Inhoudsopgave
Advertenties
7
De drie soorten kabels kunt u allemaal op uw computer aansluiten.
De printer verwerkt afdruktaken in de volgorde waarin de taken zijn
verzonden.
8
9
10 Volg de instructies op het scherm om de software-installatie
De installatie controleren
1
2
3
De software verwijderen
U dient beheerdersrechten te hebben om de printersoftware in
Windows NT 4.0 (Service Pack 4.0 of hoger) of Windows 2000
te kunnen verwijderen.
1
NLWW
Indien de printer wordt ingesteld voor lokaal afdrukken, klikt u op
Verbonden met deze computer en vervolgens op Volgende.
Ga anders door met stap 9.
a In het venster Kabeltype selecteren selecteert u het type
kabel dat u gebruikt om de printer op de computer aan te sluiten
(USB, Parallelle kabel of Netwerkkabel) en klikt u vervolgens
op Volgende.
b Volg de instructies op het scherm om de software-installatie
voor een lokale verbinding te voltooien.
Indien de printer wordt ingesteld voor afdrukken op het netwerk,
klikt u op Verbonden via het computer en vervolgens
op Volgende.
Klik op Client-setup als de printer is verbonden met een
server of de computer van iemand anders. Klik op Server of
Peer-to-Peer-setup als u voor het eerst een printerserver instelt
of als u rechtstreeks afdrukt naar de HP Jetdirect-printerserver/
Internet-connector (LIO-module) die in uw printer is geïnstalleerd.
te voltooien.
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten en
de printer is ingeschakeld.
Klik op Instellingen, Printers en klik vervolgens met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer
Eigenschappen.
Klik op het tabblad Algemeen op Testpagina afdrukken.
Indien de testpagina niet wordt afgedrukt, raadpleegt u
"De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)".
Start Windows en controleer of er geen andere Windows-
toepassingen zijn geopend.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
