Installeren, elektrisch
Bedrijfsmodus "Extern contact"
Bedrijfsmodus "Analoog"
Bedrijfsmodus "Externe-doseercapaci‐
teit" / "Hulpfrequentie"
9.2.2 Stekkeraansluiting "Niveauschakelaar"
1
P_BE_0016_SW
Afb. 17: Toewijzing bij de pomp
3
2
P_BE_0017_SW
Afb. 18: Toewijzing bij kabel
9.2.3 Stekkeraansluiting "Doseerbewaking"
40
De pomp voert één of meerdere slagen uit wanneer:
pin 2 en pin 4 gedurende minimaal 20 ms met elkaar worden ver‐
n
bonden. Hierbij moeten ook pin 1 en pin 4 met elkaar zijn verbonden.
De doseercapaciteit, resp. slagfrequentie van de pomp kan via een
stroomsignaal worden aangestuurd. Het stroomsignaal moet worden
gegeven tussen pin 3 en pin 4.
Bovendien moeten pin 1 en pin 4 met elkaar zijn verbonden.
De pomp werkt met een vooraf ingestelde doseercapaciteit / slagfre‐
quentie, wanneer:
pin 5 en pin 4 met elkaar worden verbonden. Hierbij moeten ook pin 1
n
en pin 4 met elkaar zijn verbonden. In de fabriek is de externe-doseer‐
capaciteit / hulpfrequentie ingesteld op de maximale doseercapaciteit /
slagfrequentie.
Het is mogelijk een 2-trapsniveauschakelaar met voorwaarschuwing en
einduitschakeling aan te sluiten.
Elektrische interface
Informatie
3
Spanning bij open contacten
Ingangsweerstand
Aansturing via:
2
Potentiaalvrij contact (belasting: 0,5 mA bij 5 V) of
n
Halfgeleiderschakelaar (restspanning < 0,7 V)
n
Pin
1
2
3
1
Er is aansluitmogelijkheid voor een doseerbewaking.
Elektrische interface
Fouten bevestigen via "Pauze"
Bepaalde fouten met verplichte bevestiging kunnen ook
via "Pauze" worden bevestigd in plaats van via de toets
[P]. Dit zijn fouten zoals: "Debiet" , "Luchtinsluiting" , " p-"
(zodra weer aan de voorwaarden is voldaan)
Functie
Massa GND
Minimum waarschuwing
Minimum einduitschakeling
Waarde Eenheid
5 V
10 kΩ
3-aderige kabel
Zwart
Blauw
Bruin