Elektrisch aansluiten
Sensoren
Stekker
Sensor
F0
Buitentemperatuursensor
F4
Buffertemperatuursensor
F6
Boilertemperatuursensor boven
(X25.5/X25.6)
F7
Boilertemperatuursensor onder
(X25.7/X25.8)
F11
Dauwpuntsensor 24 V
Of brug
Opmerking
Installatie met verwarmings/koelwaterbuffer:
■
Als meerdere verwarmings-/koelcircuits gekoeld worden, voor elk verwar-
mings-/koelcircuit een dauwpuntsensor voorzien.
Meerdere dauwpuntsensoren in serie schakelen.
Wanneer een dauwpuntsensor 230 V~ (aansluiting op X3.8/X3.9) bij koe-
■
ling wordt gebruikt, brug plaatsen, anders treedt de warmtepomp niet in
werking (melding "CA Veiligheidsinr. primair").
F12
Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep M2/VC2
F13
Aanvoertemperatuursensor installatie (achter verwarmingswaterbuffer en ex-
terne warmtebron)
F14
Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (zonder buffer, verwarmingscircuit zon-
der mengklep A1/VC1 of afzonderlijk koelcircuit AKC)
F16
Kamertemperatuursensor koelcircuit
Vereist voor afzonderlijk koelcircuit AKC
■
Aanbevolen voor verwarmings-/koelcircuit zonder mengklep A1/VC1
■
F20
Keteltemperatuursensor externe warmtegenerator
F21
Bij warmtepompcascade: Aanvoertemperatuursensor zwembad
F23
Bij warmtepompcascade: Bufferuitgangtemperatuursensor
KM-BUS (aders kunnen worden verwisseld)
aVG
Indien meerdere apparaten worden aangesloten, KM-BUS-verdeler (acces-
soires) gebruiken.
KM-BUS-deelnemer (voorbeelden):
Uitbreidingsset mengklep voor verwarmingscircuit M3/VC3
■
Afstandsbediening (verwarmingscircuittoewijzing op de afstandsbediening
■
instellen)
Uitbreiding EA1, uitbreiding AM1
■
Modbus (aders niet verwisselen)
sVA
Aansluiting voor energiemeter van het fotovoltaïsche systeem
J1
Brug voor afsluitweerstand modbus
Afsluitweerstand actief (toestand bij levering)
Afsluitweerstand niet actief
(vervolg)
Montageverloop
Type
NTC 10 k
Ω
NTC 10 k
Ω
NTC 10 k
Ω
NTC 10 k
Ω
―
NTC 10 k
Ω
NTC 10 k
Ω
NTC 10 k
Ω
NTC 10 k
Ω
NTC 10 k
Ω
NTC 20 k
Ω
NTC 10 k
Ω
—
—
—
51