COMPUTER-BESTURING
Wanneer u de zendontvanger op een computer aansluit, kunt
u de computer gebruiken als een elektronische
bedieningsconsole voor het op afstand bedienen van de
zendontvanger, zonder dat u de toetsen op het voorpaneel
hoeft aan te raken. Zo kunt u de zendontvanger bedienen
vanuit een andere kamer of zelfs, waar de programmatuur dit
mogelijk maakt en de wet het toestaat, vanuit een geheel
andere plaats, via de telefoonlijn.
Opmerking:
◆
Tijdens de bediening met de computer kunt u de
bedieningsorganen op het voorpaneel nog gewoon blijven
gebruiken. Alle instellingen die u op het voorpaneel maakt, zijn
onmiddellijk geldig.
◆
Na het loskoppelen of uitschakelen van de computer worden
alle waarden en functies teruggesteld op de instellingen die u op
het voorpaneel hebt gemaakt.
OPSTELLEN
■
VEREISTE APPARATUUR
•
Computer uitgerust met RS-232C seriële poort.
•
Recht doorverbonden kabel
Deze kabel moet aan een uiteinde een 9-polige
RS-232C contrastekker hebben en aan het andere
uiteinde een 9-polige of 25-polige RS-232C
contrastekker die past op de RS-232C poort van uw
computer.
•
Programmatuur voor de bediening van de
zendontvanger
U moet uw eigen programma's ontwerpen. Zie
"AANHANGSEL" {op blz. 70} voor verdere informatie.
■
AANSLUITINGEN
Het aansluiten van de zendontvanger op de computer is
gemakkelijk. Zie het schema in "AANSLUITEN VAN
RANDAPPARATUUR" {op blz. 60}.
Alvorens de zendontvanger op de computer aan
Opmerking:
te sluiten, dient u zowel de zendontvanger als de computer uit te
schakelen.
COMMUNICATIE-PARAMETERS
Om de zendontvanger via uw computer te bedienen, zult u
hiervoor eerst de vereiste communicatie-parameters moeten
kiezen.
1 In het computerprogramma stelt u de
gegevensoverdracht in op 8 data-bits, zonder pariteit.
2 Bij de zendontvanger roept u menu-nummer 35 op en
stelt dan de juiste overdrachtsnelheid en het aantal stop-
bits in.
•
De oorspronkelijke instellingen zijn 9600 bps en
1 stop-bit.
Voor een betrouwbare werking van de 38400 en
Opmerking:
57600 bps overdrachtsnelheden moet de RS-232C seriële poort van
uw computer deze snelle communicatie-parameters ondersteunen.
12 HANDIGE EXTRA FUNCTIES
Overdrachtsnelheid
Menu-instelling
12 – 1
24 – 1
48 – 1
48 – 2
96 – 1
192 – 1
384 – 1
576 – 1
GEBRUIK VAN EEN TRANSVERTER
Als u een transverter hebt die HF frequenties kan omzetten in
VHF/UHF frequenties, en omgekeerd, kunt u deze HF
transverter gebruiken als een VHF of UHF transceiver. Zie de
handleiding van de transverter voor verdere informatie.
1 Sluit de transverter aan op de ANT 1 of ANT 2 aansluiting
van deze zendontvanger.
2 Kies de gewenste frequentie.
•
De transverter gebruikt deze frequentie als referentie
voor de omzetting van frequenties.
•
De normale instelling is 1 kHz en de lagere cijfers op 0
("0.00" op het display).
3 Roep menu-nummer 40 op en kies de 50 MHz, 144 MHz
of 430 MHz instelling, afhankelijk van de band die u gaat
gebruiken. De oorspronkelijke instelling is OFF.
•
Bij het veranderen van de oorspronkelijke instelling
(OFF) wordt automatisch het zendvermogen op
ongeveer 5 W ingesteld.
•
Bij 50 MHz geeft de zendontvanger de frequentie tot
10 Hz nauwkeurig aan en bij 144 MHz en 430 MHz tot
100 Hz nauwkeurig.
Opmerking:
◆
Bij gebruik van een transverter zijn niet alle functies van de
zendontvanger beschikbaar.
◆
Bij gebruik van de los verkrijgbare VS-3 eenheid zullen de
gekozen VHF of UHF frequenties niet worden aangekondigd.
Stop-bits
(bps)
1200
1
2400
1
4800
1
4800
2
9600
1
19200
1
38400
1
57600
1
N-51