Instelling in menu
Inactief
Fout
Waarschuwing
Waarschuwing + fout
Pomp actief
Dosering / charge
Slagpuls**
Optie
Ontluchting
Relais-polariteit
"Relais2 (optie)"
11.2.8.3
Pulshoeveelheid relais
"mA-uitgang (optie)"
11.2.8.4
Werking
Het relais is inactief.
Het relais schakelt bij een storingsmelding (rode LED*).
Het relais schakelt bij een waarschuwingsmelding (gele LED*).
Het relais schakelt bij een waarschuwingsmelding (gele LED*) of bij een sto‐
ringsmelding (rode LED*).
Het relais schakelt, zodra de pomp bedrijfsgereed is en niet in een toestand
"Pauze" is.
zoals
Het relais schakelt z'n toestand, zolang een charge wordt afgewerkt.
Het relais schakelt bij elke slag.
Het relais is beschikbaar voor de optie die als module is ingestoken (bijv. de ont‐
luchtingsmodule).
Het relais schakelt bij het interne signaal
gezogen.
* Zie hoofdstuk "Storingen verhelpen"
** Voor dit relaistype alleen
Hier kan worden ingesteld hoe een relais moet schakelen.
Instelling in menu
afvallend (NC)
aantrekkend (NO)
"Menu / Informatie è Instellingen è In-/uitgangen è Relais2 è ..."
Hier kan worden ingesteld voor welke doseerhoeveelheid het taktgeefre‐
lais 1 keer moet schakelen.
Voor meer informatie m.b.t.
uitgangen" op pagina 68 .
"Menu / Informatie è Instellingen è In-/uitgangen è mA-uitgang
..."
è
Hier kan worden ingesteld welk stroombereik bij de mA-uitgang moet
worden gebruikt.
Zo kan worden ingesteld of bij de mA-uitgang de actuele slagfrequentie
(slagen / uur) als signaal moet worden gegeven of de doseercapaciteit
(liter / uur) en de betreffende waarde voor 20 mA.
"Luchtinsluiting" en zolang wordt aan‐
"Relais 2" gebruiken (halfgeleiderrelais).
Werking
Het relais is bij normaal bedrijf gesloten en opent
bij de activerende gebeurtenis.
Het relais is bij normaal bedrijf geopend en sluit
bij de activerende gebeurtenis.
"Relais2" - zie Ä Hoofdstuk 11.2.8 "In-/
"Menu"
Instellen,
69