7
Monteren
Gebruik de juiste maatschetsen van de pomp en de
montageplaat in de online-versie van de gebruikers‐
handleiding op onze homepage.
Vergelijk de maten op de maatschets met dien van de
pomp resp. montageplaat.
VOORZICHTIG!
Gevaar door onjuist bediende of slecht onderhouden
pomp
Een slecht toegankelijke pomp kan gevaarlijk zijn door
onjuiste bediening en slecht onderhoud.
–
Zorg dat de pomp altijd toegankelijk is.
–
Houdt u zich aan de onderhoudsintervallen.
Doseercapaciteit te gering
De ventielen van de doseereenheid kunnen door tril‐
lingen ontregeld raken.
Bevestig de doseerpomp zodanig dat geen trillingen
–
kunnen optreden.
Doseercapaciteit te gering
Staan de ventielen van de doseereenheid niet rechtop,
kunnen ze niet goed sluiten.
Het pers en zuigventiel moet rechtop en naar boven
–
gericht staan (bij een zelfontluchtende doseereen‐
heid het ontluchtingsventiel).
Meerdere doseerpompen mogen naast elkaar en dicht
tegen elkaar worden geplaatst.
1.
Voor het verwijderen van de montageplaat de zwarte lip onder de
voorkant van de pomp iets naar beneden drukken en de montage‐
plaat naar achter drukken.
2.
De montageplaat op een horizontale, vlakke en draagkrachtige
ondergrond monteren (met minimaal 2 schroeven en 2 onderleg‐
ringen!).
De montageplaat kan ook op een verticale, vlakke en draagkrach‐
tige ondergrond worden gemonteerd (met 3 schroeven en 3 onder‐
legringen!). Dan moet de doseereenheid echter worden gedraaid
(ventielstand verticaal!).
De montageplaat kan ook op een wandconsole (toebehoren)
worden gemonteerd. Er zijn 3 standen mogelijk.
3.
De doseerpomp met de pompvoet in de montageplaat vergrendelen
- zie Afb. 9.
Monteren
27