Sommige functies van het audiosysteem kunnen worden bediend
met behulp van toetsen op het stuurwiel.
DVolume
f)
Inschakelen, selecteren van
de audiobron
D Radio: Selecteren van
radiozenders
CD: Selecteren van
muziekstukken, CD's
IT032P108
en mappen
I
Inschakelen
::l
Druk op de toets
8
als het audiosysteem UIT is.
~
ro'
e
....,
Het audiosysteem kan uit worden geschakeld door de toets gedurende
minimaal 1 seconde ingedrukt te houden
.
I
Selecteren van de audiobron
Druk op de toets
8
als het audiosysteem AAN is. De audiobron wij
zigt in onderstaande volgorde, elke keer als de toets wordt ingedrukt.
Als er geen CD in de speler aanwezig is, wordt die functie overgesla
gen
.
FM (1, 2, 3)
~
CD-speler
~
CD-wisselaar
~
AUX
~
MW
~
DAB (indien aanwezig)
317
Met deze aansluiting kan een extern audioapparaat op het
systeem
worden aangesloten en kan naar dit apparaat worden geluisterd
via
de luidsprekers van de auto.
Aansluiten van het externe
audioapparaat.
IT032P109
~C'Au~7
û
Druk op de toets
I
DISCAUX
}.
•
Bedienen van externe audioapparaten die aangesloten zijn op
het
audiosysteem
Het volume kan worden geregeld met behulp van de volumeregelaar van
het
audiosysteem van de auto. Alle overige functies moeten op het
externe
audioapparaat zelf worden geregeld
.
•
Bij het gebruik van een extern audioapparaat aangesloten op de
12V-accessoireaansluiting
Tijdens het afspelen kan ruis hoorbaar zijn
.
Gebruik de voedingsbron
van
het externe audioapparaat.
*:
Indien
aanwezig
316