2 - INSTALLATIE VAN DE UNIT
2.2.2 - Plaatsen van de unit
In het geval de machine is opgesteld op een verhoging moet deze gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud.
Raadpleeg altijd § 1.4. 'Afmetingen en benodigde vrije ruimte' om er zeker van te zijn dat er voldoende ruimte is voor alle aansluitingen
en voor onderhoudswerkzaamheden. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling de met
de unit meegeleverde officiële maatschetsen. Voor standaard units is bestendigheid tegen aardbevingen niet geverifieerd.
Voor normale toepassingen van deze units is geen aardbevingsbestendigheid vereist. Bestendigheid tegen aardbevingen is niet
geverifieerd.
LET OP:
Breng de hijsstroppen alleen aan op de aangegeven hijspunten (zie afbeelding 2 voor het lossen van de unit en afbeelding 3 voor
het verplaatsen van de unit naar zijn definitieve positie).
Stel de buitenluchttemperatuursensor (op de batterij) niet bloot aan direct zonlicht of andere warmtebronnen.
Controleer voordat het apparaat wordt geplaatst of:
•
De gebouwconstructie sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen.
•
als de unit moet werken als warmtepomp in temperaturen onder 0°C deze ten minste 300 mm boven de vloer moet staan. Dit is nodig
op ijsvorming op het frame van de unit te voorkomen en ook om een correcte werking van de unit mogelijk te maken op plaatsen waar
de sneeuw deze hoogte misschien kan bereiken.
•
het oppervlak waterpas, vlak en niet beschadigd is. De unit moet op de X en Y assen waterpas worden geplaatst (max. tolerantie in
beide richtingen 5 mm).
•
er voldoende vrije ruimte is voor een onbelemmerde luchtuittrede en voor onderhoud (zie de maatschetsen)..
•
er voldoende steunpunten zijn en dat deze zich op de juiste plaatsen bevinden.
•
de locatie niet onder water kan komen te staan.
•
wanneer zware sneeuwval kan optreden en lange perioden van temperaturen onder nul normaal zijn, de unit zo hoog is geplaatst dat
sneeuw er zich niet tegen kan ophopen. Bij hoge windsnelheden kan het plaatsen van windschermen uitkomst brengen. Deze mogen
de luchtintrede uiteraard niet belemmeren.
LET OP:
Controleer, voordat de unit naar de plaats van opstelling worden gehesen, dat alle panelen goed zijn bevestigd. De unit moet
voorzichtig worden gehesen en rustig worden neergezet. Door kantelen of stoten kan de unit beschadigen en minder goed werken.
Als de EREBA T/HT-apparaten worden opgehesen met hijsstroppen, raden wij aan de batterijen te beschermen tegen indrukken als een
apparaat wordt verplaatst. Gebruik balken of een spreider om de hijsstroppen boven het apparaat te spreiden. De unit mag niet méér dan
15° overhellen.
LET OP:
Oefen nooit druk uit op de panelen van de omkasting. Alleen de onderkant van het frame van de unit is ontworpen om dergelijke
spanningen te weerstand. Als een unit een hydromodule heeft, moeten de leidingen van de hydromodule en de pomp zo gemonteerd
worden dat zij niet aan mechanische spanningen blootstaan. De leidingen van de hydromodule moeten zo worden gemonteerd dat
de pomp niet het gewicht van de leidingen draagt.
NL-
17
EREBA T-HT