Montageverloop
Koudemiddelleidingen aansluiten
Aanhaalmomenten voor koudemiddelleidingen
Kabel
Vloeistofleiding
6 mm
7
Heetgasleiding
12 mm
7
Vloeistofleiding
10 mm
7
Heetgasleiding
16 mm
7
Binnenunit: Koudemiddelleidingen aansluiten
Opmerking
Koudemiddelleidingen van de binnenunit zijn af fabriek
gevuld met stikstof, overdruk 1 tot 2 bar (0,1 tot
0,2 MPa).
2.
2x
1.
C
D
Afb. 29
Vloeistofleiding
C
D
Heetgasleiding
!
Opgelet
Vuil (bijv. metalen spaanders) of vocht in de kou-
demiddelleidingen kunnen de werking van het
toestel verstoren.
Daarom de buisopeningen naar onderen hou-
den of tijdelijk afsluiten.
Opmerking
Snijkanten aan buiseinden ontbramen.
■
Bij het gebruik van soldeeraansluitingen onder
■
beschermgas solderen.
34
(vervolg)
Aansluiting
C
D
D
Aanhaalmoment in Nm
UNF
⅝
⁷⁄₁₆ UNF
UNF
⅞
UNF
¾
UNF
⅝
UNF
⅞
C
3.
1. Types 201.D04 en 201.D06:
Moeren vervangen door de meegeleverde wartel-
moeren (binnenunit):
UNF voor vloeistofleiding
■
⅝
■
UNF voor heetgasleiding
⅞
Het meegeleverde verloopstuk met koperen
afdichtring aansluiten.
Types 201.D08 tot 201.D16:
De moeren op de bijbehorende koudemiddelleidin-
gen van de buitenunit schuiven.
2. Koudemiddelleidingen warmte- en dampdiffusie-
dicht isoleren.
33 tot 42
14 tot 18
63 tot 77
50 tot 62
33 tot 42
63 tot 77