Door de volgende handelingen wordt het hybridesysteem ingescha
keld of wijzigt de stand van de startknop wanneer u de elektronische
sleutel bij u draagt.
•
Starten van het hybridesysteem
1lM@11
I
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
!p121 Neem plaats op de bestuurdersstoel en trap het rempedaal
stevig in.
Het controlelampje in de startknop gaat groen branden
.
Druk op de startknop.
Het hybridesysteem kan vanuit
iedere stand worden
gestart.
Na enkele seconden gaat het
controlelampje READY bran
den en klinkt er een pieptoon.
Als het controlelampje READY
brandt, kunt u wegrijden, zelfs
als de motor niet draait.
o
ITN21P129
•
Stoppen van het hybridesysteem
a
i
1
I
B reng de auto tot stilstand.
Druk op de startknop.
Controleer of het controlelampje schakelstand in het instru
~
~
mentenpaneel stand Paangeeft.
Activeer
de parkeerrem.
(~
Blz.
177)
~
!IA
si
Laat het rempedaal los en controleer dat het controlelampje
in de startknop uit is.
Als u het hybridesysteem uitschakelt zonder op de schakelaar
stand P te drukken, wordt schakelstand P automatisch ingescha
keld. U kunt schakelstand P ook inschakelen door op de schake
laar stand P te drukken.
---1
0:
CD
::l
en
::J
~
-,
0:
CD
::l
'lil......
160
161