6
De Werkset gebruiken
De Werkset geeft u informatie over de status en het onderhoud van
uw printer. Ook krijgt u stapsgewijze instructies voor basisafdruktaken
en hulp bij het oplossen van problemen met de printer.
Nadat u de printer hebt geïnstalleerd, kunt u de Werkset openen door
op het pictogram Werkset up uw bureaublad te klikken.
Printerstatus (tabblad)
Op het tabblad Printerstatus ziet u de status van de printerkop en de
inktpatroon. De computer dient bidirectionele communicatie tot stand
te brengen om de status te kunnen weergeven. In de vervolgkeuzelijst
ziet u de printer die nu is geselecteerd. In het statusvenster ziet u de
printerstatus.
In het venster Informatie over inktniveau ziet u het artikelnummer
en de statusinformatie van de geïnstalleerde patronen, inclusief de
hoeveelheid inkt die zich nog in de patronen bevindt.
Wanneer u berichten van de Werkset en bidirectionele communicatie
wilt in- of uitschakelen, klikt u op Voorkeuren op het tabblad
Printerstatus.
Informatie (tabblad)
Op het tabblad Informatie kunt u de printer registreren, kijken
of er nieuwe printerstuurprogramma's zijn, informatie over de
printerhardware en de conditie van de printerkop bekijken en uw
eigen webpagina over het verbruik van de printer maken. Bovendien
krijgt u hier toegang tot Help-informatie over het gebruik van de printer,
problemen oplossen en contact opnemen met HP.
Printerinformatie is alleen beschikbaar voor netwerkprinters.
NLWW