.!E.!.;
'l'I'~'~
Draai iedere moer twee of drie
keer aan in de volgorde die in de
afbeelding is aangeven.
Aan haalmoment:
103 Nm (10,5
kgm,
76 fHbf)
IT052P120
Plaats bij auto's met volwaardig
reservewiel de wieldop terug.
Breng de uitsparing in de wieldop
in lijn met het ventieldopje zoals
aangegeven.
ITN52
P1
73
~
1
- I
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap
op.
Il.;ll:;
g!l!JI~
•
Het compacte reservewiel
•
Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aan
duiding TEMPORARY USE ONLY.
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk in noodgevallen.
.
Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel.
(~Blz
.
542)
.
Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs
Plaats het compacte reservewiel aan de achterzijde van de auto. Voer
onderstaande stappen uit en monteer de sneeuwkettingen op de voorwie
len.
...........-
1
•
1
Monteer het compacte reservewiel links of rechts achter.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de
achterzijde afkomstig
is.
'~
I
~
1
Monteer de sneeuwkettingen op de voorwielen.
.
Aanduiding kriksteunpunt
De aanduidingen van de kriksteunpunten
bevinden zich onder de dorpel. Deze dui
den de kriksteunpunten aan.
co
~
:
"0
o
0
m
:3
(J)
:::J
489
488