 dpi) Apparaatspecificaties van bestemmingen •...
Pagina 441
Specificaties van het apparaat Papiertoevoereenheid TK1220 Papiercapaciteit 500 vellen Papierformaat Voor meer informatie, zie Pag. 68 "Ondersteund papier". Afmetingen (Breedte × Diepte × Hoogte) 400 × 450 × 127 mm (15,8 × 17,8 × 5 inch) Papiergewicht Voor meer informatie, zie Pag. 68 "Ondersteund papier". Gewicht Minder dan 4 kg (8,9 lb.)
Printcartridge Printcartridge Gemiddeld aantal af te drukken pagina's per cartridge Zwart SP C260DNw/SP C260SFNw: (voornamelijk in Europa en Azië) 2000 pagina's SP C261DNw/SP C261SFNw: (voornamelijk in Europa en Azië) 2000 pagina's (voornamelijk in Noord-Amerika) 2.300 pagina's...
Pagina 443
Gemiddeld aantal af te drukken pagina's per cartridge (voornamelijk in Europa en Azië) 4000 pagina's, 6000 pagina's (voornamelijk in Noord-Amerika) 6.000 pagina's Magenta SP C260DNw/SP C260SFNw: (voornamelijk in Europa en Azië) 1600 pagina's SP C261DNw/SP C261SFNw: (voornamelijk in Europa en Azië) 1600 pagina's (voornamelijk in Noord-Amerika) 2.300 pagina's...
12. Bijlage *1 Het aantal afdrukbare pagina's is gebaseerd op pagina's die voldoen aan de norm ISO/IEC 19798 en op de belichting die als fabrieksstandaard is ingesteld. ISO/IEC 19798 is een internationale meetstandaard voor het afdrukken van pagina's, die door de IOS (International Organization for Standardization) wordt bepaald.
Apparaatinformatie Apparaatinformatie Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten (voornamelijk Europa en Azië) Voor gebruikers in landen waar het symbool zoals hier is afgebeeld is gespecificeerd in de nationale wetgeving aangaande de verwerking van elektronisch afval Onze producten bevatten hoogwaardige componenten en zijn ontworpen om het recyclen te vergemakkelijken.
Recycleprogramma voor toner- en inktcartridges U kunt toner- en inktcartridges gratis inleveren, zodat deze gerecycled worden. Dit gebeurt in overeenstemming met de milieuvoorschriften van uw gemeente. Voor meer informatie over het recycleprogramma, zie onze website of raadpleeg uw servicevertegenwoordiger. https://www.ricoh-return.com/...
Verklaring van conformiteit Melding aan gebruikers in de EER-landen Dit product voldoet aan de essentiële vereisten en voorwaarden van Richtlijn 2014/53/EU. De CE-verklaring van overeenstemming is beschikbaar via de volgende URL: http://www.ricoh.com/ products/ce_doc2/ en selecteer het betreffende product. Gebruikte frequentieband: 2400 - 2483,5 MHz...
12. Bijlage biedt het geen zekerheid dat het product juist zal werken in combinatie met een ander product met een Telepermit van een ander merk of model, noch houdt het in dat het product compatibel is met alle netwerkdiensten van Telecom. Dit apparaat is niet geschikt, onder welke conditie dan ook, voor juist gebruik met een hogere snelheid dan waar het voor ontworpen is.
Apparaatinformatie • Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger. • Verbind het apparaat met een stopcontact op een ander circuit dan waar de ontvanger op aan gesloten is. • Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-monteur voor hulp. Deze zender mag niet in de buurt van een andere antenne of zender worden geplaatst of worden gebruikt in combinatie met een andere antenne of zender.
Pagina 450
7. Als u problemen ervaart met dit apparaat kunt u contact opnemen met Ricoh Americas Corporation Customer Support Department at 1-800-FASTFIX. U kunt hier ook terecht voor reparatie of garantie-informatie.
