9 ONDERDRUKKEN VAN INTERFERENTIE
■
CW/ FSK MODE
1 Kies de CW of FSK mode.
2 Druk op de [FILTER] toets.
•
De huidige filter-instelling verschijnt.
3 Draai de MULTI/CH regelaar naar rechts om de
bandbreedte te vergroten en naar links om de
bandbreedte te verkleinen.
Stoorsignaal
Gewenst signaal
4 Druk op de [FILTER] toets om de procedure af te
sluiten.
B
s e
h c
k i
a b
e r
a b
d n
M
o
e d
i
s n
e t
i l l
g n
n e
5
, 0
8
, 0
1
0
, 0
1
5
, 0
C
W
4
0
, 0
5
0
, 0
6
0
, 0
1
0 ,
F
S
K
2
5
, 0
5
0
, 0
1
0 ,
, k
1
Afhankelijk van de bandbreedte die u gekozen hebt voor
de DSP filter en het type optionele filter dat u hebt
geïnstalleerd, zal automatisch de 'brede' IF filter of de
'smalle' IF filter worden gekozen.
O
t p
o i
e n
e l
M
o
e d
f
t l i
r e
2
C
W
1
Y
K
8 -
8
S
N
1 -
1
S
S
B
1 (
8 ,
k
H
) z
F
S
K
2
1
1
C
W
6
Y
K
8 -
8
C
1 -
C
W
5 (
0
0
H
) z
1
F
S
K
2
3
Y
K
8 -
8
C
N
1 -
C
W
5
C
W
2 (
7
0
H
) z
2
BEAT CANCEL ZWEVINGSONDERDRUKKING
De Beat Cancel zwevingsonderdrukking maakt gebruik van
een aanpassingsfilter en zorgt voor verzwakking van
cyclische interferentie binnen de ontvangst-doorlaatband. De
eigenschappen van de aanpassingsfilter veranderen
afhankelijk van de aard van het signaal dat op een bepaald
moment wordt ontvangen. De Beat Cancel functie kan
gebruikt worden in de SSB, FM of AM mode.
Ontvangst-doorlaatband
Storende
tonen
Vóór bijregeling
N-38
Stoorsignaal
r b
e e
t d
- e
O
o
s r
r p
n o
e k
j i l
H (
) z
i
s n
e t
i l l
g n
H (
2
0
, 0
3
0
, 0
6
0
0
, k
2
0 ,
k
5 ,
k
1
5 ,
k
B
n a
b d
e r
d e
e t
B
n a
b d
e r
d e
D
S
P
f
t l i
r e
F I
f
t l i
r e
0 ,
k
H
z
B
e r
e
d
0 ,
k
H
z
f o
a l
g
r e
S
m
l a
5 ,
k
H
z
B
e r
e
d
5
0
H
, z
5
0
0
H
, z
S
m
l a
0 ,
k
H
z
0 ,
k
H
, z
2
0 ,
k
H
z
B
e r
e
d
0
0
H
z
f o
a l
g
r e
S
m
l a
0 ,
k
H
, z
1
5 ,
k
H
z
B
e r
e
d
5
0
H
, z
5
0
0
H
z
S
m
l a
0
0
H
z
f o
h
o
g
r e
B
e r
e
d
0
H
, z
1
0
0
H
, z
S
m
l a
0
0
H
z
Gewenst signaal
Na bijregeling
Druk op de [B.C.] toets om de Beat Cancel functie in of uit te
schakelen.
•
De aanduiding "BEAT CANCEL" verschijnt wanneer de
functie wordt ingeschakeld.
Opmerking:
zendontvanger een klikgeluid. Dit duidt niet op een storing.
Als de onderdrukking niet voldoende is, houdt u de [B.C.]
toets langer dan 1 seconde ingedrukt om het
verzwakkingseffect te versterken; u hoort een pieptoon, maar
de aanduiding op het display blijft hetzelfde. Druk de [B.C.]
toets nogmaals langer dan 1 seconde in om het
oorspronkelijke verzwakkingsniveau weer in te stellen.
Opmerking:
◆
De verhoogde Beat Cancel komt te vervallen wanneer de
zendontvanger wordt uitgeschakeld.
◆
De verhoogde Beat Cancel kan een ongunstige invloed hebben
op de gewenste signalen, als gevolg van het sterkere
verzwakkingseffect.
e k
) z
N.R. RUISONDERDRUKKING
Deze zendontvanger biedt twee types ruisonderdrukking (1 en
2) om ruis van onbepaalde oorsprong te onderdrukken en op
deze wijze de interferentie in het gewenste signaal te
verminderen. Probeer beide types uit en kijk welk type het
beste resultaat geeft onder de heersende omstandigheden.
Gewoonlijk dient ruisonderdrukking 1 in de SSB mode te
worden gekozen en ruisonderdrukking 2 in de CW mode.
Opmerking:
het mogelijk dat de signalen minder helder zijn of kunnen er
pulsstoringen geïnduceerd worden.
e t
Druk op de [N.R.] toets voor het omschakelen tussen
ruisonderdrukking 1, ruisonderdrukking 2 en OFF.
•
De aanduiding "N.R. 1" of "N.R. 2" verschijnt wanneer
ruisonderdrukking 1 of 2 wordt ingeschakeld.
Opmerking:
voor twee mode-groepen: de ene groep bestaat uit SSB, FM en AM,
en de andere groep bestaat uit CW en FSK. U hoeft daarom niet
telkens de instelling te wijzigen wanneer u omschakelt van een mode
in de ene groep naar een mode in de andere groep.
■
WIJZIGEN VAN HET NR1 NIVEAU
Gebruik menu-nummer 51 om het niveau van
ruisonderdrukking 1 te wijzigen. Schakel ruisonderdrukking 1
in en kies dan het niveau, 1 t/m 9, terwijl u signalen ontvangt.
De oorspronkelijke instelling is "Automatisch". In deze stand
wordt een optimaal niveau ingesteld overeenkomstig de
sterkte van de ontvangen signalen.
Opmerking:
◆
Bij gelijktijdig gebruik van een hoog NR1 niveau en een hoge
Beat Cancel instelling is het mogelijk dat de ruis sterk
doorkomt. Dit duidt niet op een storing.
◆
Wanneer u het NR1 niveau in het menu wijzigt, produceert
het toestel korstondig een schakelgeluid. Dit duidt niet op
een storing.
■
INSTELLEN VAN DE TIJDCONSTANTE VOOR
RUISONDERDRUKKING 2
Met deze functie kunt u de correlatietijd voor
ruisonderdrukking 2 veranderen. Wanneer u in de SSB
mode bent, kiest u de correlatietijd waarbij de helderste
ontvangst wordt verkregen. In de CW mode stelt u in op
de langste correlatietijd die nog betrouwbare ontvangst
biedt. Hoe langer u de correlatietijd kiest, des te beter zal
de signaal/ruisverhouding zijn.
Roep menu-nummer 12 op en kies 7,5 ms of 20 ms. De
oospronkelijke instelling is 20 ms.
Bij ontvangst van onderbroken CW signalen, maakt de
Bij gebruik van ruisonderdrukking 2 in de SSB mode is
Er kan een verschillende instelling worden gemaakt