7
8
9
Stap 8: Papier laden
Het papier kunt u in de printer op vier plaatsen invoeren:
z
z
z
z
De printer ondersteunt materiaal van 102 bij 152 mm tot 330 bij
483 mm. In de volgende tabel ziet u de soorten materialen waarmee
u op elk invoerpunt kunt afdrukken. Voor uitgebreide informatie over de
bruikbare materialen raadpleegt u "Afdrukmateriaal selecteren".
Type materiaal
Gewoon papier
Inkjetpapier
Fotopapier
Transparantenfilm
Speciaal papier
(spandoekpapier,
stickers,
opstrijkpatronen)
Wenskaarten, inclusief
Hagaki-kaarten
Til de printerkopvergrendeling op en haal deze naar voren. Maak
het haakje van de vergrendeling vast aan de houder en druk de
vergrendeling naar achteren totdat deze zich in de oorspronkelijke
positie bevindt. U dient de printerkopvergrendeling met enige
kracht te sluiten. Indien de printerkopvergrendeling zich niet laat
sluiten, controleert u of de printerkoppen goed zijn geplaatst door
elke printerkop opnieuw goed aan te drukken.
Sluit de kappen van de printerkoppen en de inktpatronen.
Wanneer de printer de printerkoppen initialiseert, dient u even te
wachten. Dit kan een paar minuten duren. Wanneer de initialisatie
is voltooid, wordt een uitlijnpagina afgedrukt. Als er geen
uitlijnpagina wordt afgedrukt, controleert u of er papier in de printer
aanwezig is.
Lade 1 (standaardlade): Kan maximaal 150 vellen van 75 gsm
bevatten.
Lade 2 (facultatieve accessoire): Kan maximaal 250 vellen van
75 gsm bevatten.
Handmatige invoer voorzijde: Kan maximaal 10 vellen bevatten.
Handmatige invoer achterzijde: Kan één vel bevatten.
Lade 1 Lade 2 Handmatige
Handmatige
invoer
invoer
achterzijde
achterzijde
NLWW