Apparaatinformatie Opmerkingen voor gebruikers van draadloze apparaten in Canada Dit apparaat voldoet aan de normen van het Canadese industriële, vrij van vergunning gestelde RSS. Bediening is afhankelijk van de twee volgende voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) Dit apparaat moet een ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die tot ongewenste werking kan leiden.
12. Bijlage Remarques à l'attention des utilisateurs canadiens Le présent produit est conforme aux spécifications techniques applicables d'Innovation, Sciences et Développement économique Canada L'indice d'équivalence de la sonnerie (IES) sert à indiquer le nombre maximal de dispositifs qui peuvent être raccordés à une interface téléphonique. La terminaison d'une interface peut consister en une combinaison quelconque de dispositifs, à...
Apparaatinformatie Energiespaarstand 1 Het apparaat gaat over naar Energiespaarstandmodus 1 als het apparaat 30 seconden niet is gebruikt. Het kost minder tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de uitgeschakelde status of uit Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik in Energiespaarstand 1 is hoger in dan in Energiespaarstand 2.
12. Bijlage Handelsmerken Adobe en Acrobat zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Google Inc. OS X, TrueType App Store en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Pagina 455
Handelsmerken ® ® Microsoft Windows Vista Enterprise • De productnamen van Windows 7 zijn als volgt: ® ® Microsoft Windows 7 Starter ® ® Microsoft Windows 7 Home Premium ® ® Microsoft Windows 7 Professional ® ® Microsoft Windows 7 Ultimate ®...
Pagina 456
12. Bijlage ® ® Microsoft Windows Server 2012 Foundation ® ® Microsoft Windows Server 2012 Essentials ® ® Microsoft Windows Server 2012 Standard ® ® Microsoft Windows Server 2012 Datacenter • De productnamen van Windows Server 2012 R2 zijn als volgt: ®...
Pagina 457
INDEX Aanbevolen papier..........Codering.............. ADF............... Community............ADF (Automatische documentinvoer)..Configuratiepagina........84, 350 273, 321 Adresboek........... 134, 248 adresboek (LAN-Fax)......... Datum instellen............ Adresboek (LAN-fax).......... De fuseereenheid en transferrol vervangen..Afbeeldingsbelichting......... Direct kiezen............Afbeeldingsdichtheid.......... Directe verzending..........Afdrukfuncties............Disclaimer.............. Afdrukgebied............DNS-instelling............Afdrukinstelling van het netwerk......Doorsturen...........
Pagina 458
Fuseereenheid............. Instellingen papierlade........Instellingen resetten..........Instellingen van automatische e-mailmeldingen..Gebruikersbeperking.......................... Gebruikerscode........... Instellingen van Beheerderstoepassingen..Gebruikersfunctie beperken....... Instellingen voor datum en tijd......Gebruikersfuncties beperken......Internetfax........... 220, 314 Geheugenverzending......... Internetfax verzenden en ontvangen....Geluidsvolume aanpassen......... IPsec-beleidsinstellingen........Geverifieerde ontvangst......IPsec-instellingen..........227, 295 Glasplaat.............
Pagina 459
Menuoverzicht............. Dik papier 1............... Modelspecifieke informatie........Dik papier 2............... Dun papier................. Envelop................Etikettenpapier..............Netwerkapplicatie..........Gekleurd papier..............Netwerkinstellingen........275, 307 Geperforeerd papier............Netwerkinstellingen configureren als u OS X Gerecycled papier............gebruikt Karton................. Ethernet................Middelmatig dik papier............ USB.................. Normaal papier..............Netwerkinstellingen configureren wanneer u OS X Voorbedrukt papier............
Pagina 460
Scannen naar FTP........Verkorte kiesbestemming........134, 157 Scannen naar map..........Verplaatsing............Scannerbestemmingslijst........Vertrouwelijk document......... Scannereigenschappen........Verzendingsmodus..........Scannerjournaal..........Verzendinstelling scanner........Schoonmaken............Schutblad............. Wat u met dit apparaat kunnen doen Selecteer pap.lade..........Printerfunctie............... Selecteer papier......... 293, 294 Wat u met dit apparaat kunt doen SMTP-instellingen..........