1 - INLEIDING
1.1 - Inleiding
Voorafgaand aan het eerste opstarten van de EREBA T/HT-apparaten
moeten de betrokken personen zich vertrouwd hebben gemaakt met
deze instructies en technische gegevens voor de installatie.
De EREBA T/HT-buitensystemen zijn ontworpen voor een zeer
hoog niveau van veiligheid en betrouwbaarheid, waardoor de
installatie, het opstarten, de werking en het onderhoud gemakkelijk
en veilig kunnen worden uitgevoerd. Wanneer ze op de juiste wijze
worden gebruikt, werken ze veilig en betrouwbaar.
Ze zijn ontworpen voor een levensduur van 15 jaar door uit te gaan van
een bezettingsgraad van 75%; dat is ongeveer 100.000 bedrijfsuren.
De procedures in deze handleiding zijn gerangschikt in de vereiste
volgorde voor de installatie, de inbedrijfstelling, de bediening en het
onderhoud.
Zorg dat u de in deze instructies opgenomen procedures en
veiligheidsrichtlijnen begrijpt en opvolgt, evenals die van deze
handboek, zoals: het dragen van beschermende kleding zoals
handschoenen, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en gebruik
van de passende gereedschappen en het bezit van de vereiste
kwalificaties (elektrisch, airconditioning, lokale wetgeving).
Zie de conformiteitsverklaringen van deze producten om te controleren
of ze voldoen aan de Europese richtlijnen (machineveiligheid,
laagspanning, elektromagnetische compatibiliteit, apparatuur onder
druk, etc.).
1.2 - Veiligheid
1.2.1.
Veiligheidsinstructies voor de installatie
Na aflevering van de unit, moet hij op schade worden gecontroleerd.
Controleer dat het koudemiddelcircuit onbeschadigd is. Met name dat
er geen componenten of leidingen zijn verschoven of beschadigd (bijv.
door schokken). Voer in geval van twijfel een lektest uit. Indien schade
wordt geconstateerd bij ontvangst en voor ondertekening, stel dan
direct het transportbedrijf aansprakelijk.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder
en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of zonder ervaring en kennis van het apparaat als zij
onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig
gebruik van het apparaat en voor zover zij de mogelijke gevaren
ervan hebben begrepen.
Let op dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Laat de pallet of beschermende verpakking op hun plaats tot de
unit op zijn definitieve plaats staat. Deze units kunnen worden
verplaatst met een vorkheftruck zolang de vorken zich op de
juiste plaats en in de juiste richting op de unit bevinden.
De units kunnen ook worden opgehesen met hijsstroppen (zie
afbeelding 1 en 2).
Gebruik hijsstroppen die voldoende sterk zijn voor het gewicht van
de unit en volg altijd de hijsinstructies op de officiële maatschetsen.
Veiligheid wordt alleen gegarandeerd wanneer deze instructies
nauwkeurig worden opgevolgd. Wanneer dit niet gebeurt kan
schade aan de apparatuur of lichamelijk letsel van personeel
het gevolg zijn.
DEK NOOIT BEVEILIGINGEN AF.
Dit geldt voor smeltveiligheden en veiligheidsventielen (indien
gebruikt) in de koudemiddel- of watercircuit. Controleer of de
oorspronkelijke beschermpluggen nog in de uitlaatopeningen van
de kleppen zitten. Deze pluggen bestaan gewoonlijk uit kunststof
en moeten niet worden gebruikt. Als ze nog aanwezig zijn moeten ze
worden verwijderd. Installeer (indien noodzakelijk) afblaasleidingen
op de uitlaatopeningen van de beveiligingen om binnen-dringen
van ongewenst materiaal (stof, bouwafval, etc.) en atmosferische
stoffen te voorkomen (water kan roest of ijsvorming veroorzaken).
Deze afblaasleidingen mogen de werking niet belemmeren en geen
drukdaling veroorzaken die groter is dan 10% van de ingestelde
druk.
EREBA T-HT
Classificatie en regelgeving
De
beveiligingsinrichtingen
overeenstemming met het drukvatenbesluit en de nationale
voorschriften in de EU en zijn als volgt geclassificeerd:
Koudemiddelzijde
Hogedrukschakelaar
Extern overdrukventiel
(3)
Breekplaat
Smeltzekering
Warmteoverdracht
(vloeistofzijde)
Extern overdrukventiel
(1) Geclassificeerd voor de bescherming in normale bedrijfssituaties.
(2) Geclassificeerd voor de bescherming in abnormale bedrijfssituaties. De
toebehoren zijn berekend voor een brand met een thermische flux van 10kW/
m². Er mogen zich geen brandbare stoffen bevinden binnen een afstand van
6,5 m van de unit.
(3) De kortstondige overdrukbegrenzing van 10% van de bedrijfsdruk geldt niet voor
deze abnormale bedrijfssituatie.
De insteldruk mag hoger zijn dan de ontwerpdruk. In dit geval zorgt de
ontwerptemperatuur of de hogedrukschakelaar ervoor dat de bedrijfsdruk niet
wordt overschreden in normale bedrijfssituaties.
(4) De keuze van deze overstortventielen wordt overgelaten aan de personen die
verantwoordelijk zijn voor de voltooiing van de waterinstallatie.
Deze ventielen en veiligheden mogen, zelfs als er geen gevaar
voor brand is, niet worden verwijderd. Er is geen garantie dat
de veiligheden weer worden teruggeplaatst indien de installatie
wordt veranderd of als de unit wordt verplaatst met een
gasvulling.
Wanneer
de
unit
veiligheidsvoorzieningen voorkomen scheuren als gevolg
van overdruk door het vrijgeven van het koudemiddel.
Bij blootstelling aan een vlam kan de vloeistof worden
ontbonden in toxische residuen:
-
Blijf uit de buurt van het apparaat.
-
Zorg voor waarschuwingen en aanbevelingen voor het
personeel dat verantwoordelijk is voor het blussen van
de brand.
-
Brandblussers geschikt voor het systeem en het gebruikte
type koudemiddel moeten gemakkelijk toegankelijk zijn.
Alle
in
de
fabriek
voorzien van een verzegeling om wijzigingen in de afstelling te
voorkomen.
Overdrukventielen moeten periodiek worden gecontroleerd. Zie
paragraaf §1.2.4. Veiligheidsinstructies voor reparaties.
Monteer een aftapkraan in het afvoercircuit vlak bij elk
overdrukventiel om condens- of regenwater te kunnen afvoeren.
Houd u aan alle voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het
hanteren van koudemiddel, in overeenstemming met de lokale
voorschriften.
Opgehoopt koudemiddel in een afgesloten ruimte kan de zuurstof
verdrijven en verstikking of een ontploffing veroorzaken.
Inademen van hoge concentraties van damp is schadelijk en kan
leiden tot hartritmestoornissen, bewusteloosheid en overlijden.
Damp is zwaarder dan lucht en verkleint de hoeveelheid
zuurstof die beschikbaar is voor de ademhaling. Hierdoor
kunnen oog- en huidirritatie ontstaan. Ontledingsproducten
kunnen gevaarlijk zijn.
NL-
6
van
deze
machines
Beveiliging
Overdrukbeveiliging in
(1)
geval van externe brand
X
X
X
X
(4)
(4)
wordt
blootgesteld
geïnstalleerde
overstortafsluiters
zijn
in
(2)
aan
vuur,
zijn