...
~\'EIil~t?lïlmf[W,w~
IT023P11
5
IT023P11
8
liJ
Verkort het interval van
de wisserwerking
m
Verlengt het interval van de
wisserwerking
D Sproeien/wissen
Ruitenwissers schakelen
automatisch in.
De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen worden bediend als
het contact AAN staat.
•
Regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
De regensensor reg istreert de
hoeveelheid neerslag.
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het con
tact AAN staat, werken de ruitenwissers één keer om aan te geven dat de
stand AUTO is geactiveerd.
Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afgesteld
,
kan de wisser één keer wer
ken om aan te geven dat de gevoeligheid is gewijzigd.
Als er geen ruitensproeiervloeistof op de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en con
troleer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zijn.
A
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van de ruitenwissers in
de stand AUTO (auto's met ruitenwissers met regensensor)
De ruitenwissers kunnen onverwacht in werking treden als de sensor aange
raakt wordt of als de voorruit aan trillingen word blootgesteld terwijl de rui
tenwissers in de stand AUTO staan
.
Let erop dat er niets bekneld raakt als
de ruitenwissers in werking treden.
221
220