SPECIALE PROCEDURES
-
Als er zich afzettingen in het af-
tapreservoir voor de schone ka-
mer bevinden.
-
Als een slang verstopt is.
In dat geval moeten de volgende
onderdelen van het voertuig een
onderhoudsbeurt krijgen:
-
Reinigen luchtfilterhuis
-
Ventilatiegaten (ventilator radia-
torkoeling, waterpomp, koelre-
servoir, brandstoftank, versnel-
lingsbak, voordifferentieel en
achterwielaandrijving)
-
Reiniging CVT-luchtfilter
-
Reiniging CVT
-
Vervangen
brandstoftank
-
Controle smeermiddel en vervan-
gen indien nodig (motor, versnel-
lingsbak en achterwielaandrij-
ving)
OPMERKING
geen onderhoudsbeurt krijgt, kan
dit leiden tot permanente schade
aan de volgende componenten
(niet-exhaustieve lijst):
-
Motor en versnellingsbak
-
Brandstofpomp
-
CVT
-
Koelventilator
-
Voordifferentieel
-
Achterwielaandrijving.
Wat als het voertuig is
omgeslagen?
Als uw voertuig ondersteboven of
op zijn zijkant ligt, zet het dan terug
op zijn wielen. Inspecteer het
voertuig op beschadigingen.
WAARSCHUWING
Gebruik het voertuig niet als het
beschadigd is. Raadpleeg een
erkende Can-Am dealer.
Als het voertuig geen schade heeft,
raadpleeg dan het hoofdstuk ON-
88
ontluchtingsfilter
Als het voertuig
DERHOUD en inspecteer het vol-
gende.
-
Inspecteer het luchtfilterhuis op
olie. Reinig de luchtfilter en het
luchtfilterhuis als u olie aantreft.
-
Controleer het motoroliepeil re-
gelmatig en vul bij indien nodig.
-
Controleer het motoroliepeil re-
gelmatig en vul bij indien nodig.
-
Controleer het oliepeil van de
versnellingsbak regelmatig en
vul bij indien nodig.
-
Controleer het oliepeil van de
achterwielaandrijving regelmatig
en vul bij indien nodig.
-
Controleer het voordifferentieel
regelmatig en vul bij indien no-
dig.
-
Start de motor. Leg de motor
onmiddellijk stil als het oliedruk-
lichtje blijft branden. Raadpleeg
een erkende Can- dealer.
Wanneer het voertuig is omgesla-
gen, moet het door een erkende
Can-Am dealer worden geïnspec-
teerd.
OPMERKING
dashboard terug over het luchtfil-
terhuis plaatst, moet u ervoor
zorgen dat alle ventilatieslangen
op juiste wijze bij het luchtkanaal
geleid zijn.
CONSOLESTEUN VERWIJDERD VOOR
DE GOEDE ZICHTBAARHEID
1. Leid de ontluchtingsleiding nabij luchtka-
naal
Wanneer u het