De temperatuurcoëfficiënt van de kalibratie-oplossing is aangegeven op het
reservoir van de kalibratie-oplossing.
Bevestig dit met de toets
14.
Doop de sensor in de kalibratie-oplossing en beweeg de sensor licht.
15.
Wacht tot de geleidbaarheids- en temperatuurwaarde zijn gestabiliseerd.
Druk op de
ð De gemeten geleidbaarheidswaarde wordt weergegeven.
16.
Nu moet de gemeten geleidbaarheidswaarde met de
ingesteld, in overeenstemming met de op de kalibratie-oplossing opgegeven
geleidbaarheidswaarde.
ð De celconstante
van de regelaar.
.
-toets.
[CC] is nu correct bepaald en is opgeslagen in het geheugen
Bedieningsmenu's
,
of
-toetsen worden
81