2 - INSTALLATIE VAN DE UNIT
2.6 - Inbedrijfstellingstypen
BELANGRIJK:
De aansluiting op het werk van verbindingscircuits brengt
veiligheidsrisico's met zich mee: bij veranderingen van de
schakelkast moet de apparatuur altijd conform de lokale
voorschriften blijven. Voorzieningen moeten getroffen worden
om toevallig elektrisch contact te voorkomen tussen de circuits
die verschillende bronnen van stroom voorzien:
●
De kabeltracés en/of eigenschappen van de geleidingsisolatie
moeten dubbele elektrische isolatie verzekeren.
●
In geval van losraken van stuurstroombedrading in de
schakelkast moet deze zodanig bevestigd zijn dat de draad
niet in aanraking kan komen met andere spanningsvoerende
delen.
Zie het bij het EREBA 17-21 T/HT-apparaat meegeleverde
bedradingsschema voor de externe stuurstroombedrading van de
volgende functies:
•
Veiligheidsschakelaar (normaal gesloten contact, verplicht)
Drie mogelijke configuraties voor de regeling:
1/ Verbindingen naar de externe afstandsbediening (zie voor
meer details afbeelding 10 en §4.2.4 Schakelaars)
•
Externe aan/uit-schakelaar
•
Externe schakelaar verwarmen/koelen
•
Externe keuzeschakelaar thuis/slapen
•
Alarm/Waarschuwing of bedrijfsrapport...
2/ Verbindingen naar het bedieningspaneel
Wanneer het extern gemonteerde bedieningspaneel is gekozen,
dan moet het bedieningspaneel worden aangesloten op de
klemmenstrook (zie §3.9 Unit met bedieningspaneel op afstand.
3/ Verbindingen naar de externe communicatiebus
•
De verbinding naar het externe protocol verloopt over een
hiervoor bestemde connector in de schakelkast. Er is een
connector meegeleverd voor de serviceverbinding.
•
De verbinding naar de Jbus gebeurt met een meegeleverde
connector rechtstreeks op de print van de NHC (zie het bij de
unit geleverde bedradingsschema).
2.7 - Controle voor het starten van de unit
Probeer
nooit
om
de
gebruiksaanwijzing volledig te lezen en te begrijpen en zonder de
volgende voorzorgsmaatregelen te hebben genomen:
•
Zorg ervoor dat alle elektrische verbindingen correct zijn
vastgezet.
•
Zorg ervoor dat unit horizontaal is en goed wordt ondersteund.
•
Controleer of het watercircuit voldoende waterdebiet heeft en
dat de leidingen zijn aangesloten volgens het installatieschema.
•
Zorg ervoor dat er geen water lekt. Controleer de correcte
werking van de gemonteerde ventielen.
•
Alle panelen moeten gemonteerd zijn en stevig vastzitten met de
bijbehorende schroeven.
•
Zorg voor voldoende vrije ruimte voor het uitvoeren van
onderhoud en reparaties.
•
Zorg ervoor dat er geen koudemiddel lekt.
•
Controleer of de elektrische voeding overeenkomt met de
waarden op de kenplaat van de unit, in het bedradingsschema
en in de andere documentatie van de unit.
•
Zorg ervoor dat de voeding overeenkomt met de geldende
normen.
•
Zorg dat de compressoren vrijelijk kunnen bewegen op de
bevestigingsveren.
LET OP:
●
De inbedrijfstelling en ingebruikname van de warmtepomp
moet worden begeleid door een bevoegde koeltechnicus.
●
De tests bij het opstarten en tijdens de werking moeten
worden uitgevoerd met een thermische belasting en met
watercirculatie in de waterwarmtewisselaar.
●
Alle wijzigingen van setpoints en het testen van de regeling
moeten worden uitgevoerd voordat de unit wordt opgestart.
Zorg ervoor dat alle veiligheidsorganen operationeel zijn, met name
dat de hogedrukschakelaars werken en dat eventuele alarmen zijn
gereset.
OPMERKING:
Indien
de
instructies
wateraansluiting en installatie) niet worden nageleefd vervalt de
fabrieksgarantie.
NL-
29
koelmachine
te
starten
zonder
van
de
fabrikant
(voeding
EREBA T-HT
de
en