Bedieningsmenu's
Sensor
CLS52
Manual (handmatig)
Kalibratie van het nulpunt
1.
Druk op de
ingebouwd.
2.
De sensor afspoelen met schoon water en afdrogen.
3.
Verplaats de cursor met de
toets.
4.
Houd de sensor in de lucht.
Druk op de
5.
Wacht op het proces
[STABLE (10 sec) ?] = de weergegeven waarde moet meer dan 10 seconden
ð
stabiel worden weergegeven. (Schommeling < 0,5 % van de weergegeven
waarde).
6.
Druk op de
7.
Druk op de
Druk op de
daarna op de
ð De nieuwe waarde voor het nulpunt is al overgenomen in het geheugen en de
regelaar toont weer de basisweergave.
Afb. 27: Weergave van de foutieve kalibratie.
8.
Bij een foutieve kalibratie drukken op de
handhaven of druk op de
66
-toets, verwijder de sensor uit de toepassing waarin de sensor is
of
-toets.
[WAIT ...] .
-toets.
-toets of
[ZERO] -standaardwaarde moet worden gebruikt en
-toets, als de
-toets.
CAL ZERO
ZERO = 373.793 µS
CAL=OLD
-toets om de fabrieksinstellingen te gebruiken.
Waarde
4 µS
50 uS
[ZERO] en bevestig dit met de
-toets naar
ERR
OK=RESET
-toets om de oude kalibratiewaarde te
A1945
-