Uitvoer is vaag of mat
Controleer de afdrukmodus
z
Controleer de afdrukinstellingen voor het papiertype.
z
Controleer de inktpatronen
z
Kleuren worden in zwartwit afgedrukt
Controleer de instellingen van het printerstuurprogramma
z
De verkeerde kleuren worden afgedrukt
Controleer de instellingen van het printerstuurprogramma
z
Controleer de inktpatronen
z
NLWW
In de modus Snel kunt u sneller afdrukken. Deze optie is
goed voor het afdrukken van concepten. Voor een afdruk met
mooiere kleuren selecteert u de modus Normaal of Best in het
printerstuurprogramma.
Wanneer u op transparanten of ander speciaal materiaal
afdrukt, selecteert u het overeenkomstige materiaaltype in
het dialoogvenster Printerinstellingen.
Controleer of alle lijnen zijn verbonden en goed zijn afgedrukt.
Indien de lijnen zijn onderbroken, zijn een of meer van uw
inktpatronen mogelijk leeg of kapot. Vervang die inktpatronen
door nieuwe.
Mogelijk is het selectievakje Afdrukken in grijsschaal
geselecteerd. Open het dialoogvenster Printereigenschappen
in uw softwaretoepassing. Klik op het tabblad Kleur en controleer
of Afdrukken in grijswaarden niet is geselecteerd.
Mogelijk is het selectievakje Afdrukken in grijswaarden
geselecteerd. Open het dialoogvenster Printereigenschappen
in uw softwaretoepassing. Klik op het tabblad Kleur en controleer
of Afdrukken in grijswaarden niet is geselecteerd.
Wanneer de kleuren volledig verkeerd zijn, mist de printer mogelijk
een of meer kleuren inkt. Controleer de status van de inktpatronen
in de Werkset en vervang bijna lege en lege inktpatronen.
Voor instructies over het vervangen van een inktpatroon raadpleegt
u "De inktpatronen onderhouden".