Inhoudsopgave
Advertenties
3 - INSTALLATIE VAN HET SYSTEEM
5
6
Nr. Stappen
Afbeelding
Als de units zijn voorzien van een interne toerengeregelde hoofdpomp, dan moeten diverse parameters worden ingesteld voor elke unit van de Master/
7
8
Om de status van de verschillende Slaves te kennen, gebruikt u onderstaande procedure (zie § 3.7.3. b - Beheren van Master en Slave units met een
units met een gemeenschappelijk gebruikersinterface om de Slave 1 status door te geven
MSL_
Master/slave
742
CONF
selectie
Bedieningspaneel
UI_CONF 521
units met een gemeenschappelijk gebruikersinterface om de Slave 2 status door te geven
MSL_
Master/slave
742
CONF
selectie
Bedieningspaneel
UI_CONF 521
Tabel
Par. Aanduiding Beschrijving
Voor het confi gureren van de hoofdpomp van de master unit, moeten de andere units
van de instalaltie in de modus OFF zijn (alleen master unit is ingeschakeld)
MSL_CONF
758
Bepaal het min. pomptoerental om het afsluiten van de stromingschakelaar mogelijk te maken (zie tabel 3: acties in het WUI-parametermenu
of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor het hydraulische circuit)
Pas het pomptoerental aan om het verwachte waterdebiet te verkrijgen (zie tabel 3: acties in het WUI-parametermenu of
servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor het hydraulische circuit - Regel
moeten de andere apparaten van de installatie UIT zijn (alleen slave 1 is geactiveerd)
Gebruik procedure §3.7.3.b Beheren van Master en Slave units met een gemeenschappelijk bedieningspaneel om de Slave 1 status door
MSL_CONF
758
Bepaal het min. pomptoerental om het afsluiten van de stromingschakelaar mogelijk te maken (zie tabel 3: acties in het WUI-parametermenu
of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor het hydraulische circuit)
Pas het pomptoerental aan om het verwachte waterdebiet te verkrijgen, met pompparameters = aanpasbaar constant toerental (zie tabel 3:
acties in het WUI-parametermenu of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor
het hydraulische circuit - Regel 'Toerengeregelde pomp – regeling op aanpasbaar constant toerental')
Voor het confi gureren van de hoofdpomp van unit Slave 2, moeten de andere units van de installatie uit
Gebruik procedure §3.7.3.b - Beheren van Master en Slave units met een gemeenschappelijk bedieningspaneel om de Slave 2 status door
MSL_CONF
758
Bepaal het min. pomptoerental om het afsluiten van de stromingschakelaar mogelijk te maken (zie tabel 3: acties in het WUI-parametermenu
of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor het hydraulische circuit)
Pas het pomptoerental aan om het verwachte waterdebiet te verkrijgen, met pompparameters = aanpasbaar constant toerental (zie tabel 3:
acties in het WUI-parametermenu of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor
het hydraulische circuit - Regel 'Toerengeregelde pomp – regeling op aanpasbaar constant toerental')
De master unit wordt dan gebruik voor alle andere configuratiepunten (setpunt...).
gemeenschappelijk bedieningspaneel).
NL-
Gebruik procedure §3.7.3.b - Beheren van Master en Slave
Sta het master/slave bedrijf toe als slave:
0 = Uitschakelen
1 = Master
2 = Slave
Confi gureer gebruikersinterface voor slave:
0 = Geen gebruikersinterface
1 = Afstandsbediening door contacten of SUI
2 = WUI op afstand gemonteerd in het huis (pictogram
type
"Luchttemp." wordt weergegeven)
3 = WUI lokaal gemonteerd op het apparaat (pictogram
"Watertemp." wordt weergegeven)
Gebruik procedure §3.7.3.b - Beheren van Master en Slave
Sta het master/slave bedrijf toe als slave:
0 = Uitschakelen
1 = Master
2 = Slave
Confi gureer gebruikersinterface voor slave:
0 = Geen gebruikersinterface
1 = Afstandsbediening door contacten of SUI
2 = WUI op afstand gemonteerd in het huis (pictogram
type
"Luchttemp." wordt weergegeven)
3 = WUI lokaal gemonteerd op het apparaat (pictogram
"Watertemp." wordt weergegeven)
Slave-installatie
Gebruik procedure §3.7.3.b - Beheren van Master en Slave units
met een gemeenschappelijk gebruikersinterface om de master status door te geven
0 = Geen pompaansturing
1 = Gemeenschappelijke waterpomp (een pomp
wordt aan de buitenkant van het apparaat op het
watersysteem gemonteerd en wordt geregeld door het
Master/Slave
masterapparaat)
pomptype
2 = Individuele waterpomp: draait volgens M/S-
totaalstatus (par. 229)
3 = Individuele waterpomp: gestopt als aan alle
voorwaarden van het apparaat is voldaan
'Toerengeregelde pomp – regeling op aanpasbaar constant toerental')
Voor het confi gureren van de hoofdpomp van het slave 1-apparaat
te geven
0 = Geen pompaansturing
1 = Gemeenschappelijke waterpomp (een pomp
wordt aan de buitenkant van het apparaat op het
watersysteem gemonteerd en wordt geregeld door het
Master/Slave
masterapparaat)
pomptype
2 = Individuele waterpomp: draait volgens M/S-
totaalstatus (par. 229)
3 = Individuele waterpomp: gestopt als aan alle
voorwaarden van het apparaat is voldaan
zijn (alleen Slave 2 is ingeschakeld)
te geven
0 = Geen pompaansturing
1 = Gemeenschappelijke waterpomp (een pomp
wordt aan de buitenkant van het apparaat op het
Master/Slave
water-
pomptype
systeem gemonteerd en wordt geregeld door het
masterapparaat)
2 = Individuele waterpomp (elk master- of
slaveapparaat heeft zijn eigen pomp)
45
0 tot 2
0
2
-
0 tot 3
0
1
-
0 tot 2
0
2
-
0 tot 3
0
1
-
Bereik Standaard Vb. Eenheid
0 tot 3
2
2
-
0 tot 3
2
2
-
0 tot 3
2
2
-
EREBA T-HT
Advertenties
Inhoudsopgave
