Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Werking van de installatie controleren
Installatieoverzicht weergeven
Het installatieoverzicht toont de status van de compo-
nenten van de warmtepomp en installatie evenals de
temperaturen.
Servicemenu:
1. OK +
gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.
å
2. "Diagnose"
Functiecontrole uitvoeren
Met de functiecontrole kunnen de functies van de ver-
schillende installatiecomponenten worden gecontro-
leerd.
Servicemenu:
1. OK +
gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.
å
2. "Servicefuncties"
3. "Functiecontrole"
4. Gewenste functie starten, bijv. "Warm water". Er
worden alleen functies getoond die volgens de
installatie-uitvoering aanwezig zijn.
Tijdens de functiecontrole wordt het installatieover-
zicht weergegeven.
Veiligheidstemperatuurbegrenzer ontgrendelen: Type AWB(-M)-E/AWB(-M)-E-AC
A
Afb. 70
A
Ontgrendelingstoets van de veiligheidstempera-
tuurbegrenzer
88
3. "Installatieoverzicht"
4.
voor het omschakelen tussen "Installatieover-
zicht warmtegenerator" en "Installatieoverzicht ver-
bruikers"
Servicehandleiding "Vitotronic 200"
5. Functie met
beëindigen.
Servicehandleiding "Vitotronic 200"
Opmerking over functie "Koelcircuit SKK"
■
Bij verwarming is de 4-wegomschakelklep in de bui-
tenunit stroomloos.
■
Bij koeling is aan de 4-wegomschakelklep spanning
aanwezig. De warmtepomp wordt reversibel gebruikt
(omkering koelcircuit).
!
Opgelet
Als de warmtepomp, bijvoorbeeld tijdens de
opslag of bij het transport blootgesteld wordt
aan temperaturen onder
heidstemperatuurbegrenzer van het elektrisch
verwarmingselement worden geactiveerd. In dit
geval verwarmt het elektrisch verwarmingsele-
ment niet.
Veiligheidstemperatuurbegrenzer tot boven
20 °C verwarmen. Ontgrendelingstoets van de
veiligheidstemperatuurbegrenzer induwen.
Opmerking
De veiligheidstemperatuurbegrenzer kan alleen wor-
den ontgrendeld als de temperatuur aan de voeler
8
onder 85
–
°C ligt.
15 °C, kan de veilig-
–